162 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ef`
- wie nood heeft moet pompen. (=je moet zelf initiatief nemen om je problemen op te lossen)
- wie vis heeft, moet ook de graat hebben (=je moet ook de nadelen accepteren (geen rozen zonder doornen))
- wie wat bewaart, die heeft wat (=het bewaren van zaken kan op lange termijn voordelig blijken te zijn)
- wie zijn pap gemorst heeft kan niet alles weer oprapen (=schade kan nooit geheel worden goedgemaakt)
- willen vliegen eer men vleugels heeft (=iets willen doen nog voor men het geleerd heeft)
- willen weten welk vlees men in de kuip heeft (=eerst willen weten hoe iemand is)
- zijn pruik staat scheef (=hij is slecht gehumeurd)
- zitten alsof men een luis in zijn oor heeft (=alsof hij door zijn geweten beschuldigd wordt)
- zo dicht als een zeef. (=spottend gezegd van iets met veel zwakke plekken)
- zo lek als een zeef zijn (=heel erg lek zijn)
- zo rood als een kreeft (=een rode kleur hebben. (kreeft wordt knalrood tijdens het koken))
- zo scheef als een krab (=erg scheef)
290 betekenissen bevatten `ef`
- een kind van zijn tijd (=iemand die leeft volgens de in zijn tijd heersende opvattingen)
- een kale kip kan nog leggen (=iemand die niets heeft, kan nog voor je werken)
- gekke Henkie (=iemand die niets in de gaten heeft (bv. `Je denkt toch niet dat ik gekke Henkie ben ?`))
- een zondagskind (=iemand die steeds geluk heeft)
- een pechvogel (=iemand die steeds tegenslag heeft)
- wie het breed heeft laat het breed hangen (=iemand die veel geld heeft kan veel geld uitgeven)
- iemand wel achter het behang kunnen plakken (=iemand heel vervelend vinden, waardoor je het liefst even helemaal niets meer met hem of haar te maken zou willen hebben)
- iemand de ogen uitsteken (=iemand jaloers maken door de aandacht te vestigen op iets wat men heeft, en wat de ander ontbreekt)
- iemand een veer op de hoed steken (=iemand vertellen dat die z`n werk goed gedaan heeft)
- iemand de oren wassen (=iemand zeggen wat die fout gedaan heeft)
- de das omdoen (=iets dat problemen geeft)
- op rotsen ploegen (=iets doen wat tevergeefse moeite is)
- met de haren erbij slepen (=iets erbij halen dat er niets mee te maken heeft)
- je met de borst op iets toeleggen (=iets erg vlijtig beoefenen)
- een koekje van eigen deeg (=iets geven (of krijgen) wat oorspronkelijk bedacht is door degene die het krijgt (of geeft))
- er de boot mee ingaan (=iets hebben ondernomen, dat tot een totale mislukking heeft geleid)
- veel stof doen opwaaien (=iets heeft grote invloed op wat er leeft bij mensen)
- als een tang op een varken slaan (=iets heeft totaal niets met een besproken onderwerp te maken)
- haken en ogen geven (=iets heeft veel moeilijkheden)
- een gevoelige snaar raken (=iets ligt erg gevoelig bij iemand, belangstelling hebben voor een bepaald onderwerp en iemand die dan aandacht heeft ervoor)
- de vlag dekt de lading niet (=iets onder een goede naam verkopen zonder dat het ook die kwaliteit heeft)
- een snoek op zolder zoeken (=iets onmogelijks zoeken, vergeefse moeite doen)
- iets een vernisje geven (=iets opkalefateren)
- goede wijn behoeft geen krans (=iets wat goed is hoeft niet geprezen worden)
- willen vliegen eer men vleugels heeft (=iets willen doen nog voor men het geleerd heeft)
- op eigen houtje doen (=iets zelfstandig (eventueel op eigen initiatief) ondernemen)
- als ik ze niet hoef te hoeden laat ik de ganzen ganzen zijn (=ik bemoei me niet met andermans zaken als het niet hoeft)
- doe wel naar mijn woorden, maar ziet niet naar mijn daden (=ik geef raad waar je je het beste aan kan houden, maar ik doe het zelf niet)
- je mag wel alles eten, maar niet alles weten. (=ik hoef je niet alles te vertellen.)
- op poten staan (=in een brief nergens omheen praten)
- hoge bomen/masten vangen veel wind (=in een hoge positie heeft men ook veel verantwoordelijkheid)
- kunnen zakken en verkopen (=in handigheid ver overtreffen)
- vuil water blust ook vuur. (=in moeilijke situaties moet je creatief en niet te kieskeurig zijn)
- je voor de kop schieten (=inzien dat men een grote stommiteit gedaan heeft - zelfmoord plegen)
- je met hand en tand verzetten (=je heftig verzetten en er alles aan doen om het niet te laten doorgaan)
- wie bang leeft, gaat ook bang dood (=je gaat zoals je geleefd hebt)
- geen schoner gewaad als een zedig gelaat. (=je kan aan iemands` gezicht zien of hij een goed karakter heeft)
- het gelaat is de spiegel der ziel. (=je kan aan iemands` gezicht zien of hij een goed karakter heeft)
- leringen wekken maar voorbeelden trekken (=je kan mensen iets willen leren , maar geef vooral het goede voorbeeld)
- een vogel zingt zowel van armoe als van weelde. (=je kan positief zijn onder alle omstandigheden)
- geef een man een vis dan heeft hij die dag te eten (=je kunt iemand beter leren vissen dan heeft hij z`n leven lang vis te eten)
- een schop van een ezel kunnen verdragen (=je moet het aankunnen dat iemand zonder verstand van zaken kritiek geeft)
- de huid van de beer niet verkopen voor hij geschoten is (=je moet niet al willen genieten van wat men nog niet verworven heeft)
- roei met de riemen die je hebt (=je moet werken met de middelen die men heeft)
- wie nood heeft moet pompen. (=je moet zelf initiatief nemen om je problemen op te lossen)
- een goed hart is goud waard (=je treft niet snel meer mensen met een goed karakter)
- job krijgt op zijn kop (=kaartspel: als klaveren heer wordt afgetroefd)
- een speld heeft ook een kop. (=kinderen doen het liefst wat ze zelf willen)
- van een mooie / knappe tafel kun je niet eten. / Van een mooi bord kun je niet eten. (=knap van uiterlijk heeft ook wel eens nadelen.)
- je wel voor de kop kunnen slaan (=kwaad zijn op jezelf over het feit dat men ergens niet aan gedacht heeft)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen