78 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `oord`
- je woord gestand doen (=doen wat iemand beloofd heeft)
- je woorden inslikken (=niet uitspreken)
- je woorden kauwen (=eerst nadenken en dan pas spreken)
- je woorden op een goudschaaltje wegen (=uiterst weloverwogen spreken)
- je woorden worden weer thuisgebracht. (=als je iets negatiefs zegt kan dat leiden tot negatieve gevolgen voor jezelf)
- kantje boord (=op het nippertje)
- kreupel wil altijd voordansen (=de zwaksten willen het hoge woord hebben)
- met de noorderzon vertrekken (=onaangekondigd vertrekken en niets meer van zich laten horen)
- met iemands woorden naar de markt gaan (=overal rondvertellen wat men elders horen zeggen heeft)
- moord en brand schreeuwen (=uiterst verontwaardigd zijn)
- naar zijn woorden zoeken (=niet goed meer weten wat te zeggen)
- neem je hoed niet af voordat je gegroet wordt (=men moet een ander nooit in de rede vallen)
- niet in de wieg gesmoord (=niet van bij de opkomst vernietigd - al oud)
- op het slappe koord dansen (=zijn kunsten vertonen - ook :risico`s nemen)
- overboord werpen (=niet langer gebruiken, ervan afzien)
- roep geen mosselen voordat ze aan de wal zijn (=verkoop de huid niet voordat de beer geschoten is)
- te woord staan (=luisteren naar en bereid zijn te spreken met)
- uit wiens hand men eet wiens woord men spreekt (=diegene bij wie we ons geld verdienen geven we meestal gelijk)
- van stuurboord naar bakboord zenden (=van het kastje naar de muur sturen)
- van zijn hart geen moordkuil maken (=zijn gevoelens niet opkroppen / vrijuit zeggen wat je niet bevalt / eerlijk zeggen over hoe er over iets gedacht wordt)
- verkoop de huid niet voordat de beer geschoten is (=je moet niet geld uitgeven voordat je het hebt verdiend)
- voor geen geld of goede woorden (tot iets bereid zijn) (=niet bereid zijn tot iets, wat iemand ook ervoor biedt, en welke argumenten iemand ook naar voren brengt)
- vroeger, toen kraaiden de hanen nog. Tegenwoordig gapen ze alleen nog maar, zei de dove (=veranderingen in een situatie zijn vaak niet feitelijk, maar een subjectieve beleving)
- wiens brood men eet, diens woord men spreekt (=diegene bij wie we ons geld verdienen geven we meestal gelijk)
- woord houden (=doen wat iemand beloofd heeft)
- woorden hebben (=ruzie of enigheid hebben)
- woorden zijn dwergen, daden zijn bergen (=woorden doen weinig, daden maken het verschil)
- woorden zijn geen oorden (=met praten bereiken we niets)
162 betekenissen bevatten `oord`
- mooi weer spelen (=genieten (meestal van andermans goed) / mooier voordoen dan het is)
- gestolen goed gedijt niet (=gestolen zaken brengen nooit voordeel)
- een tong als een scheermes (=gezegd van iemand die venijnig uithaalt met woorden)
- het antwoord schuldig blijven (=het antwoord niet kunnen geven)
- wie wat bewaart, die heeft wat (=het bewaren van zaken kan op lange termijn voordelig blijken te zijn)
- hoog van de toren blazen (=het grote woord willen hebben / opscheppen)
- als je alles van tevoren weet, ga je liggen voor je valt (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
- als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
- de boventoon voeren (=het hoogste woord hebben)
- de eerste viool spelen (=het hoogste woord hebben en de baas spelen)
- het is niet om de knikkers maar om het recht van het spel (=het is niet voor persoonlijk voordeel, maar omwille van de rechtvaardigheid)
- het mes snijdt aan twee kanten (=het levert dubbel voordeel op (NL.) Er zijn niet alleen voordelen aan verbonden, je kan eender wat vanuit verschillende en zelfs tegengestelde standpunten bekijken (BE).)
- de teugels afwerpen. (=het loslaten van regels en verantwoordelijkheden)
- het vet is van de ketel. (=het meeste voordeel is al verdwenen.)
- de vruchten van iets plukken (=het voordeel van iets hebben)
- elk is een dief in zijn nering (=ieder zoekt zijn voordeel)
- men vindt geen molenaar of hij at gestolen koren. (=ieder zoekt zijn voordeel, ook al is het ten koste van anderen.)
- maak je bed zoals je wilt slapen (=iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden)
- iemand iets in de schoenen schuiven (=iemand aanwijzen als de schuldige of als de verantwoordelijke voor een mislukking)
- zo stom als een vis (=iemand die geen woord zegt)
- Jantje Contrarie (=iemand die nooit akkoord is)
- een held op sokken (=iemand die zich dapper voordoet, maar in werkelijkheid niets durft. Een bangerik)
- iemand een worst voorhouden (=iemand een voordeeltje in het vooruitzicht stellen, teneinde hem te bewegen ergens mee akkoord te gaan)
- iemand van repliek dienen (=iemand gevat antwoorden)
- iemand van katoen geven (=iemand met een pak slaag of woorden straffen)
- met een kluitje in het riet sturen (=iemand met veel woorden niet veel wijzer maken)
- aan de schors blijven hangen (=iemand of iets alleen op het uiterlijk beoordelen)
- iemand geloven bij ja en neen (=iemand op zijn woord geloven)
- iemand een kopje kleiner maken (=iemand vermoorden)
- er de vingers voor durven opsteken (=iets durven aanvaarden - zijn verantwoordelijkheid durven opnemen)
- gouden appels op zilveren schalen (=iets is erg prachtig/goed/verstandig (verwoord))
- met geen pen te beschrijven zijn (=iets niet met woorden kunnen zeggen)
- troeven achter de hand houden (=iets voordeligs achterhouden, informatie achterhouden)
- geen haar op mijn hoofd die er aan denkt (=ik wil hiermee niet akkoord gaan)
- aan het langste eind trekken (=in de voordeligste positie zijn)
- van het padje af zijn (=in de war zijn, malende / prettig gestoord zijn)
- hoge bomen/masten vangen veel wind (=in een hoge positie heeft men ook veel verantwoordelijkheid)
- in zijn vuistje lachen (=in jezelf ergens plezier hebben / Op ietwat stiekeme wijze ergens voordeel van hebben)
- in troebel water is het goed vissen (=in tijden van onlust of oorlog kan men gemakkelijk voordelen halen)
- je voor de kop schieten (=inzien dat men een grote stommiteit gedaan heeft - zelfmoord plegen)
- de grote jan uithangen (=je groot voordoen)
- hooi als de zon schijnt (=je moet de gelegenheid gebruiken als die zich voordoet)
- verkoop de huid niet voordat de beer geschoten is (=je moet niet geld uitgeven voordat je het hebt verdiend)
- je op de vlakte houden (=je niet te veel met de zaak bemoeien, geen duidelijk oordeel geven)
- grote pracht, weinig macht. (=je voordoen als een rijk man terwijl je arm bent)
- grote pronker, kale jonker. (=je voordoen als een rijk man terwijl je arm bent)
- de melk optrekken (=je woord terugnemen, je belofte niet helemaal vervullen)
- tel uit je winst (=kijken en doen waar je het meeste voordeel bij hebt, `zie je wel!`)
- de balans opmaken (=kijken hoe iets verlopen is; nagaan of je ergens voordeel of nadeel van hebt gehad)
- met de witte perdekies naar Velzeke rijden (=krankzinnig worden. In Velzeke bevindt zich een sanatorium; de `witte perdekies` (witte paardjes) verwijzen naar een ziekenwagen, waarmee de geestesgestoorde afgevoerd wordt. Uitdrukking uit het zuiden van Oost-Vlaanderen)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen