765 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `is`
- dat is Beulemans Frans (=dat is slecht Frans spreken. In België zeggen de Vlamingen dat over Waals. Walloniërs op hun beurt vinden Vlaams weer slecht Nederlands)
- dat is de aap gevlooid (=dat is onbegonnen werk.)
- dat is de druppel die de emmer doet overlopen (=dat is maar een kleine ergernis, maar samen met wat er al gebeurd is, wordt het niet meer geaccepteerd)
- dat is de goden verzoeken (=te grote risico`s nemen)
- dat is de hamvraag (=de vraag waar het om gaat)
- dat is een aalshuid (=dat is van weinig waarde)
- dat is een alikruik van een vent. (=dat is een kleine dikke man.)
- dat is een bal voor open doel (=dat is een opmerking waar een zeer voor de hand liggend weerwoord op gegeven kan worden)
- dat is een brug te ver (=dat is te hoog gegrepen)
- dat is een echte haai (=assertief en bijdehand mens)
- dat is een eitje (=het is heel eenvoudig)
- dat is een haspel in een fles (=dat is een raadsel)
- dat is een klontje boter uit zijn pap (=dat kost een flink deel van zijn fortuin)
- dat is een kwal (=een uiterst vervelend persoon)
- dat is een paal onder water (=dat brengt meer nadeel dan voordeel)
- dat is een paard van een daalder. (=dat is een trots mens)
- dat is een rijkeluiswens (=iets waar heel erg naar wordt verlangd)
- dat is een stuk! (=dat is een aantrekkelijk persoon)
- dat is een ver-van-mijn-bedshow (=dat is iets waar ik me helemaal niet mee bezighoud; dat is iets dat op grote afstand van hier gebeurt)
- dat is een waarheid als een koe (=dat is overduidelijk waar)
- dat is er een uit de arke noachs (=dat is er een uit een groot gezin)
- dat is geen geld (=dat is erg goedkoop als je ziet wat je ervoor krijgt)
- dat is geen punt. / Daar maken we geen punt van (=dat is geen probleem. / Dat is helemaal geen argument)
- dat is het begin van het einde (=dat is het begin van iets dat uiteindelijk verkeerd zal aflopen)
- dat is het geheim van de mis (=zo zit de zaak in elkaar.)
- dat is het geheim van de smid. (=dat specifieke kennis die alleen vakmensen kennen)
- dat is het hele eieren eten (=zo zit de zaak in elkaar.)
- dat is huilen met de pet op (=bedroevend resultaat)
- dat is iemand met een gebruiksaanwijzing (=dat is iemand waarvan je weet hoe je met diegene om moet gaan)
- dat is kaviaar voor hen (=dat is onbereikbaar voor hen)
- dat is koren op zijn molen (=hij zal dat meteen gebruiken als argument voor wat hij toch al wilde)
- dat is lariekoek (=dat heeft iemand verzonnen)
- dat is Latijn voor mij (=dat begrijp ik niet)
- dat is makkelijker gezegd dan gedaan (=het valt in de praktijk nog niet mee)
- dat is mij tegen de boeg. (=dat is tegen mijn zin)
- dat is naatje/pet (=dat is waardeloos)
- dat is nog geen haaienvin waard (=waardeloos)
- dat is nog van voor de zondvloed (=dat is al heel oud)
- dat is ook geen heksen (=dat is wel heel gemakkelijk)
- dat is opgelegd pandoer (=een duidelijke van te voren afgesproken zaak)
- dat is schering en inslag (=dat komt bijzonder vaak voor [onderdelen van een weefgetouw])
- dat is van de baan (=dat gaat niet door)
- dat is van de Chinese kerk. (=dat is een gerucht.)
- dat is vers twee. (=dat is voor later)
- dat is zo breed als het lang is (=dat verandert niets aan de zaak)
- dat is zo vast als een huis (=dat is zeker)
- dat muisje heeft een staartje. (=er zullen nog problemen komen)
- dat past als een vuist in een oog (=dat past helemaal niet)
- dat vlas is niet te spinnen (=daar is niets mee te beginnen)
- de aanval is de beste verdediging (=je kunt in een strijd of ruzie beter zelf actie ondernemen dan afwachten)
951 betekenissen bevatten `is`
- dat mag met een krijtje aan de balk (=dat is een ongewone gebeurtenis)
- dat is een bal voor open doel (=dat is een opmerking waar een zeer voor de hand liggend weerwoord op gegeven kan worden)
- na mij de zondvloed (=dat is een probleem dat zich pas voordoet als ik er niet meer ben - het zal mijn tijd wel duren)
- dat is een haspel in een fles (=dat is een raadsel)
- dat is een paard van een daalder. (=dat is een trots mens)
- dat is er een uit de arke noachs (=dat is er een uit een groot gezin)
- dat ruikt naar peper (=dat is erg duur)
- dat is geen geld (=dat is erg goedkoop als je ziet wat je ervoor krijgt)
- dat moet je niet uitpoetsen/uitvlakken (=dat is ernstiger dan het lijkt)
- dat zet geen zoden aan de dijk (=dat is geen bijdrage van serieuze betekenis)
- dat is geen punt. / Daar maken we geen punt van (=dat is geen probleem. / Dat is helemaal geen argument)
- lach als je begraven wordt (=dat is geen reden om te lachen)
- dat raakt kant noch wal (=dat is geen zinnig argument)
- die perzik smaakt naar meer (=dat is gunstig - nog van dat!)
- dat is andere koek (=dat is heel iets anders)
- dat gaat je niet in de kouwe/koude kleren zitten (=dat is heel ingrijpend. Daar ben je niet snel overheen (bijvoorbeeld een traumatische ervaring))
- dat zijn de Alfa en de Omega. (=dat is het begin en het einde.)
- dat is het begin van het einde (=dat is het begin van iets dat uiteindelijk verkeerd zal aflopen)
- dat gaapt zo wijd als een oven (=dat is hoogst onwaarschijnlijk)
- dat is iemand met een gebruiksaanwijzing (=dat is iemand waarvan je weet hoe je met diegene om moet gaan)
- dat is een ver-van-mijn-bedshow (=dat is iets waar ik me helemaal niet mee bezighoud; dat is iets dat op grote afstand van hier gebeurt)
- dat is de druppel die de emmer doet overlopen (=dat is maar een kleine ergernis, maar samen met wat er al gebeurd is, wordt het niet meer geaccepteerd)
- dat was op het nippertje (=dat is maar net gelukt)
- dat raak je aan de straatstenen niet kwijt (=dat is niet te verkopen)
- daar is geen oogje vet meer op (=dat is niet veel meer waard)
- dat is de aap gevlooid (=dat is onbegonnen werk.)
- dat is kaviaar voor hen (=dat is onbereikbaar voor hen)
- dat gaapt als een oven (=dat is onwaarschijnlijk)
- dat hangt als een schijthuis boven de gracht (=dat is overduidelijk)
- dat is een waarheid als een koe (=dat is overduidelijk waar)
- dat spreekt boekdelen (=dat is overduidelijk, bijv. `zijn gezicht spreekt boekdelen`)
- dat kan hij in zijn zak steken (=dat is raak - die zit!)
- die zit (=dat is raak!)
- dat is Beulemans Frans (=dat is slecht Frans spreken. In België zeggen de Vlamingen dat over Waals. Walloniërs op hun beurt vinden Vlaams weer slecht Nederlands)
- dat is een brug te ver (=dat is te hoog gegrepen)
- dat is mij tegen de boeg. (=dat is tegen mijn zin)
- dat is een aalshuid (=dat is van weinig waarde)
- als een vlag op een modderschuit (=dat is veel te mooi voor die situatie)
- dat is alleen voor pater en mater en niet voor het hele convent (=dat is voor jou te hoog gegrepen)
- dat is vers twee. (=dat is voor later)
- dat is naatje/pet (=dat is waardeloos)
- dat is andere peper (=dat is wat anders, dat is moeilijker)
- dat is andere tabak (=dat is wat anders, dat is moeilijker)
- dat is andere tabak dan kanaster (=dat is wat anders!)
- dat kan ik wel in mijn holle kies stoppen (=dat is wel een heel klein beetje)
- dat is ook geen heksen (=dat is wel heel gemakkelijk)
- dat is zo vast als een huis (=dat is zeker)
- dat maakt van Jezus nog een ketter (=dat is zelfs bij de meest integer mens een schanddaad)
- iets op je lever hebben (=dat je nog iets wilt uiten, dat er iets is dat je heel erg dwars zit en dat gezegd moet worden)
- op dat mes kun je naar Keulen rijden (=dat mes is erg bot)
50 dialectgezegden bevatten `is`
- 't buosverveur is kloe, ete (=Het openbaar vervoer is niet zo geweldig.) (Nuths)
- 't caffei is nen aaizerenwinkel veur maai (=Ik kom nooit op café) (Antwerps)
- 't e (s) fris an de vis, 't e killig (=het is frisjes buiten) (Waregems)
- 't e doa ol krotte en koempanie (=het is daar heel armoedig) (Wevelgems)
- 't e fooëdr' of da 'k peidege (=het is verder dan ik dacht) (Waregems)
- 't è friée! (='t is erg.) (Zwevegems)
- 't ê fris an de vis en koel an de spoel (=Het is fris vandaag) (Kortrijks)
- 't è gank (=Het is zo ver!) (Kortrijks)
- 't e gjèn keure (=ach zo, dat is de reden of oorzaak) (Wevelgems)
- 't ê ier een duvvekot (=Het is hier de zoete inval) (Kortrijks)
- 't è na de kleudn (=Het is om zeep) (Deinzes)
- 't e na de wuppe (=het is om zeep, naar de knoppen) (Wevelgems)
- 't E ne kui (=Het is mij een zootje) (Avelgems)
- 't è nie moollek (=Dat heb je meteen in de gaten / Dat is makkelijk) (Gents)
- 't e rap upusseerd (=het is snel voorbij) (Waregems)
- 't é'n reut'eut 't eus en ae 't rehent, 't rehent bin'n (=Er is een ruit uit het huis en als 't regent regent het daar binnen) (Zwevegems)
- 't e(s) roar om zeggn (=het is delicaat om het te benoemen) (Waregems)
- 't ee geen avanse (='t is de moeite niet) (Deinzes)
- 't ee oltijd azooë eweest (=het is altijd zo geweest) (Waregems)
- 't éé plezier is 't ander wjeird (=altijd bereid zijn tot een wederdienst) (Sint-Niklaas)
- 't ee voedn gekreeën (=het is spoorloos verdwenen) (Kaprijks)
- 't eeëste gewin is kattegespin (=Het eerste gewin is makkelijk verdiend) (Veurns)
- 't Ees van mien broek (='t is niet naar mijn zin) (Ronsisch)
- 't eetn vol frieë in de smoake, 'k soe mij ov'reetn moar 'k maage nie, 'k zoe d'r min lipp'n an oflekk'n (=het eten is zeer lekker) (Waregems)
- 'T en eet 'r ginne lap an (=Het is niet te vergelijk) (Harelbeeks)
- 't en is gin trop of d'r zit e buk in: in elk gezelschap, in elke familie is er altijd wel één iemand die niet deugt (=er is geen troep of er zit een bok in) (Klemskerks)
- 't enne is ien zicht (=het einde is in zicht) (Westerkwartiers)
- 't er ès pressee bij (='t is dringend) (Zottegems)
- 'T es 'n biëlle tussen die twië (=De verloving is afgsprongen) (Harelbeeks)
- 't es 'n bloaze (=het is een leeghoofd) (Waregems)
- 'T es 'n gezond' affeire (=Het is een goede zaak) (Harelbeeks)
- 'T es 'n iëwig dingne (=Het is ellendig) (Harelbeeks)
- 'T es 'n roar' affeire (=Het is een geheimzinnige zaak) (Harelbeeks)
- 't es 'n ure goans (=het is een uur stappen) (Waregems)
- 't es 't ophave wet ('t (het kind) is het ophouden waard) (=proficiat bij geboorte) (Leefdaals)
- 't es (ooëtj 't) zoogemeel (=het is geen echt goud) (Ninoofs)
- 't es af (=de verkering is verbroken) (Meers)
- 't es allemoeël geë hoeërsnaaje (='t is niet gemakkelijk) (Bilzers)
- 't es alom (=dat is een omweg) (Meers)
- 't es an 't friezn, reeënen, snieën... (=het is nu aan het vriezen, regenen, sneeuwen...) (Waregems)
- 't es an 't zjèver'n (=het is aan het motregenen) (Wevelgems)
- 't es au geroan (=het is je geraden) (Wichels)
- 't es aulzèlèven azuë geweest (='t is altijd zo geweest) (Meers)
- 't Ès autgesnië z'ne paa!
't Es gekots en geschieëte ze vojer (=Het is precies zijn vader) (Bilzers)
- 't es avaer gelèek (=het is ongeveer hetzelfde) (Wichels)
- 't es beter van de keirk as van de kapelle (=het is beter dat de rijke de rekening betaalt) (Meers)
- 'T es blang vul (=Het is boorde vol) (Harelbeeks)
- 'T es crymieniël (=Hij is zeer zat) (Harelbeeks)
- 't ès daudzin (=het is doodzonde) (Bilzers)
- 't es de steukke vanien (=Het is helemaal kapot) (Walshoutems)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen