503 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `van`
- op het eind van de fuik vangt men de vis. (=de volhouder wint)
- op het veld van eer gevallen (=eervol gesneuveld)
- op hoop van zegen (=in de hoop dat het lukt)
- op voet van oorlog zijn/leven (=erge ruzie hebben)
- overdag hebben waar men `s nachts van droomt (=alles zomaar in de schoot geworpen krijgen)
- per slot van rekening (=uiteindelijk)
- pluk maar veren van een kikvors (=van een arme kan je niet veel geld eisen)
- rad/rap van tong zijn (=snel praten / welbespraakt zijn)
- redenering van Jan Kalebas (=dwaze onlogische redenering)
- schoon genoeg hebben van (=meer dan genoeg hebben van, een hekel hebben aan)
- steeds verder van huis raken (=verder van je doel afraken)
- stel niet uit tot morgen wat je vandaag nog kunt doen. (=wacht niet, morgen kan te laat zijn)
- taal noch teken van iemand vernemen (=niets van iemand horen/zien)
- tabak van iets hebben (=iets niet langer willen)
- te vangen als een aal bij zijn staart (=moeilijk te vatten)
- te/van pas komen (=iets goed kunnen gebruiken)
- terugverlangen naar de vleespotten van Egypte (=naar de goede tijden terugverlangen)
- tot in lengte van dagen (=tot het einde der tijden)
- tussen de mazen (van het net) vissen (=creatief te werk gaan)
- uit de pot van Egypte eten (=nog thuis eten bij de ouders die voor je zorgen)
- uitstel van executie (=iets onaangenaams wordt tijdelijk uitgesteld Later gaat dit toch nog gebeuren)
- van a tot z (=van het begin tot het einde /met alles erop en eraan)
- van achter de koeien/ploeg komen (=van boerenafkomst zijn)
- van achteren kijkt men de koe in zijn gat (=achteraf is het makkelijk kritiek geven)
- van alle markten teruggekomen zijn (=nergens voor deugen)
- van alle markten thuis zijn (=veel kunnen en handig zijn of veel weten)
- van aver tot aver (=van ouder tot ouder)
- van bruiloft komt bruiloft. (=op bruiloften worden vaak nieuwe relaties gevormd)
- van de bedplank zijn (=op de huwelijksnacht verwekt zijn.)
- van de behoudende leer zijn (=conservatief zijn)
- van de bok (laten) dromen (=een pak slaag (laten) krijgen)
- van de bok op de ezel gaan (=snel van onderwerp wisselen zonder rode draad)
- van de bovenste plank (=van de beste kwaliteit)
- van de daken schreeuwen (=aan iedereen luid kenbaar maken)
- van de dertig penningen niet gehad hebben (=niet al te slim zijn)
- van de gaffel in de greep (=van kwaad tot erger)
- van de hak op de tak springen (=steeds weer van onderwerp wisselen en geen duidelijke rode draad in een verhaal hebben)
- van de hand in de tand leven (=zo gauw iets verdiend is het meteen weer uitgeven zonder zorgen over later)
- van de hand slaan/wijzen (=niet aannemen)
- van de hoed en de rand weten (=volledig geïnformeerd zijn)
- van de houvast zijn (=gierig of mager zijn)
- van de kaart zijn (=uitgeschakeld zijn - totaal versuft zijn)
- van de kant zijn (=gestart zijn)
- van de kapittelstok likken (=ervan lusten)
- van de kleef zijn (=gierig zijn)
- van de kook zijn (=helemaal in de war zijn)
- van de naald tot de draad (=tot in het kleinste detail)
- van de nacht een dag maken (=`s nachts werken)
- van de nood een deugd maken (=zich naar de omstandigheden schikken)
- van de os op de ezel springen (=steeds van onderwerp veranderen)
652 betekenissen bevatten `van`
- vat op iemand krijgen (=iemand van iets kunnen overtuigen)
- iemand naar het peperland zenden (=iemand ver van huis sturen)
- aan iemands voeten liggen (=iemand vereren, een absolute fan van iemand zijn)
- een lange arm hebben (=iemand zelfs vanaf een grote afstand nog dwars kunnen zitten)
- de stoute schoenen aantrekken (=iets doen wat moed vergt. (`stout` in de oude betekenis van `dapper`))
- van zijn mast een schoenpin maken (=iets goeds bederven om iets van weinig waarde te bekomen)
- naar de mutsaard rieken (=iets klopt zeer niet (mutsaard = brandstapel) / verdacht worden van ketterij)
- menen ligt dicht bij Kortrijk (maar verre van Waregem) (=iets menen is niet genoeg; je moet er zeker van zijn.)
- een waarheid als een koe (=iets totaal vanzelfsprekends)
- iets in de wieg smoren (=iets van bij het begin vernietigen)
- andermans veren (=iets van een ander (andermans eer))
- iets met de paplepel ingegoten krijgen (=iets van kinds af aan leren.)
- iets in zijn schild voeren (=iets van plan zijn, een geheim hebben, stilzwijgend een plan uitvoeren)
- elke medaille heeft een keerzijde (=iets van twee kanten bekijken, aan iedere zaak zitten twee kanten, vaak een positieve en minder positieve kant)
- met wortel en tak uitroeien (=iets volledig bestrijden om er geen last meer van te hebben)
- wat van ver komt, is lekker (=iets wat van ver komt, is bijzonder. Daarom denkt men dat het ook beter zal zijn)
- een kluwtje dat vanzelf afloopt. (=iets wat zich vanzelf oplost)
- wie een zin begint met ik is een grote stommerik. (=ik aan het begin van een zin is niet zoals het hoort)
- het zit me tot hier (=ik heb er genoeg van)
- ik snap er geen biet van (=ik snap er niets van)
- mijn naam is haas (=ik weet nergens van en wil er niks mee te maken hebben!)
- het in zijn broek doen (=in de broek plassen van schrik of van het lachen)
- de kast indraaien. (=in de gevangenis komen.)
- de rijzende/opgaande zon aanbidden (=in de gunst trachten te komen van iemand die succesvol is)
- in nomine dei (=in de naam van God)
- de ogen zijn de spiegels der ziel (=in de ogen van een persoon herkent men het karakter)
- aprilletje zoet, heeft nog wel eens een witte hoed (=in het begin (de hoed) van april kan het nog wel eens sneeuwen)
- in zijn vuistje lachen (=in jezelf ergens plezier hebben / Op ietwat stiekeme wijze ergens voordeel van hebben)
- in troebel water is het goed vissen (=in tijden van onlust of oorlog kan men gemakkelijk voordelen halen)
- aan de heidenen overgeleverd (=in zware moeilijkheden - in de macht van mensen zonder scrupules)
- over iemand een boekje opendoen (=informatie over iemand geven, waarvan diegene niet wil dat het bekend wordt)
- een kat komt altijd op z`n pootjes terecht (=ingewikkelde en vervelende dingen kunnen vanzelf weer voor elkaar komen)
- van Lillo komen (=je dom houden. Volgens de overlevering vindt dit gezegde zijn oorsprong in het (ontkennende) gedrag van de inwoners van Fort Lillo na een aan hen toegeschreven roofoverval op een boerderij te Waarde in 1579)
- er is geen rooi mee te schieten (=je kan er niets mee aanvangen)
- er is geen land met hem te bezeilen (=je kan met hem niets aanvangen, omdat hij niet wil meewerken)
- de vis aardt naar de zee (=je kunt wel zien waar hij vandaan komt)
- je druk maken over (=je kwaad maken om, je aantrekken van)
- daar kan je gif op innemen (=je mag er zeker van zijn dat het gaat gebeuren)
- kijk een gegeven paard niet in de bek (=je mag niet klagen over de kwaliteit van iets dat men gratis krijgt)
- je mening niet onder stoelen of banken steken (=je mening niet verbergen, openlijk voor je standpunten uit durven komen, bij voorbeeld van afkeuring van iets)
- vang vossen met vossen (=je moet een slimme persoon vangen door slim te zijn)
- een schop van een ezel kunnen verdragen (=je moet het aankunnen dat iemand zonder verstand van zaken kritiek geeft)
- de huid van de beer niet verkopen voor hij geschoten is (=je moet niet al willen genieten van wat men nog niet verworven heeft)
- wie zichzelf bewaart, bewaart geen rotte appel (=je moet voorzichtig omgaan met jezelf, want het is niet vervangbaar)
- jesus nazarenus rex judaeorum (=jezus van Nazareth, koning der Joden)
- de balans opmaken (=kijken hoe iets verlopen is; nagaan of je ergens voordeel of nadeel van hebt gehad)
- zo vader, zo zoon (of: Zo moeder, zo dochter) (=kinderen erven de eigenschappen van hun ouders)
- je schrap zetten (=klaarmaken om de klap op te vangen)
- onder iemands duiven schieten (=klanten van een ander overhalen om klant te worden bij jou)
- van een mooie / knappe tafel kun je niet eten. / Van een mooi bord kun je niet eten. (=knap van uiterlijk heeft ook wel eens nadelen.)
50 dialectgezegden bevatten `van`
- a zitj op'n oeven (=als laatste van de kinderen ongehuwd blijven) (Ninoofs)
- a zue spel van mauken (=iets belangrijk achten, overschatten) (Wetters)
- A-j ' t platte van de voeten maar onder joe ollen (=Blijf met de voeten op de grond staan wees verstandig en nuchter blijven) (Giethoorns)
- a-k=j 't platte van de voeten maar onder joe olln (=blijf nuchter, geen verbeelding, blijf gezond) (Giethoorns)
- A'j 't platte van de voeten maar onder joe olln (=Blijf met de voeten op de grond staan, , nuchter blijven) (Giethoorns)
- a'j kniene hebt, he'j ok köttels (=wie ergens de lusten van heeft, heeft er ook de lasten van) (Twents)
- a'j ow van 't domme hold hoe'j ow ok niks te verantwoordn. (=als je niet te veel zegt / doet kan men je ook niet beschuldigen) (Vechtdals)
- A' j' an een peene trekt, heel den ' ut ruttelt. (=Vaststelling: dat is allemaal familie van elkaar.) (West-Vlaams)
- aa bèk hëbbe staajf hoëre (=oude mensen kun je niet van hun oude gewoonten afhouden) (Munsterbilzen - Minsters)
- aa devoeëre doen (komt van het Franse devoir)anse (=je best doen op school) (Winksels)
- Aa doe van kroemmenaus (=Hij houdt zich van den domme) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- aa es van zaan twiede moeder geklied (=hij is niet zorgzaam gekleed) (Gents)
- Aa gauter nogal e gat vanoët (=Hij gaat er nogal van door) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- aa iet er zaain bekomste van (=hij heeft er genoeg van) (tervurens)
- Aa is van zaane stok gedroëd (=Hij is flauw gevallen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- Aa isser verveid van (=Hij heeft er schrik van) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- Aa werkt baa den Ool in Jeut (=Hij werkt bij (busbouwer) van Hool in Koningshooikt) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- Aa wet van toete of blauze (=Hij weet er helemaal niets van) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- Aa wet wattem zei (=Hij heeft er verstand van) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- Aa zie gruun van zjallouzie (=Heel afgunstig zijn) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- Aafgangk is meistal de viefdje gangk van e lekker aetentje! (=Diarree is meestal de vijfde gang van een lekker etentje!) (Kinroois)
- aagt van Koam (=acht van Chaam) (Gils)
- aahee oak van dee boter gefret (=ze hebben hem ook liggen) (Antwerps)
- aai geboart van krommen oas (=Hij doet alsof hij van niets weet) (turnhouts)
- aaj eeget oejg in zennen bol / zen krolle (=hij heeft een groot gedacht van zichzelf) (Turnhouts)
- Aan alles mert höbbe. (=Zich van niets wat aantrekken.) (Roermonds)
- Aan de dunne zijn /racekak hebben/ Aan de schijt zijn/ Buikloop hebben/ ziekte van le mans hebben (=Diarree hebben.) (Utrechts)
- aan de kant van pastoer drinke (=aan de goede kant van het kopje koffie / thee drinke) (Venloos)
- aan de maag eure kant drinke (=aan de verkeerde kant van het kopje koffie / thee drinken) (Venloos)
- Aan de vaere kindje de vuuëgel (=De appel valt niet ver van de boom) (Weerts)
- aan het labbere end zijn (weze) (=aan het eind van je latijn zijn) (Westfries)
- aan heur heb 'k gien boodschap (=met haar wil ik niets van doen hebben) (Westerkwartiers)
- aanes maok ich tich get aanester wijs (=je moet niet alles van me aannemen) (Munsterbilzen - Minsters)
- aangetrouwdj is aangesjaete (=van je aangetrouwde familie moet je niet te veel verwachten ) (Heitsers)
- aarg' ns verlet van hemm' n (=ergens om verlegen zitten) (Westerkwartiers)
- aarges de naom van hên (=ergens om bekend staan) (Zwartebroeks)
- Aater Haarieke van de Knaajnkes on de bêm èn Eek hoch de Sjutteraaj van Eek hunne boom ston, tësse de kiëzebeem (=Achter 'Huis Gregoor' had de schutterij van Eik haar schietstand, tussen de kersenbomen.) (Munsterbilzen - Minsters)
- aaterieëver tomële van piere alternaose (=achterover vallen van verbazing) (Munsterbilzen - Minsters)
- aawe kazak draoien (=van gedachten veranderen) (Antwerps)
- abbazjoer (=lampekap of oet van een madam) (Dendermonds)
- Achter de bânk goeze (=Iets niet van belang vinden) (Weerts)
- achter oens trekke ze de liere op (=geniet van het leven want ...) (Gents)
- Achter oet ' n hals komm' (=Schreeuwen van woede) (Twents)
- Achterbergse knollen (=Bewoners van Achterberg) (Dongens)
- achterdeer: Z' és ter zoeë zot van as ' n achterdeer (=Ze is erg verliefd op hem) (Lebbeeks)
- achtr uus trekkn ze de lèèr up (=we moeten profiteren van het leven) (Kortemarks)
- achtr uus trekkn ze de lêir up (=geniet van het leven want het duurt maar even) (kortemarks)
- achtr uus zynt ol krullekoppn (=we moeten profiteren van het leven) (Kortemarks)
- ad ye, aye - ew ye, eye (aye is dus vt van eye), wat adje dan nog? ew je ok nog? wat aye? wat eye nau wir edoon! (=had jij, had je - heb jij, heb je) (Urkers)
- adjeu en de wènd van aatër (=hou je goed) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen