197 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `of`
- eruit zien of men een paal ingeslikt heeft (=er erg stijf, harkerig uitzien)
- ex officio (=ambtshalve) (Latijn)
- geen haar op mijn hoofd die er aan denkt (=ik wil hiermee niet akkoord gaan)
- geen haring zo mager of men braadt er vet uit. (=zelfs uit iets kleins of ogenschijnlijk onbelangrijks valt wel iets waardevols te halen.)
- geen heilige zo klein of hij wil zijn kaarsje hebben. (=mensen vertellen graag wat voor goeds ze hebben gedaan)
- geen koe zo zwart of er zit wel een vlekje aan. (=niemand is perfect.)
- geen mens zo gek of hij heeft een goeie trek. (=zelfs vreemde mensen hebben goede eigenschappen)
- geen pot zo scheef of er past een deksel op (=voor iedereen is wel een levenspartner te vinden)
- geen profeet is in zijn (eigen) land geëerd (=in tegenstelling tot vreemden, zijn mensen uit je woonplaats minder bereid te luisteren)
- geen zo kleine sant of hij wil zijn kaars hebben (=ook de mindere machten moet men gunstig stemmen)
- geen zuivere koffie (=er is iets niet in orde)
- gehuisd en gehoofd zijn (=gegoede burger zijn)
- geld over de balk gooien (of smijten) (=geld verspillen, zonder nadenken uitgeven)
- geloof nooit iemand die in de ene hand water en de andere hand vuur draagt (=wees niet lichtgelovig, niet iedereen is het vertrouwen waard)
- genoeg ligt op het kerkhof. (=sommige mensen hebben nooit genoeg)
- getroffen zijn door (=wat je bijzondere gevoelens geeft, geraakt zijn door)
- goed en bloed voor iets offeren (=ergens alles voor over hebben (goed=bezittingen, bloed=het leven))
- goedschiks of kwaadschiks (=met of tegen de zin)
- grijze haren zijn kerkhofsbloemen (=als je grijze haren krijgt, ben je niet zo ver van het kerkhof)
- haring of kuit ergens van willen hebben (=hij wil iets zeker weten of uitgezocht zien)
- het hoofd bieden (=weerstand bieden)
- het hoofd boven water houden (=financieel rondkomen, juist genoeg geld hebben om te kunnen leven)
- het hoofd breken over iets (=trachten een antwoord te vinden op een moeilijke vraag)
- het hoofd buigen (=opgeven - toegeven)
- het hoofd in de schoot leggen (=opgeven en er in berusten)
- het hoofd koel houden (=kalm blijven, zich niet door de spanning laten meeslepen)
- het hoofd kwijt (=niet meer weten wat te doen)
- het hoofd laten hangen (=treurig zijn - het opgeven)
- het hoofd loopt me om (=niet meer weten wat te doen (bv bij drukte))
- het hoofd opsteken (=zich weer doen opmerken)
- het hoofd stoten (=ergens onprettig tegen aan lopen)
- het hoofd verliezen (=niet meer weten wat te doen)
- het is een slechte bruiloft waar maar één bruid is. (=op bruiloften worden vaak nieuwe relaties gevormd)
- het is galgen of burgemeesteren. (=het is goed of fout, er is geen tussenweg)
- het is geen roofgoed (=het heeft veel geld (of moeite) gekost)
- het is hollen of stilstaan (=van het ene uiterste in het andere belanden)
- het is kruis of munt, zei de non en ze trouwde de bankier (=een keuze voor het materiële kan ten koste gaan van het spirituele)
- het is of de drommel er mee speelt. (=zo veel tegenslagen dat het absurd wordt)
- het kainsmerk aan zijn voorhoofd dragen (=het is op zijn gezicht te lezen dat hij een schurk is)
- het land van belofte (=de plaats waar het goed toeven is)
- het moet uit de lengte of uit de breedte komen (=het moet hoe dan ook uitgespaard worden)
- het op zijn pantoffels/sloffen afkunnen (=het gemakkelijk aankunnen)
- het vuur uit de sloffen lopen (=een uiterste inspanning leveren door hard te lopen)
- het wordt buigen of barsten (=het ergens op wagen)
- hij zal mijn koffer niet kruien (=hem zal ik mijn zaken niet toevertrouwen)
- hollen of stilstaan (=van het ene uiterste in het andere vallen)
- hoofd van jut (=het slachtoffer)
- horende doof zijn (=niet luisteren)
- huilen als een hofhond (=erbarmelijk tekeer gaan)
- iemand de hand boven het hoofd houden (=iemand in bescherming nemen)
471 betekenissen bevatten `of`
- niet door de beugel kunnen (=de norm overschrijden van wat aanvaardbaar of behoorlijk is)
- de grote vissen eten de kleine (=de ondergeschikten moeten doen wat de baas zegt / het slachtoffer worden van overmacht.)
- als een spin in het web (=de persoon of organisatie waar alles om draait)
- roet in het eten gooien (=de pret bederven of een plan laten mislukken)
- de poppen aan het dansen (=de ruzie of problemen kunnen beginnen)
- andermans boeken zijn duister te lezen (=de toestand of bedoelingen van een ander zijn moeilijk in te schatten)
- mindere goden (=de wat minder sterke of slimme)
- de molen is/loopt door de vang (=de zaak of persoon is in de war (gek))
- je schaapjes op het droge hebben (=de zaken op orde hebben of voldoende hebben om niet meer te hoeven werken)
- de waarheid in pacht hebben (=denken de enige te zijn die de waarheid kent of vertelt)
- van hetzelfde laken een pak (=dezelfde soort aanpak of respons)
- uit hetzelfde vaatje tappen (=dezelfde standpunten of opvattingen delen.)
- het haasje zijn (=diegene zijn die er voor opdraait, het slachtoffer)
- als proefkonijn dienen (=dienen voor een of ander experiment)
- moet is een bitter kruid. (=dingen die men moet doen kunnen onaangenaam of vervelend zijn.)
- niet kunnen rijmen (=dingen die niet met elkaar kloppen of het samen niet kunnen begrijpen)
- het hart op de tong dragen (=direct zeggen wat iemand denkt, ongeacht of dat slim is of niet)
- de kop in het zand steken (=doen alsof er geen gevaar dreigt en er niets aan doen)
- Oost-Indisch doof zijn (=doen alsof er niets gehoord wordt)
- iemand links laten liggen (=doen alsof iemand er niet is, niet bemoeien met iemand)
- je kop in het zand steken (=doen alsof iets (een probleem) er niet is)
- je ogen voor iets sluiten (=doen alsof iets er niet is)
- een hoge toon aanslaan (=doen alsof je het voor het zeggen hebt / luid en dwingend spreken)
- zwoerd achter je oren hebben. (=doen alsof je iets niet hoort.)
- doen alsof je neus bloedt (=doen alsof je van niets weet)
- je handen in onschuld wassen (=doen alsof men geen schuld heeft)
- je van de domme houden (=doen alsof men van niets weet)
- uit de lucht komen vallen (=doen alsof men van niets weet / erg plotseling en onverwacht)
- de bezem uitsteken (=doen en laten wat men wil als de baas of leidinggevende er niet is)
- een beentje lichten (=doen struikelen (letterlijk of figuurlijk))
- je woord gestand doen (=doen wat iemand beloofd heeft)
- woord houden (=doen wat iemand beloofd heeft)
- verkikkerd zijn (=dol zijn op iemand/iets of verliefd zijn op iemand)
- het zwoerd/zwoord achter de oren hebben (=doof zijn)
- recht praten wat krom is (=door een ingewikkelde, onjuiste redenering een onzuivere situatie, daad of besluit trachten van een rechtvaardiging te voorzien)
- reageren met de voeten (=door ergens weg te gaan, weg te blijven of niet meer terug te keren, aangeven dat men niet tevreden is)
- niet door mensenhanden gebouwd (=door God of natuur tot stand gebracht)
- buurmans leed troost (=door het verdriet of de pijn van een ander kun je je eigen verdriet en pijn beter verdragen)
- ondervinding is de beste leermeester (=door iets zelf mee te maken of te oefenen leert men het snelst)
- het paard van Troje binnenhalen (=door onnadenkendheid of onnozelheid de vijand toelaten)
- over lijken gaan (=doordouwen zonder oog voor ethiek of moraal)
- iets/iemand in de gaten hebben/krijgen (=doorkrijgen hoe dingen in elkaar steken of zicht houden op de situatie)
- voor Pampus liggen (=dronken of bewusteloos zijn)
- het beestje bij zijn naam noemen (=duidelijk en precies zeggen hoe je over iets of iemand denkt; precies zeggen hoe iets zit)
- de neus optrekken (=duidelijk maken dat men iets of iemand niet waardeert)
- groen en geel voor de ogen worden (=duizelen en/of erg van schrikken)
- de gekken krijgen de kaart (=dwaze en onverstandige mensen krijgen hun gelijk of ze dat hebben of niet)
- jut en jul (=een apart of raar stelletje)
- een (modder)figuur slaan (=een belachelijke of domme indruk maken)
- het beste paard van stal vergeten. (=een belangrijk persoon over het hoofd zien)
50 dialectgezegden bevatten `of`
- 't Ink mij da... of 'k peise da (=Ik denk dat... / ik geloof dat...) (Zomergems)
- 't is alt deur iet da ne puit geen hoar eet (=Het komt altijd wel door het een of ander) (Bevers)
- 't is alt e jonk of un aa mie 'em (=het is altijd wat met hem) (Melseels)
- 't is beter eetn of 't bedde versleten (=beter niet ziek zijn) (Veurns)
- 't is bezijen of ook bachten de hoek bv. (=Achter iets komende of liggende,) (Maldegems)
- 't is buug'n of barst'n (=het moet ten koste van alles doorgaan) (Westerkwartiers)
- 't is buugn of bestn (=het is toegeven of ten onder gaan) (Veurns)
- 't is groag of troag (='t is graag of helemaal niet) (Westerkwartiers)
- 't is handje te ball'n of voetje te ball'n (=wanneer men moet kiezen) (Westerkwartiers)
- 't is kieëzn of diëuwn (=je moet een (moeilijke) keuze maken) (Kaprijks)
- 't is kiez'n of deel'n (=het is of het één, of het ander) (Westerkwartiers)
- 't is net of 'er op eier lopt (=hij loopt zeer voorzichtig) (Westerkwartiers)
- 't is net of 't aannoom'm wark is (=ze werken met een sneltreinvaart) (Westerkwartiers)
- 't is net of de duvel d'r met speult (=het ene na het andere gaat mis) (Westerkwartiers)
- 't is niet goed, of 't deugd niet (=het is ook nooit goed) (Westerkwartiers)
- 't is niet soa't 't lykt of skynt, maar soa't min 't sels befynt (=Het is niet zoals het lijkt of schijnt, maar zoals men het zelf ondervindt) (Bildts)
- 't is nu of tenooi (=het is nu of nooit) (Brabants)
- 't is of de duvel d'r met speult (=dat is nou wel heel toevallig!) (Westerkwartiers)
- 't is of de steen'n sprook'n hemm'n (=het is toch uitgelekt) (Westerkwartiers)
- 't is of den duu.vel d'r mit spult (=Er gebeuren rare dingen) (Genneps)
- 't is om t even of je deur de katte of den hoengd wor gebete (=het is om het even of je door de kat of door de hond wordt gebeten) (Flakkees)
- 't Is ridder of mis (=Het is erop of eronder) (Maldegems)
- 't is te zien oe da zèn muts stot (=het is af te wachten of hij goed gezind is) (Sint-Niklaas)
- 't is verschoten of verschenen (=iets (vb gordijnen) dat verkleurd is door de zon) (Zottegems)
- 't is vridder of mezelvn (=ik kan het niet laten) (Veurns)
- 't lek op gin botter of breij (=het lijkt nergens op) (Maas en waals)
- 't liekt wel of je mit twee benen in één kous lopen. (=je schiet niet echt op.) (Putters)
- 't moest strond regenen (=Wanneer men wenst dat een evenement (vb. sportwedstrijd) afgelast wordt of mislukt) (Lokers)
- 't Reegent d'r ip lik ip een oande: hij / zij is ongevoelig voor berisping, kritiek, vermaning of goede raad (='t Regent erop gelijk op een eend) (Klemskerks)
- 't reigent po(e)apesteele / bloskes (=het regent pijpenstelen of blaasjes) (Bonheidens)
- 't schilde gien hoar of 't was misgoan (=het was bijna niet gelukt) (Westerkwartiers)
- 't sjaelde nie viël of ze hoenge wir èn de gordaajne (=iemand lappen geven zonder dat je stoffen bezit) (Munsterbilzen - Minsters)
- 't skoap es de preute of (=hij / zij is moe) (Kortrijks)
- 't vuil weg doen in den of (=onkruid verwijderen in de tuin) (Sint-Niklaas)
- 't was of 'n engeltje me ien de mond piste (=het heeft me bijzonder goed gesmaakt) (Westerkwartiers)
- 't wordt buug'n of barst'n (=we zetten hoe dan ook door) (Westerkwartiers)
- 't zien meeër mensjchn die missn of enn die pisn (=iedereen vergist zich wel eens) (Veurns)
- 't zien mo zegg'nde wooërd’n (=niets is gescheven of ondertekend) (Veurns)
- 't zijt in zijne pap nie verdienen (=weinig of geen geld verdienen) (Lovendegems)
- 't zit in zijn mouwe (=een sluw of geslepen persoon zijn) (oudenaards)
- "Wè?" of "Wè zeet úwès?" of "Welluk" (=wat zegt u) (Bosch)
- ' k ee ' t zondre ottie... (=ik vraag me af of hij...) (Waregems)
- ' t is beeter droenke zien of zot, ' t deurt zolange nieë (=liever dronken dan gek) (Veurns)
- ' t Is of d' n duùvel d' r mei speult (=Een ongelofelijk toeval) (Venloos)
- ' t is of de duvel d' r met speult (=alle ongelukken komen tegelijk) (Westerkwartiers)
- ' t is pomp' n of verzuup' n (=pompen - 't is pompen of verzuipen) (Westerkwartiers)
- ' t is slikk' n of stikk' n (='t is slikken of stikken) (Westerkwartiers)
- ' t skop e (s) de bille of (=hij kan niet meer) (Waregems)
- ' tis oaltied ' n aap of ' n beer (=het is altijd wat) (Zeeuws)
- a ee van d'n ouwemaun (=hij heeft rachitis of kalkziekte) (Meers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen