Spreekwoorden met `leeg`

Zoek

2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `leeg`

  1. beter een blind paard dan een leeg halster. (=beter iets dan niets)
  2. wat heb je aan een mooi bord als het leeg is? (=lichamelijke behoeften gaan voor zintuiglijke)

Eén betekenis bevat `leeg`

  1. het vaatje op zijn kant zetten (=het vat leegmaken (uitdrinken))

50 dialectgezegden bevatten `leeg`

  1. 'k ben heul'ndaal leeg (=ik kan niet meer goed nadenken) (Westerkwartiers)
  2. 'k sloeg mee m'n aand op en leeg plek! (=Ik was nét te laat..) (Roosendaals)
  3. 'k ziet 't al, de lâmp hânk scheef / Dat ken bruintjie niet meer trekku / me schort is bijna leeg / 't zwartu zoad is ook al op / 'k het niks meer te makkuh / ik het/hep/heb pijn aan me portemonnaie / portemetniks (=het geld is bijna op...) (Utrechts)
  4. (Rotterdamse haventaal) een (olie) inspecteur/controleur die een tank controleert op het leeg zijn (=tank leeg kijken) (Rotterdams)
  5. aet zënën troeëg ës lieëg ! (=eet je bord leeg !) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. As de fles leeg is, zöt men de ziel. (=Dronken mensen leggen hun ziel bloot) (Drents)
  7. autlüppele (=volledig leeg eten) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. das ë koet èn mëne portemenei (=een gat, geldbeugel leeg) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. dat zweert 'er bij hoog en bij leeg (=hij zweert het bij alle goden) (Westerkwartiers)
  10. de batterie is luzzeplat (=de batterij is leeg) (West-Vlaams)
  11. De boel leeghalen, Het huis leeg Rausen (=Een huis leeg stelen) (Utrechts)
  12. de kraa (g) s geen sjink mét aste den hoek ûmgees (=je gaat met leeg handen) (Bilzers)
  13. De laatste drop is de boterknop (= (bij borstvoeding) De borst flink leeg laten drinken) (Giethoorns)
  14. de moize ligge doëd in de kas (=De (koel) kast is bijna leeg) (Antwerps)
  15. Det leeg se! Det is neet wòar! Det luugse! (='t Is niet waar!) (Limburgs)
  16. dich hëbs vieêl zaegmael èn zëne kop (=je hebt een leeg hoofd) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. doë steet e koet èn de bojem van de clubkas (=de clubkas is leeg) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. doë steet e koet èn men pint (=mijn glas is leeg) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. doo wat ie zegt dan leeg ie nich (=doe wat je zegt dan lieg je niet) (Twents)
  20. e goed vérke it zenen troëg aut (=fatsoenlijke mensen eten uit beleefdheid hun telloor leeg) (Bilzers)
  21. e good vêrke vritj ziene troog leeg (=geen eten weggooien) (Weerts)
  22. eet je teljoor leeg (=aet zene troeëg aut) (Munsterbilzen - Minsters)
  23. ermoej troef (=leeg en verlaten) (Munsterbilzen - Minsters)
  24. Ge moet ies een nuve piel in au uerapparoat steken want ik paas da ze leeg is. (=Je moet een niewe batterij in je hoorapparaat steken want ik denk dat ze leeg is.) (Vrasens)
  25. hij bezweert ons bij hoog en bij leeg (=hij verzekert ons van alle kanten) (Westerkwartiers)
  26. hij ies omgevalle (=mijn borreltje is leeg) (Kaatsheuvels)
  27. ich zit haaj te vringe vër mën tëleir liëg te krijge (=ik doe alle moeite om mijn bord leeg te eten) (Munsterbilzen - Minsters)
  28. ie es noog te leeg vooër zijn gat ip 't heffn (=hij is uiterst lui) (Waregems)
  29. it oer teluur me` leeg of den euverschoot is vur meurege! (=eet je bord maar leeg, of de rest is voor morgen) (Heusdens)
  30. jè te leeg dat ie een stroa van d'èèrde rap (=hij is lui) (Kortrijks)
  31. je zit up zen leeg gat (=hij is lui) (Brugs)
  32. Maanen tuub stau zoeë plat as een vaag (=Mijn (fiets) band is helemaal leeg) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  33. oew aande op un leeg plek slaon (=als de voorraad onverwachts op is) (Oudenbosch)
  34. ons moeder goot nen bassing loog over den bleek en de pillewuiters kreupen mee haufels noar omhoog (=ons moeder goot een bassin leeg over het gazon en de regenwormen kwamen allemaal omhoog) (kemzekes)
  35. Pas op veur hoogmoed en 'n leeg zoldertie, veur dait wit heij 'n bult an de kop (=Hoogmoed komt voor de val) (drents)
  36. Piem af, de pie.p lèèg hebbe (=Uitgeput) (Genneps)
  37. sloeg ta in a kluute gelaak ne gruute (=eet flink je bord leeg) (Brussels)
  38. spiekers op leeg water zuuk' ng (=spijkers op laag water zoeken) (Lutters)
  39. spiekers op leeg wodder zoek'n (=kinderachtige uitvluchten zoeken) (Westerkwartiers)
  40. spiekers op leeg wotter zoek'n (=op onbenulligheden aanmerkingen maken) (Westerkwartiers)
  41. t vaat is aaf (=het vat is leeg) (Heitsers)
  42. te leeg om e struut te verle' n (=te lui om iets te doen) (Zottegems)
  43. te leeg om te goapen (=te lui om iets te doen) (Iepers)
  44. te leeg viuër zijn piuëdn opteffn (=heel erg lui lijn) (Kaprijks)
  45. Vret diem pot lieg! lol (=Eet je bord leeg) (Twents)
  46. z n oge waare groter dan zunne buik (=hij kreeg zijn bord niet leeg) (Oudenbosch)
  47. Z'es zo leeg of 'n padde (=Zij werkt niet graag) (Hansbeeks)
  48. z'is zoo leeg of een padde (=zij werkt niet graag) (Sint-Laureins)
  49. ze te leeg da ze de zunne zie (=ze is lui) (Kortrijks)
  50. zijn iuën woarn were griuëdere of zijnn buik (=hij kan zijn bord niet leeg eten) (Kaprijks)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen