503 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `van`
- het ringetje van de deur kussen (=onderdanig / beleefd zijn voorbij geloofwaardigheid)
- het slechtste wiel van de wagen kraakt meest. (=de minst competente persoon is vaak ook de luidste)
- het vet is van de ketel. (=het meeste voordeel is al verdwenen.)
- het voor de deuren van de hel weghalen. (=ergens veel moeite voor doen)
- het zijn vogels van enerlei veren (=ze zijn eender)
- het zwaard van Damocles (=iets wat snel of ieder moment kan gebeuren)
- het zwarte schaap van de familie (=iemand die een beetje buiten de familie staat qua gedrag)
- hier niet zijn om vliegen te vangen (=niet gekomen om de tijd de verdoen)
- hij droomt van schol maar eet graag platvis (=hij verwacht te veel)
- hoge bomen/masten vangen veel wind (=in een hoge positie heeft men ook veel verantwoordelijkheid)
- hoofd van jut (=het slachtoffer)
- hoog van de toren blazen (=het grote woord willen hebben / opscheppen)
- huishouden van Kea (=een rommelig huishouden)
- iedereen wat van de stokvis (=eerlijk delen)
- iemand de kroon van het hoofd nemen (=iemand te schande maken)
- iemand de oren van het hoofd eten (=bij iemand erg veel eten)
- iemand de oren van het hoofd eten. (=zeer veel eten.)
- iemand een vlieg afvangen (=iemand te vlug af zijn)
- iemand het bloed onder de nagels vandaan halen (=iemand vreselijk treiteren of irriteren)
- iemand het gat van de deur wijzen (=iemand zeggen dat die het pand moet verlaten of iemand wegsturen)
- iemand het hemd van het lijf vragen (=erg nieuwsgierig zijn en alles van iemand proberen te vragen)
- iemand het voordeel van de twijfel gunnen (=een onzekere factor voor hem zo gunstig mogelijk laten meetellen)
- iemand spreken door het oor van een turfmand (=iemand heimelijk spreken, zodat niemand anders het hoort)
- iemand van de sokken rijden/lopen (=iemand (bijna) omver rijden of lopen)
- iemand van de sokken slaan (=iemand vellen, neerslaan)
- iemand van haver tot gort kennen (=iemands persoonlijkheid helemaal kennen)
- iemand van het hoofd tot de voeten meten (=iemand heel nauwkeurig onderzoeken)
- iemand van het kastje naar de muur sturen (=iemand voor niets heen en weer laten lopen)
- iemand van kant maken (=iemand doden)
- iemand van katoen geven (=iemand met een pak slaag of woorden straffen)
- iemand van kwade trouw verdenken (=verdenken dat iemand bedriegt)
- iemand van repliek dienen (=iemand gevat antwoorden)
- iemand van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=steeds verschillende baantjes hebben maar in geen enkel baantje succesvol zijn)
- iemand van zijn stuk brengen (=iemand onzeker maken)
- iets door het oog van de schaar halen (=materiaal van op het werk voor jezelf houden / Jezelf oneerlijk zaken toe-eigenen)
- iets van de achterwacht vernemen (=iets vernemen na veel omwegen)
- iets van de hand doen (=iets weggeven of verkopen)
- iets van haver tot gort vertellen (=iets tot in detail vertellen)
- ik maak een platvis van je (=iemand dreigen in elkaar te slaan)
- ik snap er geen biet van (=ik snap er niets van)
- in de ban zijn van iets (=zo erg in iets geïnteresseerd zijn dat je aandacht alleen nog maar daarop kunt richten)
- in de dagen van olim (=in vroeger dagen)
- in een geur van heiligheid (=uiterst godvruchtig)
- in een mum van tijd (=in heel korte tijd)
- in het zicht van de haven schipbreuk lijden (=op het laatste nippertje nog verliezen)
- in lengte van tijd (=voor eeuwig)
- in zulk water vangt men zulke vissen (=van dat slag volk mag men dat verwachten)
- in zulke vijvers vangt men zulke vissen (=van dat slag volk mag men dat verwachten)
- je bekomst ergens van hebben (=ergens genoeg van hebben)
- je doet de boter in de pan, maar bakt er niks van (=denken dat je iets begrijpt, terwijl je dat niet doet)
652 betekenissen bevatten `van`
- niet thuis zijn van (=geen verstand hebben van - niet willen weten van)
- wie dan leeft die dan zorgt (=geen zorg om de toekomst van anderen)
- leven als een oester (=geheel van de wereld afgezonderd leven)
- goed geld naar kwaad geld gooien (=geld ergens insteken waarvan bekend is dat het verlies oplevert)
- het is licht dansen op andermans vloer. (=geld van anderen uitgeven is makkelijk.)
- geluk en glas breekt even ras. (=geluk is niet vanzelfsprekend)
- mooie liedjes duren niet lang (=geluk is van korte duur)
- pluk de dag (Carpe diem) (=geniet van vandaag)
- mooi weer spelen (=genieten (meestal van andermans goed) / mooier voordoen dan het is)
- je in het slijk wentelen (=genieten van iets dat slecht is)
- je koetjes op het droge hebben (=genoeg (geld) hebben voor de rest van het leven)
- het zat zijn (=genoeg ergens van hebben en er geen zin meer in hebben)
- waar de klok luidt, daar is een kapel. (=geruchten hebben vaak een kern van waarheid)
- de bak indraaien (=gevangen genomen worden)
- een nieuwe voordeur krijgen (=gezegd bij het bereiken van een tiende levensjaar, dus 10, 20, 30 etc.)
- als de rechte Adam komt gaat Eva mee (=gezegd van `n meisje dat liever niet wil trouwen)
- beer op sokken (=gezegd van een dik, plomp persoon)
- het regent bakstenen (=gezegd van een hevige hagelbui)
- goed van de tongriem gesneden (=gezegd van een vlotte prater)
- Hollands welvaren (=gezegd van een zeer gezond uitziend persoon)
- iets in zijn holle kies kunnen stoppen (=gezegd van eten : het is de moeite niet, het is te weinig)
- zo komt het luie zweet eruit (=gezegd van iemand die hard werkt)
- het grondsop is voor de goddelozen (=gezegd van iemand die het laatste restje uitdrinkt)
- de maan komt al door de bomen/wolken (=gezegd van iemand die kaal begint te worden)
- een holle darm. (=gezegd van iemand die veel eet)
- een tong als een scheermes (=gezegd van iemand die venijnig uithaalt met woorden)
- alle goede dingen bestaan in drieën (=gezegd van iets waarvan men er twee heeft en een derde wil krijgen)
- in de kleinste potjes zit de beste pommade/zalf (=gezegd van uitzonderlijk kleine personen)
- een goede dam leggen. (=goed eten (voor het drinken van alcohol))
- met een baksteen in de maag geboren worden (=graag een huis willen hebben dat van jezelf is, dat je eigendom is)
- een Homerisch gelach (=harde en gemene lach om het ongeluk, de mislukking of de handicap van tegenstrevers.)
- haring in het land, dokter aan de kant (=haring eten is zeer gezond; haring is zelfs één van de beste vissen voor je gezondheid)
- op je duimpje kennen (=heel goed kennen, van buiten weten)
- zwijgen in alle talen (=helemaal niets zeggen, niets van zich laten horen)
- uit het veld geslagen zijn (=helemaal van streek zijn)
- de rijpste pruimen zijn geschud (=het belangrijkste werk is gedaan of grootste deel van de oogst is binnengehaald)
- lest best (=het beste van alles komt op het einde)
- wie wat bewaart, die heeft wat (=het bewaren van zaken kan op lange termijn voordelig blijken te zijn)
- het uitzingen (=het einde ervan afwachten, het volhouden)
- het einde van het liedje (=het einde van iets goeds)
- de boter eruit braden (=het ervan nemen)
- wortelen doet `t gat bortelen. (=het eten van wortelen bevordert de stoelgang.)
- de aap binnen/weg hebben (=het geld ontvangen hebben)
- de schapen van de bokken scheiden (=het goede van het slechte scheiden)
- het leeuwendeel van iets krijgen (=het grootste aandeel van iets krijgen)
- het is maar hoe de kaarten vallen (=het hangt van het lot af)
- als je alles van tevoren weet, ga je liggen voor je valt (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
- als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
- wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet (=het is beter om energie te steken in het verbeteren van jezelf, dan in het bekritiseren van anderen)
- het is niet om de knikkers maar om het recht van het spel (=het is niet voor persoonlijk voordeel, maar omwille van de rechtvaardigheid)
50 dialectgezegden bevatten `van`
- 'tjoene (=van jou) (Veurns)
- 'tzijn eichenrechtsweirts van mekandere (=het zijn neven en nichten van elkaar) (Sint-Laureins)
- ‘k ém er ginne goeien dunk van (=ik loop er niet hoog met op) (Meers)
- ‘k En zou da wijf nog nie willen poepen mee nen dorme van 7 meter (=Ik vind die vrouw afstotelijk) (Brakels)
- ‘k kost ma nimmer augen van ’t lachen (=ik kon het lachen niet bedwingen) (Meers)
- ‘k koste van nie vjuëdere (=ik kon niet anders (doen)) (Kaprijks)
- ‘k trek er mén annen van af (=ik trek er mij niets meer van aan) (Meers)
- ‘k zie ‘t kleur van a onderbroek (=tegen iemand die geeuwt) (Kaprijks)
- ‘k’êt van iuëre zêën (=ik weet via-via) (Kaprijks)
- ‘n Draak van ‘n kea’l. (=‘n Vervelende man / zeurpiet.) (Aaltens)
- ‘t is van ‘t gat (=het is voorbij) (Kaprijks)
- ‘t sa nog schrieëmn van komn (=overdreven pret van kinderen) (Kaprijks)
- ’n beschimmeld móngkien (=een onschuldig gezicht, van niets wetende) (Huizers)
- ’t er és nen donderstieën gevallen op Jef zén skuur (=de bliksem is ingeslagen op de schuur van Jef) (Meers)
- ’t és gedroeëtj en gesketen zé voeër (=hij is het evenbeeld van zijn vader) (Meers)
- ’t és van d'n ond (zé gat) (=het is slecht, het is mislukt) (Meers)
- ’t zag graut van ’t volk (=er was veel volk) (Meers)
- ’t zot éuft, ’t és meiren oeëgtag (=het zotte komt naar boven , 't is morgen hoogdag (spottende opmerking bij het zotte gedrag van een persoon)) (Meers)
- ** van Kubke (=fam. Jacobs (Helden) ) (Heldens)
- ' k ben dun besten van de klas op een oar nô (=ik ben bijna de beste van de klas) (Sint-Niklaas)
- ' k ben skele van d' n oong' r (=ik heb heel veel honger) (Zwevegems)
- ' k geluuef d' r geen kluueten van (=ik geloof er niets van) (Lokers)
- ' k goa eu een suuke op uwe spekkewinkel geve dadde stuikt gelêk een schelle pénse (=ik zal je klap om je oren geven, dat je er niet goed van zijt) (Gents)
- ' k gon no ' t koptje van ' thooft goan (=ik ga me zelfmoorden) (Ostêns)
- ' k haar d' r al lucht van kreeg' n (=ik had er al iets van gehoord) (Westerkwartiers)
- ' k hebbe las van vârkenziekte (=ik heb slaap) (Sallands)
- ' K kriegn der ennevlees van (=Ik krijg er kippenvel van) (Langemarks)
- ' k moet mè port nog krijgen (=ik moet mijn deel van de erfenis nog krijgen) (Sint-Niklaas)
- ' k zou d' r m' n bôôntjes niet op te weke leggen (=ik zou er niet al te zeker van zijn) (Zeeuws)
- ' kem eur alle oeke van de slopkamer late zieng (=ik he haar alle hoeken van de kamer laten zien, wilde sex gehad) (Antwerps)
- ' ksoe kun' n un pèèrd de rugge oit eetn, ' k ben skeel van d' n ouwre (=ik heb zeer grote honger) (Waregems)
- ' n muile van lijntjes (=een babbelkous) (Knesselaars)
- ' t e nie woar hé! (=reactie van ongeloof op slecht nieuws) (Waregems)
- ' t Ergste waat dich kan euverkómme is te haoje van emes dae van einen angere hiltj! (=Het ergste wat je kan overkomen is te houden van iemand die van een andere houdt.) (Kinroois)
- ' t es hier van kzal au gon hemmen (=men heeft mij iets gelapt) (Erps)
- ' t es iet ooëtj de sjikkenbak (=het is iets van weinig waarde) (Ninoofs)
- ' t es maane winkel nie (=ik ken er niets van) (Gents)
- ' t es van de keir gevallen (=gestolen goed) (Ninoofs)
- ' t es van den hond zijn klouidn (=het slaat tegen) (Lochristis)
- ' t es van osta spoedja gedoeën (=kunst- en vliegwerk) (Ninoofs)
- ' t eten ligdop min moag (=Ik ben ongemakkelijk van te veel te eten) (Sint-Niklaas)
- ' t geplets van de zwemmers int woater (=het geluid van de zwemmers in het water) (Sint-Niklaas)
- ' t Hoes is van mie, mer ' t wief hef' n slöttel (=Ik ben de huiseigenaar, maar m'n vrouw heeft de sleutel) (Twents)
- ' t is ' t ende van de wèèreld nieë (=zo erg is het niet) (Veurns)
- ' t is liek een ontjn die aht' r eur hat lopt (=die jongen is niet van dat meisje weg te slaan) (Izegems)
- ' t is ne nurk van ne vent (=hij is een stijfkop, een moeilijke vent) (Sint-Niklaas)
- ' t is van ' t zulfde loak' n ' n pak (=het komt op hetzelfde neer) (Westerkwartiers)
- ' T is van den bok zijn kluëte (=Het is niet waar hé!) (Dendermonds)
- ' t is van ulder (=het is van hen) (Sint-Niklaas)
- ' t ken beder van de stad as van ' t dörp (=het kan beter van de grote hoop) (Westerkwartiers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen