Spreekwoorden met `voorzichtig`

Zoek

2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `voorzichtig`

  1. voorzichtigheid is de moeder der wijsheid (=doe het voorzichtig, dan komt er geen schade)
  2. voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast (=door voorzichtig te zijn, gaan tere zaken langer mee)

24 betekenissen bevatten `voorzichtig`

  1. op je hoede zijn (=alert en voorzichtig zijn.)
  2. als een olifant in de porseleinkast (=buitengewoon onvoorzichtig of tactloos)
  3. ik kijk wel uit (=dat doe ik niet, daar ben ik te voorzichtig voor)
  4. met de helm (op) geboren zijn (=de toekomst kunnen voorspellen / bijzonder voorzichtig zijn)
  5. voorzichtigheid is de moeder der wijsheid (=doe het voorzichtig, dan komt er geen schade)
  6. voorkomen is beter dan genezen (=door voorzichtig te zijn kun je problemen en ongelukken voorkomen)
  7. voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast (=door voorzichtig te zijn, gaan tere zaken langer mee)
  8. één uur van onbedachtzaamheid, kan maken dat men jaren schreit (=één moment van onvoorzichtigheid kan verschrikkelijke gevolgen hebben)
  9. er een balletje over opgooien (=er voorzichtig over beginnen te praten om erachter te komen wat anderen ervan vinden)
  10. bang zijn zich aan koud water te branden (=erg voorzichtig zijn)
  11. de bocht achter/onder de arm houden (=extra voorzichtig zijn, iets nog niet garanderen. (een bocht houden in het touw dat je laat vieren))
  12. zachtjes aan, dan breekt het lijntje niet (=handel voorzichtig, dan mislukt het niet)
  13. op een goudschaaltje leggen/wegen (=heel voorzichtig afwegen)
  14. wie zichzelf bewaart, bewaart geen rotte appel (=je moet voorzichtig omgaan met jezelf, want het is niet vervangbaar)
  15. een slag om de arm houden (=niet direct alles vertellen of voorzichtig zijn om toekomstige problemen voor te zijn)
  16. een dood paard aan een boom binden (=overdreven voorzichtig zijn)
  17. kijken hoe de hazen lopen (=voorzichtig te werk gaan, eerst afwachten hoe de verhoudingen blijken te liggen)
  18. op je tellen passen (=voorzichtig zijn)
  19. in geen twee sloten tegelijk lopen (=voorzichtig zijn en op zichzelf kunnen passen)
  20. acht is meer dan duizend (=voorzichtig zijn is het belangrijkste. (woordspeling: acht=`let op` niet `8`))
  21. op je hoede (of qui-vive) zijn (=voorzichtig zijn omdat het niet helemaal vertrouwd wordt)
  22. weet wat je zegt, maar zeg niet alles wat je weet (=wees voorzichtig met woorden en je informatie)
  23. op eieren lopen (=zeer voorzichtig handelen)
  24. met de klompen op het ijs komen (=zich onvoorzichtig ergens begeven waar men niet thuis hoort)

26 dialectgezegden bevatten `voorzichtig`

  1. 'k zal 't em wal in zijn sause duen (=Ik zal het hem wel heel voorzichtig laten weten) (Lokers)
  2. 'n dood peerd an 'n poal vaastbiend'n (=te voorzichtig leven) (Westerkwartiers)
  3. 't is net of 'er op eier lopt (=hij loopt zeer voorzichtig) (Westerkwartiers)
  4. beducht zien (=voorzichtig zijn) (Veurns)
  5. Beter bange Piet dan dôôie Piet (=Je kunt beter voorzichtig dan overmoedig zijn) (Zeeuws)
  6. da's inne dee oeëge vànachter op zénne kop ei (S*) (=een voorzichtig iemand) (Sintrùins)
  7. dae kaltj zoeë fien wie póppestróntj (=overdreven voorzichtig praten om (vooral) niets verkeerds te zeggen) (Heitsers)
  8. dae lüp op eer (=die is heel voorzichtig) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. dae zoo nen dojën hond nog ne maulband aoëndoen (=hij is uiterst voorzichtig) (Munsterbilzen - Minsters)
  10. den tren es doare, pastop (=de trein is er, voorzichtig) (Evergems)
  11. die kirrel is een met ' n gebruuksaanwiezing (=die man moet je voorzichtig benaderen) (Westerkwartiers)
  12. je woarn (=voorzichtig zijn) (Nunspeets)
  13. mejda (=wees voorzichtig (let op)) (Kaprijks)
  14. Nait bie daip kommen (=Wees voorzichtig) (Gronings)
  15. ne slaog um den erm haage (=voorzichtig afwachten) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. op a banne letten (=voorzichtig zijn) (Meers)
  17. op auere luëpen (=heel voorzichtig stappen) (Meers)
  18. Op de korf sjtoote. (=voorzichtig achter de waarheid willen komen.) (Roermonds)
  19. op eer loppe (=zeer voorzichtig handelen) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. opte tippe van zen teine loppe (=voorzichtig en waakzaam blijven) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. ouijre: Op ouijre loeëpen (=Heel voorzichtig stappen) (Lebbeeks)
  22. pak an, 't is dien moeke niet (=niet zo voorzichtig doen) (Westerkwartiers)
  23. slum hinne legke eur ei-jer in de neetele (=wees voorzichtig en geef je niet helemaal bloot) (Weerts)
  24. zën fikke verbranne aoën kaad watter (=erg voorzichtig met iets omgaan) (Munsterbilzen - Minsters)
  25. zëne keis nie loëte pakke (=van zich afbijten, voorzichtig zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. ziech tich mér goed, dan bèste gekloet....onthaag dat mér goed ! (=wees voorzichtig met te goed te zijn voor iedereen) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen