1454 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `een`
- een bril op de neus krijgen (=moeten gehoorzamen aan iemand)
- een brok in de keel krijgen (=emotioneel aangedaan zijn)
- een broodje aap (=een verzonnen verhaal dat als waarheid wordt verspreid.)
- een brutaal mens heeft de halve wereld (=iemand die wat durft te zeggen krijgt het meestal wel voor elkaar)
- een daad stellen. (=concrete aktie ondernemen)
- een dag is nooit zo nat of de zon schijnt altijd wat (=ook bij nare situaties zijn er lichtpuntjes)
- een dag voor de prins. (=een verloren dag.)
- een dak boven zijn hoofd hebben (=woonruimte hebben, onderdak hebben)
- een deksel op de kop hebben (=de verantwoordelijkheid voor iets nemen)
- een dijk van een baan (=een geweldige baan)
- een dikke huid hebben (=veel kunnen verdragen)
- een dood kind met een lam handje (=iets dat totaal waardeloos is)
- een dood paard aan een boom binden (=overdreven voorzichtig zijn)
- een doodgeboren kindje (=waardeloos, zonder toekomst)
- een doodshemd heeft geen zakken. (=je hebt niets aan je geld als je dood bent)
- een dooie boel. (=een saaie bedoening)
- een doorn in het oog zijn (=ergens aan ergeren)
- een doos van Pandora zijn (=een bron van problemen, ellende, ziekte en misère zijn)
- een draai aan het verhaal geven (=een hele eigen versie van wat er gebeurd is vertellen)
- een draai aan iets geven (=de waarheid verdraaien)
- een droge maart en een natte april is de boeren naar hun wil (=weerspreuk)
- een dronkemansgebed doen (=het geld natellen (als het zo goed als op is))
- een dronken vrouw is een engel in bed (=drank draagt bij aan het beëindigen van de tegenstand)
- een druppel op een gloeiende plaat (=een zeer kleine bijdrage aan iets groters)
- een duit in het zakje doen (=een kleine bijdrage leveren. (Historisch: de kleinst mogelijke gave in het collectezakje van de kerk).)
- een echte Hannes (=een onhandig persoon)
- een echte huismus (=iemand die het thuis naar zijn zin heeft, geen uitgaanstype)
- een eed met boter bezegeld. (=een belofte zonder echte intentie om de belofte na te komen)
- een Egyptische duisternis (=een inktzwarte duisternis)
- een ei in het nest laten (=iets op voorraad hebben)
- een ei is geen ei twee ei is een half ei drie ei is een paasei (=één is niet genoeg, twee is beter, drie is goed)
- een ei op hebben (=niets durven te zeggen)
- een eitje (=heel gemakkelijk)
- een eitje met iemand te pellen hebben (=hetzelfde als: een appeltje met iemand te schillen hebben. Nog iets met iemand moeten oplossen.)
- een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen (=men maakt geen twee keer dezelfde fout)
- een fijne neus hebben (=gemakkelijk iets ontdekken, snel iets aanvoelen)
- een flater slaan (=een nogal domme fout maken)
- een fles de nek breken (=uitdrinken)
- een fluitje van een cent (=een eenvoudige taak)
- een fluwelen tong hebben (=met gladde woorden mensen kunnen overtuigen)
- een Frans compliment. (=een compliment wat niet zo oprecht of positief is als het aanvankelijk leek)
- een frisse neus halen (=naar buiten gaan)
- een garnaal heeft ook een hoofd (=schertsend gezegd van een kind dat koppig aan zijn mening vasthoudt)
- een gat in de dag slapen (=lang doorslapen)
- een gat in de lucht slaan (=een onnozele handeling doen)
- een gat in de lucht springen (=ongeremd enthousiast zijn)
- een gat in het dak krijgen (=niet erg slim zijn)
- een gat in zijn hand hebben (=geld te gemakkelijk uitgeven)
- een geeltje van de plank nemen (=een oude preek herhalen)
- een gegeven paard mag men niet in de bek kijken. (=als men een geschenk krijgt, dan moet men niet zoeken of er hier of daar wat aan mankeert.)
1202 betekenissen bevatten `een`
- op je Pegasus stijgen (=een gedicht schrijven)
- een beerput opentrekken (=een geheim onthullen of schandalen blootleggen.)
- twee zotten onder één kaproen (=een gek is zelden alleen)
- een klein lek doet een groot schip zinken (=een geringe onachtzaamheid kan tot grote schade leiden)
- de bout op de kop krijgen. (=een geschil verliezen)
- je mag wel ergens anders honger krijgen, als je thuis maar komt eten. (=een getrouwde man mag wel met knappe meisjes flirten, daar moet het bij blijven.)
- een wolf in de schaapskooi. (=een gevaarlijk iemand die zich als onschuldig voordoet)
- een wolf in schaapskleren (=een gevaarlijk iemand die zich als onschuldig voordoet)
- vechten tegen de bierkaai (=een gevecht aangaan dat al bij voorbaat verloren is)
- een dijk van een baan (=een geweldige baan)
- samen onder een deken liggen (=een gezamenlijk standpunt innemen)
- een krent (=een gierig persoon)
- een glazen boterham. (=een glas jenever of bier)
- de eerste klap is een daalder waard (=een goed begin is het halve werk)
- een goed begin is het halve werk (=een goed begin vergroot de kans op een goede afwerking)
- je hemel op aarde verdienen (=een goed en eerlijk leven leiden)
- het juiste midden vinden (=een goed evenwicht vinden tussen twee tegengestelde aanpakken. Bijvoorbeeld, als het er om gaat hoeveel bevoegdheden de politie moet hebben om de rechtsstaat te handhaven)
- op stoom komen (=een goed tempo bereiken)
- een handwerk heeft een gouden bodem (=een goed vakman verdient altijd zijn brood)
- een goede buur is beter dan een verre vriend (=een goede buur kan je beter helpen dan een verre vriend)
- een wit voetje halen (=een goede indruk maken bij de leider(s))
- hoge ogen gooien (=een goede kans maken op iets)
- een goede haan kraait nog wel eens weer. (=een goede leider waarschuwt meer dan eens)
- een goede naam is beter dan olie (=een goede naam (reputatie) is beter dan veel geld (olie) bezitten)
- goed te boek staan (=een goede reputatie hebben)
- goede naam is beter dan goede olie (=een goede reputatie is beter dan veel geld)
- in een goed blaadje proberen te komen (=een goede reputatie proberen te verkrijgen)
- een koopman een loopman. (=een goede verkoper gaat bij zijn klanten langs)
- een beer op sokken (=een goedzak)
- iemand een poets bakken (=een grap met iemand uithalen)
- het gemeste kalf slachten (=een groot feest opzetten / het beste en lekkerste eten op tafel zetten)
- je in het hol van de leeuw wagen (=een groot risico nemen , rechtstreeks bij de vijand te rade gaan)
- alles op één kaart zetten (=een groot risico nemen door op slechts één kans te gokken)
- een nagel aan iemands doodkist (=een groot verdriet of iemand die een groot verdriet veroorzaakt)
- een slok op een borrel schelen (=een groot verschil maken)
- het zeil (hoog) in de top halen (=een grootse vertoning weggeven)
- een bok schieten (=een grote fout begaan of zich lelijk vergissen)
- op je bek gaan (=een grote fout maken; afgaan)
- stukken maken (=een grote indruk maken , veel kapot maken)
- aan zijn eerste leugen niet gebarsten en voor zijn tweede niet opgehangen zijn (=een grote leugenaar zijn)
- een boom van een kerel (=een grote man)
- een bek als een hooischuur hebben (=een grote mond hebben)
- je sluis openzetten (=een grote mond zetten)
- een mond als een hooischuur (=een grote of erg brutale mond)
- mijl op zeven zijn (=een grote omweg zijn)
- een pak van het hart (=een grote opluchting)
- een uil vangen (=een grote strop hebben)
- een rib(be) uit iemands lijf (=een grote uitgave)
- een hele jan zijn (=een grote vent zijn)
- grote parade en klein garnizoen (=een grote vertoning maar niet veel zaaks)
50 dialectgezegden bevatten `een`
- 't es 'n affront (wèrd)! (=hij / zij verdient een belediging!) (Waregems)
- 't es 'n bloaze (=het is een leeghoofd) (Waregems)
- 'T es 'n gezond' affeire (=Het is een goede zaak) (Harelbeeks)
- 'T es 'n roar' affeire (=Het is een geheimzinnige zaak) (Harelbeeks)
- 't es 'n ure goans (=het is een uur stappen) (Waregems)
- 't es alom (=dat is een omweg) (Meers)
- 't Ès den aaë gekots ên gesjiëte (=een aartje naar zijn vaartje) (Bilzers)
- 'T es een biëlle tussen die twië (=De verloving is afgesprongen (gedaan) ) (Harelbeeks)
- 't es een erm skeupsel (='t is een arme sukkelaar) (Walshoutems)
- 't es een scheet in een fles (=het is de moeite niet) (Moes)
- 't es en remedie tegen de liefde (=een lelijke vrouw) (Gents)
- 't ès ene vêr te sjoerê (=er komt nu een tango) (Munsterbilzen - Minsters)
- 't es gelijk e perdemuijle (=iemand met een lelijk uiterlijk) (Oudenhoofs)
- 'T es ier ne veull'n boel (=Het is hier een rommel van jewelste) (Harelbeeks)
- 't es ier precies een duivepiere (=er is hier veel beweging (van personen) ) (Wetters)
- 't ès jinne voer ip de kriekelaere te zetn (=Dat is een zeer lelijke vrouw) (Lauws)
- 't es lyk 'n Engels hoantje (=een hitsig, opvliegend iemand) (Harelbeeks)
- 'T es lyk den deuvle en zyn moere (=Het is een prachtig koppel) (Harelbeeks)
- 't es mae misvall'n (=ik heb een indigestie) (Wichels)
- 't es mej moar ne schui'n (=Wat een vreemde man.) (Lochristis)
- 't es ne azèèn pisser (=hij is een zuurpruim) (Hals)
- 't es ne keemol mee zeve bulte (=een grove fout maken) (Gents)
- 't es ne zeemelirre (=hij is een onrustig persoon) (Gents)
- 't es nog ieën'n van zin ieëste brouwk (=Hij is nog maar een beginneling) (Waregems)
- 't es stillekes wur dat nuët ni woeëtj (=er valt overal wel eens een woordje) (Meers)
- 't es twoolfnolf (=het is half één (12.30 u.) ) (Waregems)
- 't es van keskeschiet (=Dit is een prul) (Schunnebroecks)
- 't Flurresein kreigen (=een longontsteking krijgen) (Bevers)
- 't gaapt geliek é oven (=het gaapt gelijk een oven) (West-Vlaams)
- 't Geheim van e good huwelik is e kort memoriej. (=Het geheim van een goed huwelijk is een kort geheugen.) (Kinroois)
- 't gieët d'r lachendjes in en keumtj d'r huulendjes oet (=geboorte van een kind) (Weerts)
- 't go dor nie goe (=’t gaut dau nie goed (er is daar ruzie, bijvoorbeeld in een gezin, een bedrijf) (Meers)
- 't go wel e schele rechte kieken (=geraakt wel aan een vrouw) (Veurns)
- 't goa kattejongn spoy'n, 't goa vloag'n (=we gaan een regenvlaag krijgen) (Waregems)
- 't Goa ree'nen, de verkens luup'n mee struut in uir muile (=Wanneer iemand een sigaar of sigaret rookt) (Lierdens)
- 't heur'n en 't zien vergijt je hier (=wat een kabaal hier zeg!!) (Westerkwartiers)
- 't Hieëlke is gehânge en 't bédje is geschötj (=met een weduwnaar trouwen) (Weerts)
- 't is ' nen annewuiten (=het is een dommerik, dwaze snul) (Sint-Niklaas)
- 't is 'em gebraukt en gespoogn (=Het is een kopie van hem) (Maldegems)
- 't is 'n echte vuurvreder (=hij is een echte doorbijter) (Westerkwartiers)
- 't is 'n gladde taande (=ze is een kiene vrouw) (Westerkwartiers)
- 't is 'n huusholling van Jan Steen (='t is daar een ongeregelde bende) (Westerkwartiers)
- 't is 'n tang van 'n wief (=dat is een boosaardige vrouw) (Westerkwartiers)
- 't is 'n verwonn'n popke (='t is een verwend iemand) (Westerkwartiers)
- 't is 'n zunege miegerd (=het is een gierigaard) (Westerkwartiers)
- 't is 'nen hillen treej (=het is een heel eind lopen) (Luyksgestels)
- 't is 't er één van d'een nieuwmarkt (=het is een handelaar) (Roeselaars)
- 't is 't wuuf die 't uus rechtoedt (=een goede vrouw is goud waard) (Veurns)
- 't is aalmoal een pot nat (='t komt allemaal op hetzelfde neer) (Westerkwartiers)
- 't is alt deur iet da ne puit geen hoar eet (=Het komt altijd wel door het een of ander) (Bevers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen