159 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `hu`
- een olifantshuid hebben (=veel kunnen verdragen)
- een Pyrrhusoverwinning behalen (=winnen wat zoveel heeft gekost dat je de volgende ronde niet meer aan kan)
- een schuimspaan zijn (=een zuiplap of niksnut zijn)
- een schurftig paard vreest de roskam (=iemand die aan iets schuldig is, heeft liever niet dat datgeen onderzocht wordt)
- een schurftig paard vreest de roskam. (=wie wat op z`n geweten heeft, is bang voor het onderzoek)
- een schurftig schaap steekt de hele kudde aan (=een slechte persoon in een groep, maakt de hele groep slecht)
- een verdieping op zijn huis zetten (=hypotheek nemen)
- een zilveren dak op het huis hebben (=wonen in een huis dat gebouwd is met geleend geld)
- elk huisje heeft z`n kruisje (=ieder gezin heeft eigen zorgen en problemen)
- er behoort meer tot een huishouden dan het zoutvat. (=er zijn veel bijkomende kosten)
- er is geen huis met hem te houden (=hij is niet tevreden te stellen, je kan er geen land mee bezeilen)
- er schuilt een addertje onder het gras (=er is een verborgen risico in het spel)
- er schuilt iets achter (=er is meer aan de hand dan op het eerste gezicht lijkt.)
- ergens als kind in huis zijn (=ergens bekend of goed behandeld worden)
- ergens kind aan huis zijn (=ergens graag en vaak gezien zijn)
- errare humanum est (=zich vergissen is menselijk) (Latijn)
- gehuisd en gehoofd zijn (=gegoede burger zijn)
- gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen (=dwazen doen gekke dingen)
- genoeg voor een heel weeshuis. (=als je ergens heel veel van hebt)
- had je me gisteren gehuurd dan was ik vandaag je knecht geweest (=je moet zo niet commanderen - dat doe ik gewoon niet!)
- het antwoord schuldig blijven (=het antwoord niet kunnen geven)
- het huilen staat hem nader dan het lachen (=hij ziet er vooral de trieste kant van)
- het huishouden van Jan Steen (=een slordige boel)
- het huisje bij het schuurtje houden/laten (=geen onnodige uitgaven doen)
- het is er haardje bij schuurtje (=het is er klein, dicht op elkaar)
- het juk afschudden/afwerpen (=zich vrijmaken)
- het wel kunnen schudden (=het wel kunnen vergeten)
- het zonnetje in huis (=iemand die zorgt voor een goede, opgeruimde sfeer)
- hij geeft niet om wiens huis in brand staat, als hij zich maar aan de gloed kan warmen (=overal voordeel uit halen, ongeacht gevolgen voor anderen)
- huilen als een hofhond (=erbarmelijk tekeer gaan)
- huilen met de wolven in het bos (=het er niet mee eens zijn maar wel de baas gelijk geven en bevestigen)
- huishouden van Kea (=een rommelig huishouden)
- huisjes melken (=kleine huizen duur verhuren)
- huizen op iemand kunnen bouwen (=sterk op iemand kunnen vertrouwen)
- huizenhoog springen (=erg gelukkig zijn)
- hutje bij mutje leggen (=ieder draagt bij voor het deel dat die kan)
- ieder huisje heeft een deurtje. (=er is altijd een manier om iets te bereiken)
- ieder huisje heeft zijn kruisje (=er mankeert overal wel iets)
- iemand achter de bank schuiven (=iemand minachtend behandelen)
- iemand de huid over de oren halen (=iemand afzetten, bedriegen)
- iemand de huid vol schelden (=iemand uitschelden)
- iemand iets in de schoenen schuiven (=iemand aanwijzen als de schuldige of als de verantwoordelijke voor een mislukking)
- iets op de lange baan schuiven (=iets uitstellen)
- iets uit zijn mouw schudden (=zonder moeite met iets komen)
- in de schoenen schuiven (=(vaak onterecht) beschuldigen)
- in een glazen huis wonen (=iets op zijn kerfstok hebben / geen privéleven hebben)
- in een slechte huid (=ongezond - iets ongunstigs verwachtend)
- in het huisje wegen (=uiterst nauwkeurig het gevraagde gewicht geven)
- in het schuitje zitten en mee moeten varen (=mee moeten doen, zich niet meer kunnen terugtrekken)
- in hetzelfde gasthuis ziek liggen (=aan dezelfde kwaal lijden)
177 betekenissen bevatten `hu`
- iemand de wacht aanzeggen (=een laatste waarschuwing geven)
- aan de rem trekken (=een ontwikkeling proberen tegen te houden/ waarschuwen dat iets niet goed gaat)
- huishouden van Kea (=een rommelig huishouden)
- te boek staan. (=een schuld hebben.)
- de muts stond hem scheef. (=een slecht humeur hebben)
- de muts zich verkeerd staan (=een slecht humeur hebben)
- slecht gemutst zijn (=een slecht humeur hebben)
- met het verkeerde been uit bed stappen (=een slecht humeur hebben)
- een schot voor de boeg (=een uitspraak of vraag als eerste aanzet tot een gesprek of discussie (eigenlijk: een waarschuwingsschot))
- op een volle buik staat een vrolijk hoofd. (=een volle buik brengt een blij en tevreden humeur.)
- teken aan de wand (=een waarschuwing dat er iets gaat gebeuren)
- een bedrijvige Martha zijn (=een zeer ijverige vrouw zijn (Martha= bijbels symbool voor hardwerkende huisvrouw))
- een gehuurd paard en eigen sporen maken korte mijlen (=eigen bezit beschadigt men minder dan gekregen of gehuurd bezit)
- er debet aan zijn (=er schuldig aan zijn)
- de pee in hebben (=erg gehumeurd zijn)
- de zondebok zijn (=ergens de schuld van krijgen)
- een vreemdeling in Jeruzalem zijn (=ergens niet bekend zijn met de gang van zaken of zich ergens niet thuis voelen)
- je kruk ergens tussen steken (=ergens ter hulp komen)
- een tandje bijzetten (=extra inspanning leveren. (de gashendel een tand verschuiven))
- wat baten kaars of bril, als de uil niet zien en wil. (=gezegd als een koppig iemand advies of hulp negeert)
- met een baksteen in de maag geboren worden (=graag een huis willen hebben dat van jezelf is, dat je eigendom is)
- tranen met tuiten huilen/schreien (=heel erg huilen zonder dat het echt erg is)
- zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens (=het is nergens zo goed als thuis)
- eigen haard is goud waard (=het is nergens zo mooi als thuis / men hecht veel waarde aan het eigen bezit)
- het kainsmerk aan zijn voorhoofd dragen (=het is op zijn gezicht te lezen dat hij een schurk is)
- het ene gat met het andere stoppen (=het slecht beheren van geld door met de ene schuld de andere af te lossen)
- zijn pruik staat scheef (=hij is slecht gehumeurd)
- bij iemand aankloppen (=hulp vragen)
- met de linkerhand trouwen (=huwen met een vrouw van lagere adelstand)
- in de echt verbinden (=huwen, trouwen)
- ieder moet zijn eigen stoep schoonvegen (=ieder moet zijn eigen problemen oplossen - zich afvragen of hij zelf schuldig is)
- iemand iets in de schoenen schuiven (=iemand aanwijzen als de schuldige of als de verantwoordelijke voor een mislukking)
- iemand iets voor de voeten werpen (=iemand beschuldigen van iets)
- iemand in de arm nemen (=iemand de hulp vragen om te ondersteunen)
- een schurftig paard vreest de roskam (=iemand die aan iets schuldig is, heeft liever niet dat datgeen onderzocht wordt)
- een echte huismus (=iemand die het thuis naar zijn zin heeft, geen uitgaanstype)
- als een vis op het droge (=iemand die zijn draai niet kan vinden of daar niet thuis hoort)
- vurige kolen op iemands hoofd stapelen (=iemand een groot schuldgevoel geven door hem onverdiende lof of vriendelijkheid te geven.)
- een kind van Laban (=iemand met een blanke huid)
- iemand het land opjagen (=iemand uit zijn humeur brengen)
- iemand een smet aanwrijven (=iemand van iets beschuldigen)
- iemand naar het peperland zenden (=iemand ver van huis sturen)
- iemand voor het naadgaren zetten (=iemand voor de schulden laten opdraaien)
- iemand op de kast jagen (=iemand zijn goede humeur doen verliezen door plagen)
- er je eigen plasje overheen doen (=iets een beetje veranderen zodat helemaal naar je zin is. In werksituaties kan dit soms uit de hand lopen, als er veel belanghebbers zijn die allemaal hun eigen plasje over een document willen doen. Het kan dan resulteren in een onleesbare tekst.)
- aan een balk, die uit het bos gehaald wordt, moet veel gehakt worden, voor hij in het huis past (=in een religieuze groep, vereniging, etc,: je kunt leden uit een gemeenschap winnen, maar hun moet wel geleerd worden zich aan te passen)
- in rep en roer (=in grote opschudding)
- een man zonder vrouw is als een paard zonder teugels. (=in het huwelijk hebben man en vrouw elkaar nodig)
- nood leert bidden (=in nood leert men anderen om hulp vragen)
- je als een kat in een vreemd pakhuis voelen (=je ergens niet thuis voelen)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen