574 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ne`
- het heft in eigen hand(en) nemen (=de leiding nemen)
- het in tienen geven (=wedden dat de aangesprokene het niet kan)
- het is bij de konijnen af (=het is buitengewoon erg)
- het kippenei grijpen en het ganzenei laten lopen (=een verkeerde keuze maken)
- het klappen van de zweep kennen (=precies weten hoe het eraan toegaat, ervaren zijn)
- het leven is net een krentenbol, met af en toe een hard stukje (=het leven is niet een en al geluk maar kent soms ook tegenslag)
- het licht in de ogen niet gunnen (=niets gunnen, er niets van kunnen verdragen)
- het loodje (erbij neer)leggen (=overlijden)
- het masker afdoen/afleggen/afnemen (=zijn ware gezicht tonen)
- het moet zo tussen neus en lippen gebeuren (=het moet bijna ongemerkt gebeuren)
- het neusje van de zalm (=het beste deel)
- het niet meer kunnen navertellen (=er aan sterven)
- het oor lenen (=luisteren)
- het op zijn pantoffels/sloffen afkunnen (=het gemakkelijk aankunnen)
- het paard achter de wagen spannen (=iets nutteloos doen of verkeerd aanpakken)
- het paard van Troje binnenhalen (=door onnadenkendheid of onnozelheid de vijand toelaten)
- het pleit winnen (=de zaak winnen)
- het recht in eigen hand nemen (=eigenmachtig optreden)
- het regent bakstenen (=gezegd van een hevige hagelbui)
- het verschil tussen mijn en dijn niet kennen (=stelen)
- het wel kunnen schudden (=het wel kunnen vergeten)
- het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen (=wie in weelde leeft moet oppassen om niet op het slechte pad te raken)
- het zijn vogels van enerlei veren (=ze zijn eender)
- het zonnetje in huis (=iemand die zorgt voor een goede, opgeruimde sfeer)
- het zout in de pap verdienen (=heel weinig verdienen)
- hoe later op de avond, hoe schoner volk. (=vriendelijke of juist schertsende verwelkoming van late bezoekers)
- hoe later op de avond/dag hoe schoner volk (=schertsend gezegd bij het laat binnenkomen van vrienden of familie)
- honger maakt rauwe bonen zoet (=als men honger heeft, smaakt alles)
- hoog opnemen (=zeer kwalijk nemen)
- huizen op iemand kunnen bouwen (=sterk op iemand kunnen vertrouwen)
- iemand bij de neus nemen (=iemand voor de gek houden; iemand bedriegen)
- iemand de kroon van het hoofd nemen (=iemand te schande maken)
- iemand de nek toekeren (=zich minachtend van iemand afwenden)
- iemand de ogen openen (=iemand inzicht geven in iets wat diegene nog niet doorhad)
- iemand de pen op de neus zetten (=streng ondervragen of aanpakken)
- iemand de teugels uit handen nemen. (=iemand de leiding afnemen)
- iemand de wind uit de zeilen nemen (=iemand dwars zitten)
- iemand een bril op de neus zetten (=iemand terechtwijzen of dwingen gehoorzaam te zijn)
- iemand een grote neep geven (=iemand ernstig afbreuk doen)
- iemand een kopje kleiner maken (=iemand vermoorden)
- iemand een pen op de neus zetten (=iemand dreigend vermanen)
- iemand geloven bij ja en neen (=iemand op zijn woord geloven)
- iemand het brood uit de mond nemen/stoten (=iemand het onmogelijk maken om in eigen inkomen te kunnen voorzien)
- iemand het licht in de ogen niet gunnen (=iemand absoluut niet kunnen verdragen)
- iemand het net over het hoofd halen (=iemand tegen wil en dank tot iets doen besluiten)
- iemand het voordeel van de twijfel gunnen (=een onzekere factor voor hem zo gunstig mogelijk laten meetellen)
- iemand het vuur na aan de schenen leggen (=iemand onder druk zetten)
- iemand iets aan de neus hangen (=iemand iets vertellen wat die beter niet kan weten)
- iemand iets door de neus boren (=ervoor zorgen dat iemand iets niet krijgt)
- iemand iets in de schoenen schuiven (=iemand aanwijzen als de schuldige of als de verantwoordelijke voor een mislukking)
792 betekenissen bevatten `ne`
- al zijn kruit verschoten hebben (=geen verdere oplossingen meer weten - niet meer verder kunnen)
- arbeider in de wijngaard des heren (=geestelijk beroep (priester,dominee) uitoefenend)
- tabula rasa maken (=geheel herbeginnen - de boel helemaal opruimen)
- aan de strijkstok blijven hangen (=geld dat aan een goed doel wordt besteed verdwijnt voor een groot deel bij mensen die oneerlijke onkosten maken)
- het geld groeit niet op de rug (=geld komt niet zomaar binnen, er moet hard voor gewerkt worden)
- bij kleine hapjes leert men een hond eten. (=geleidelijk aan kun je zelfs aan onmogelijke dingen wennen.)
- gelijke monniken gelijke kappen (=gelijke mensen verdienen/krijgen een gelijke behandeling)
- een fijne neus hebben (=gemakkelijk iets ontdekken, snel iets aanvoelen)
- praten als Brugman (=gemakkelijk mensen kunnen overtuigen en vlot en boeiend kunnen vertellen)
- lelijke streken op zijn kompas hebben (=gemene en lelijke streken uithalen)
- vuur in de ogen hebben (=gemotiveerd en passioneel zijn)
- aan de beterhand (=genezend, herstellend)
- als de berg niet tot Mohammed komt, zal Mohammed tot de berg gaan (=genoegen nemen met wat er beschikbaar/mogelijk is)
- wat baten kaars of bril, als de uil niet zien en wil. (=gezegd als een koppig iemand advies of hulp negeert)
- een goede gevel versiert het huis. (=gezegd over mensen met een grote neus)
- in de kleinste potjes zit de beste pommade/zalf (=gezegd van uitzonderlijk kleine personen)
- wat goed eet, schijt goed. (=gezond eten laat het lichaam goed functioneren.)
- een goed begin heeft een goed behagen maar het eindje zal de last dragen (=goed beginnen is prima, maar je moet volhouden tot het einde)
- op goede voet staan met iemand (=goed kunnen opschieten)
- een gladde tong hebben (=goed kunnen praten, het goed kunnen uitleggen)
- dun snijden is het behoud van de worst. (=goed kunnen rondkomen door zuinig te zijn)
- een goed mondstuk hebben (=goed kunnen spreken)
- een goed hart toedragen (=goed kunnen verdragen)
- handen aan het lijf hebben (=goed kunnen werken)
- zo dicht als een pot zijn (=goed kunnen zwijgen/geheimen bewaren)
- buig de boom als hij jong is (=goede gewoonten kunnen het beste al jong worden aangeleerd)
- het beste paard van stal wordt overgeslagen (=grappige uitspraak wanneer iemand overgeslagen wordt)
- in de waagschaal stellen (=groot risico nemen)
- het schip ingaan (=groot risico nemen, leidend tot verlies)
- op een papieren zoldertje lopen (=grote risico`s nemen)
- een Homerisch gelach (=harde en gemene lach om het ongeluk, de mislukking of de handicap van tegenstrevers.)
- op je duimpje kennen (=heel goed kennen, van buiten weten)
- zo snel als het licht (=heel snel)
- binnen de kortste keren (=heel snel, bijna onmiddellijk)
- het zout in de pap verdienen (=heel weinig verdienen)
- weer in het zadel helpen (=helpen om weer door te kunnen gaan)
- het antwoord schuldig blijven (=het antwoord niet kunnen geven)
- de rijpste pruimen zijn geschud (=het belangrijkste werk is gedaan of grootste deel van de oogst is binnengehaald)
- de vingers jeuken hem (=het bijna niet kunnen laten er op los te slaan)
- de boter eruit braden (=het ervan nemen)
- niet om de knikkers, maar om het spel (=het gaat niet om het winnen, maar om het spel)
- het op zijn pantoffels/sloffen afkunnen (=het gemakkelijk aankunnen)
- Jan Rap en zijn maat (=het gewone volk)
- parels/paarlen voor de zwijnen werpen (=het goede verspillen aan hen die het niet verdienen/waarderen)
- het is geen aangenomen werk (=het hoeft niet noodzakelijk zo snel te gaan)
- wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet (=het is beter om energie te steken in het verbeteren van jezelf, dan in het bekritiseren van anderen)
- het is trekken aan een dood paard (=het is een onbegonnen zaak)
- trekken aan een dood paard. (=het is een onbegonnen zaak)
- zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens (=het is nergens zo goed als thuis)
- eigen haard is goud waard (=het is nergens zo mooi als thuis / men hecht veel waarde aan het eigen bezit)
50 dialectgezegden bevatten `ne`
- daor eetie ne goeie botteram aon (=daar verdient hij genoeg mee) (Oudenbosch)
- daor ieng me ne lucht (=het stonk daar erg) (Oudenbosch)
- daor lee nog ne baarig goed om te worre opgeruimd (=al die kleren moeten nog in de kast) (Oudenbosch)
- daor meude wellus ne bessem deuraole (=dat moet je nodig even schoonmaken) (Oudenbosch)
- daor mot ne kleine komme (=daar wordt gezinsuitbreiding verwacht) (Oudenbosch)
- daoreetie ne dot geld aon overgouwe (=daar heeft hij flink aan verdiend) (Oudenbosch)
- daoris ne noop mee gemoeit (=daar komt veel bij kijken) (Oudenbosch)
- das e sjaun përtrèt (=dat is me ne nette!) (Munsterbilzen - Minsters)
- das ë woëd van ne kilo (=dat is wel zware taal die je nu spreekt) (Munsterbilzen - Minsters)
- das ë woëd van ne kilo (=dat woord slaat echt aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- das ë woeëd van ne kilo (=dat is sterk taalgebruik) (Munsterbilzen - Minsters)
- das e woët van ne kilo (u) (=daar zeg je me wat) (Bilzers)
- Das een flötje van ne ceent (=Dat gaat gemakkelijk) (Herentals)
- das eu floikke va ne sens (=dat is gemakkelijk op te lossen) (Overijses)
- das haaj zjus ne vêrkësstal (=begin hier eens wat op te ruimen) (Munsterbilzen - Minsters)
- das mich ne galjaar (=dat is mij der ene) (Tongers)
- das mich ne kadée (=dat is me iemand) (Tongers)
- das mich ne kadee (=dat is een schoon nummer) (Munsterbilzen - Minsters)
- das mich ne kedee! (=dat is me een nummer!) (Munsterbilzen - Minsters)
- das mich ne kedèt (kedee) (=dat is er mij ééntje!) (Munsterbilzen - Minsters)
- das mich ne sjaune (=dat is een apart geval) (Munsterbilzen - Minsters)
- das mich ne sjaunen apostël (=dat is een eigenaardige vent) (Munsterbilzen - Minsters)
- das mich ne staajve boer (=hij heeft geen enkel of meegaand) (Munsterbilzen - Minsters)
- das mich ne vlègge (=die is onder zich uit, een vlugge kerel) (Munsterbilzen - Minsters)
- das ne brief naar Rome waor ge gin aosum op zult krijge (=dat is een zinloze onderneming) (Oudenbosch)
- das ne erreur da nie chjucht es (=het is fout) (Hals)
- das ne gekloeiste (=die is niet normaal) (Hals)
- das ne geleerde snaok or (=dat is een zeer gestudeerd iemand) (Oudenbosch)
- Das ne gelèttige (=Dat is me der eentje) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- das ne glettege (=dat is me er eentje!) (Booms)
- das ne goeie loebas (=dat is een brave mens) (Sint-Niklaas)
- das ne goeie om in dun kerseboom thaange (=hij ziet er uit als een vogelverschrikker) (Oudenbosch)
- das ne goeie vur lege zakke mee recht te zette (=daar kun je niks mee aanvangen) (Hoogstraats)
- das ne graute lantiën mèr hae gif mèr ë kleen lich (=die heeft wel een grote mond, maar presteert niet veel) (Munsterbilzen - Minsters)
- das ne Jan men kloete (='t is een nietsnut) (Munsterbilzen - Minsters)
- das ne kermisvogel (=die gaat graag naar de kermis) (Sint-Niklaas)
- das ne klinkaout, zenne (=dat is me er eentje (licht pej) ) (Booms)
- das ne kojboj aoën ët stuur (=hij rijdt roekeloos) (Munsterbilzen - Minsters)
- das ne kojën hond ! (=zij zit snel op haar paardje !) (Munsterbilzen - Minsters)
- das ne lekkurren (=op die man kan je niet vertrouwen) (Sint-Niklaas)
- das ne lëwaetmaeker (=hij heeft een grote mond) (Munsterbilzen - Minsters)
- das ne meuleneer (=die zit op zijn geld) (Oudenbosch)
- das ne moûskloût (=die persoon maakt alles defect (is een prutser) ) (Sint-Niklaas)
- das ne nachtkuil, das een nachtkoetse (=iemand die 's nachts lang uitblijft) (Sint-Niklaas)
- das ne nuttige (=die maakt opmerkingen om rekening mee te houden) (Oudenbosch)
- das ne pezewever (=dat is een stipte, veeleisende men, een perfectionnist) (Sint-Niklaas)
- das ne prefijtelëke (=dat is een deftig heertje) (Bilzers)
- das ne prutsër aoënt aete (=hij is langzaam met eten) (Munsterbilzen - Minsters)
- das ne raauwe skoeffel (=dat is een onnadenkende doordouwer) (Oudenbosch)
- das ne schaoilukke mee z n goed (=zijn kleren verslijten heel vlug) (Oudenbosch)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen