503 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `van`
- van de prins geen kwaad weten (=uiterst argeloos zijn)
- van de ratten besnuffeld/gebeten zijn (=ben je nu helemaal gek!)
- van de regen in de drup (=niet veel opschieten, van moeilijke omstandigheden in nog moeilijkere omstandigheden terecht komen)
- van de sokken gaan/raken/vallen (=bewusteloos vallen)
- van de troon stoten (=de macht ontnemen)
- van de wal in de sloot (helpen) (=de situatie verergeren in plaats van verbeteren)
- van de wal in de sloot belanden (=vanuit een slechte situatie terechtkomen in een situatie die nóg slechter is)
- van de wal in de sloot raken (=van de ene slechte situatie in een andere terechtkomen.)
- van de wieg tot aan het graf (=van de geboorte tot aan de dood)
- van december tot maart is de schol de pan niet waard (=platvis moet je in de zomer eten)
- van die boer, geen eieren (=dit is een oplossing die men niet wenst)
- van dik hout zaagt men planken (=niet al te nauwkeurig of zorgvuldig werken)
- van een kale kip kun je niet plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)
- van een koude kermis thuiskomen (=teleurgesteld thuiskomen)
- van een leien dakje gaan (=bijzonder vlot en zonder problemen verlopen)
- van een mooi bord kun je niet eten (=aan uiterlijk alleen heb je niets)
- van een mooie / knappe tafel kun je niet eten. / van een mooi bord kun je niet eten. (=knap van uiterlijk heeft ook wel eens nadelen.)
- van een mug een olifant maken (=van een klein probleem onnodig een groot probleem maken, erg overdrijven)
- van eeuwigheid tot amen duren (=iets duurt heel erg lang, er komt maar geen einde aan)
- van geld voorzien zijn als een pad van veren (=arm zijn)
- van God en alle mensen verlaten (=afgelegen; stil)
- van God los zijn (=gek zijn, boven de wet staan)
- van god noch zijn gebod weten (=slechte dingen durven doen)
- van heinde en verre (=van alle kanten, vanuit alle landen)
- van het padje af zijn (=in de war zijn, malende / prettig gestoord zijn)
- van hetzelfde laken een pak (=dezelfde soort aanpak of respons)
- van hoop alleen kan men niet leven. (=hoop is belangrijk maar niet voldoende om te slagen in het leven)
- van hot naar haar (=heen en weer)
- van huis en haard verdreven (=dakloos zijn)
- van iets zoveel verstand hebben als een koe van saffraan eten (=ergens geen verstand van hebben)
- van Jan Pet (=onverzorgd, waardeloos)
- van je á propos gebracht worden (=in de war gebracht worden)
- van je buik een afgod maken (=belang hechten aan lekker eten en drinken)
- van je paard gevallen zijn (=een positie verliezen)
- van kindsbeen af (=van jongsaf aan)
- van koper blijf je proper en van ijzer word je niks wijzer (=koper is veel waard, ijzer niet)
- van kwaad tot erger komen/vervallen (=steeds erger worden)
- van leer trekken (=beginnen met vechten, duidelijk laten merken dat iets als vervelend ervaren wordt)
- van leugens aaneenhangen (=altijd maar liegen)
- van liefde rookt de schoorsteen niet (=van de liefde alleen kan je niet leven)
- van likmevestje (=van weinig waarde, waardeloos)
- van Lillo komen (=je dom houden. Volgens de overlevering vindt dit gezegde zijn oorsprong in het (ontkennende) gedrag van de inwoners van Fort Lillo na een aan hen toegeschreven roofoverval op een boerderij te Waarde in 1579)
- van lotje getikt zijn (=niet goed bij het verstand zijn)
- van luie Kees (=bijzonder traag)
- van meet af aan (=vanaf het begin)
- van naald tot draad (=tot in het kleinste detail)
- van nul en generlei waarde (=waardeloos)
- van pomp noch pompstang weten (=erg dom zijn, weinig weten)
- van praat komt praat (=een nieuwtje wordt snel verder verteld)
- van streek raken (=erg in de war door iets geraken)
652 betekenissen bevatten `van`
- voor de draad ermee (=kom tot de kern van het verhaal.)
- met de witte perdekies naar Velzeke rijden (=krankzinnig worden. In Velzeke bevindt zich een sanatorium; de `witte perdekies` (witte paardjes) verwijzen naar een ziekenwagen, waarmee de geestesgestoorde afgevoerd wordt. Uitdrukking uit het zuiden van Oost-Vlaanderen)
- op de garf/garve bouwen (=land bebouwen met betaling van de pacht met een deel van de oogst)
- aan de kwakkel zijn (=last hebben van de gezondheid)
- als buurmans huis brand is het tijd om uit te zien. (=leer van andermans problemen)
- omstaan leren (=leren schikken naar de wensen en bevelen van een ander)
- iets niet met droge ogen kunnen aanzien (=letterlijk: gaan huilen/tranen bij het zien gebeuren van iets)
- vliegt de blauwvoet storm op zee (=leuze van de Vlaamse nationalisten (ontleend aan Conscience))
- op je vet teren (=leven van gespaard geld)
- je rokje omkeren (=lid van een andere (bv politieke) partij worden)
- glashard liegen (=liegen zonder er iets van in zijn houding te laten merken)
- beter ermee verlegen dan erom verlegen (=liever van iets te veel dan van iets te weinig hebben)
- iets door het oog van de schaar halen (=materiaal van op het werk voor jezelf houden / Jezelf oneerlijk zaken toe-eigenen)
- schoon genoeg hebben van (=meer dan genoeg hebben van, een hekel hebben aan)
- dat smaakt naar meer (=meer van dat, graag!)
- je mond voorbij praten (=meer zeggen dan dat er gezegd mag worden en/of het verklappen van een geheim)
- je licht niet onder de korenmaat zetten (=meespreken, je mening geven en laten merken dat je er iets van weet)
- wie tapt die moet boren (=men moet de gevolgen van zijn handelen dragen)
- wat de boer niet kent, dat eet hij niet. (=mensen houden niet van (zijn bang voor) wat ze niet kennen.)
- ieder meent dat zijn eigen pak het zwaarst is. (=mensen overdrijven hun eigen moeilijkheden in vergelijking met die van anderen)
- salvo titulo (=met behoud van titels)
- salvo honore (=met behoud van zijn eer)
- salvo honore et titulo (=met behoud van zijn eer en zijn titel)
- in casu (=met inbegrip van)
- met een kennersblik bekijken (=met kennis van zaken beoordelen)
- een ander liedje laten zingen (=mores leren, van gedacht doen veranderen)
- na regen komt zonneschijn (=na een periode van tegenslag, komt er een betere tijd)
- de tijd heelt alle wonden (=na lange tijd zal de pijn vanzelf over gaan)
- de tijd zal het leren (=na verloop van tijd is er bekend hoe het gegaan is)
- na wat gepimpel, is de geest wat simpel (=na wat te hebben gedronken ben je meestal niet meer helder van geest)
- weten van kikken noch mikken (=nergens van weten)
- de vermoorde onschuld spelen (=net doen alsof je van niets weet)
- niet verder zien/kijken dan je neus lang is (=niet goed nadenken wat de gevolgen van iets zijn)
- alle hout is geen timmerhout (=niet iedereen beschikt over dezelfde kwaliteiten / niet alles is van voldoende kwaliteit)
- overboord werpen (=niet langer gebruiken, ervan afzien)
- niet in de wieg gesmoord (=niet van bij de opkomst vernietigd - al oud)
- van de regen in de drup (=niet veel opschieten, van moeilijke omstandigheden in nog moeilijkere omstandigheden terecht komen)
- met kunst- en vliegwerk (=niet volgens de normale gang van zaken)
- met de mond vol tanden staan (=niet weten wat je moet zeggen / ergens versteld van staan)
- geen hout snijden (=niets bewijzen , niet van toepassing zijn)
- op je lauweren rusten (=niets doen en genieten van de vrije tijd)
- er geen spaan van geloven (=niets ervan geloven)
- er geen bal van weten (=niets ervan weten)
- het licht in de ogen niet gunnen (=niets gunnen, er niets van kunnen verdragen)
- geen teken van leven meer geven (=niets meer van zich laten horen)
- geen strobreed wijken (=niets toegeven of niet van mening veranderen)
- taal noch teken van iemand vernemen (=niets van iemand horen/zien)
- nieuwe bezems vegen schoon, maar oude bezems kennen alle hoeken en gaten (=nieuwe medewerkers (of: nieuwe leiders) pakken de zaken grondig aan, maar oude medewerkers (of: oude leiders) weten hoe het moet op grond van ervaring)
- heet van de naald (=nog heel nieuw (van een product))
- aan de balk schrijven (=nota nemen van iets ongewoons)
50 dialectgezegden bevatten `van`
- ae begin van zèen pluimen te loaten (=hij gaat achteruit) (Wichels)
- ae ee zèen kazakken gekieërd (=hij is totaal van mening / van partij veranderd) (Wichels)
- ae eed 'em verlaed (=hij is van leverancier veranderd) (Wichels)
- ae geboardn ém van niet (=hij deed alsof hij van niets wist) (Wichels)
- ae vangt / sloat d'r neffen / droat deur / zie ze vliegen / ee ne slag van de meulen g'ad (=hij is gek) (Wichels)
- ae vèegt er zèen bott'n oan (=hij trekt zich er niets van aan) (Wichels)
- ae wil nie in 't garieël, ae wild'em nie voegen (=hij doet niet wat er van hem verlangt wordt) (Wichels)
- ae wit van toet'n of bloaz'n / noch bloaz'n (=hij is totaal niet op de hoogte / weet er niets van af) (Wichels)
- ae zo Onzieër van 't kruis lezen (=hij is erg vroom) (Wichels)
- aenne hègk (=aan het eind van je Latijn) (Sint-joasters)
- afgevroze' n: Ei es twieë kieë afgevroz' n (=Hij is heel klein van gestalte) (Lebbeeks)
- afkorting van hengst (=Hè?) (Rotterdams)
- Afslaage; oep ze bakkes sloage; motte geve; en blauw oeëg sloage; van de roei geve, oep zenne smikkel slage, tege zen schene stampe; onder zijn hol stampe; afdruuëge; zijn hessens inslaage (=slaag geven) (Diesters)
- Afsmoorder (=Iemand die altijd sigaretten van een ander aanneemt maar nooit geen terug geeft) (Amsterdams)
- Afsmoren (=Afbedelen van sigaretten en nooit aan een ander geven) (Amsterdams)
- Agodsmariëi (=uitroep van verbazing) (Klings)
- Ai komt van Lillo (=Hij houdt zich van de domme) (Hulsters (NL))
- aij is van allendah (=hij kan ieder moment sterven) (Hulsters (NL))
- Aij reettum nohal! (=Hij was helemaal van zijn stuk gebracht) (Hulsters (NL))
- Ais ghetrouwd meej de maid van de pastoor van Zaamslag. Ai èt zain kommuniebroekse nog an. (=Hij is ongetrouwd) (Hulsters (NL))
- aïs nen echten tettezot (=hij houdt van mooie meisjes) (Antwerps)
- ajé van jan (=hij heeft het zitten) (Antwerps)
- ajei ne slag van de meule gat (=hij is niet goed wijs) (Antwerps)
- Ajis van zan mellek. Z'is van eur mellek. (=Hij is de kluts kwijt. Zij is de kluts kwijt.) (Antwerps)
- ak goen ze es pakken van vanachter (=op u vrouwen zitten) (Herns (Herne, VL-B))
- ak van ô was zuk (zunnuk) .... (=als ik in uw plaats was zou ik...) (Sint-Niklaas)
- Akelig, ‘n akelig brokkie (=Een stukle (papier oid) wat net niet geschikt is voor het doel datje voor ogen had. Ook: een lastig stukje van de route.) (Volendams)
- akker (='t lant van den ...) (Dendermonds)
- Akkerhel nog nie henne! (=Je zou er gek van worden!) (Luyksgestels)
- al geeste op zene kop ston... (=al doe je alle moeite van de wereld, ik geef niet toe) (Bilzers)
- Al op un ouwejaorsavend, toen sloogh dun bakker zun waif, al mee un ete knuppel de velle van eur laif, ut waif dat wou nie soreke, de knuppel, die wouw nie breken, de knuppen, die brek ut waif, da sprak, o, wa rara dingen zain dat. wa zullewe dun bak (=liedje met Oudjaar) (Hulsters (NL))
- al overende zetten (=alles verplaatsen, er een warboel van maken) (Wetters)
- al stès dich op zenne kop (=al doe je alle moeite van de wereld) (Vlijtingens)
- alf kortier (=1 / 8 van em biëst) (Dendermonds)
- alle boatn (h) elpm, zei 't muuzetje, en 't piste in de zeeë (traditionele zei-spreuk, die gezegd wordt als iemand met goede bedoelingen iets doet waarvan men van tevoren weet dat het bitter weinig zal uithalen) (=alle baten helpen, zei 't muisje, en 't piste in de zee) (Klemskerks)
- alle eilige in d n emel bij mekaor kwe-ke (=het uitschreeuwen van pijn) (Oudenbosch)
- alle goeds kumt van bove, behaalve de erpel, die komme uit de grond! (=gezegde :) (Astens)
- alle goeie goav'm komm'm van boov'm (=alle zegeningen krijgen we van God) (Westerkwartiers)
- alle hik van de kaomer zien (=de bekomsten hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- alle kleire van de raengerboëg (=bont en blauw) (Munsterbilzen - Minsters)
- Alle koeien hooi (als vraag) (=Iedereen van alles voorzien (als vraag)) (Volendams)
- alle moeite van de werd doen (=alle mogelijke inspanningen doen) (Munsterbilzen - Minsters)
- alle woar is noar zien geld (=kwaliteit bepaalt een deel van de prijs) (Westerkwartiers)
- allee gij! (=uitroep van verontwaardiging) (Ossendrechts)
- Allee tot in 't pikken van d'n andzjoen eh! (=Een vage afsraak maken) (Harelbeeks)
- Allee, mettez vite vos chandailles, springt oep oven ijzere peerd, en moakt nog nen tour du jardin! (=Trek vlug jullie pulletjes aan, neem jullie fiets en maak nog eens de ronde van de tuin.) (Antwerps)
- Allei, cirkulei, d'eraf of 'k zet oe deroep! (=Vooruit, rij door, ga van dat (voetpad), of ik zet je op de bon!) (Antwerps)
- alles drèdde èn de puree (=de kok maakte er een potje van) (Munsterbilzen - Minsters)
- als ut klokske van rome sloaj he.. (=stop eens met raar kijken) (helmonds)
- alwéiter (=nen ontvanger van de belastinge) (Dendermonds)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen