75 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `hem`
- het vet zit hem niet in de weg. (=hij is mager)
- het water loopt hem in de mond (=hij heeft er heel veel trek in)
- het zit eraan bij hem/haar (=diegene kan het betalen, er is genoeg)
- ieder bakt zijn koek zoals hij hem eten wil. (=iedereen behartigt zijn zaken, op een manier zoals hij dat zelf wil.)
- iemand het hemd van het lijf vragen (=erg nieuwsgierig zijn en alles van iemand proberen te vragen)
- iemand tot op zijn hemd uitkleden (=alles van iemand afnemen, een te hoge prijs laten betalen)
- in zijn hemd laten staan (=voor schut laten staan)
- je hemel op aarde verdienen (=een goed en eerlijk leven leiden)
- je laatste hemd aan hebben (=je hebt iets fout gedaan en er zal wat voor je zwaaien)
- men heeft hem de hoorns opgezet (=iemand (vooral een bekende) heeft een relatie met zijn vrouw)
- men zou hem een aalmoes geven (=hij ziet er armoedig uit)
- met hem is het kwaad kersen eten. (=het is beter hem te mijden.)
- met hem kan je paarden stelen. (=hij is overal voor te vinden)
- met hem kan men geen spies draaien (=met hem valt niet samen te werken)
- met hem kun je gaan vissen (=een prettig persoon in de omgang)
- onder de blauwe/blote hemel (=in open lucht)
- schrijf het maar op je buik (dan kan je het met je hemd weer uitvegen) (=vergeet het maar)
- tap hem maar borg hem niet (=wantrouw hem)
- ten hemel schreiend (=een toestand die zo erg is dat er eigenlijk direct iets aan gedaan zou moeten worden)
- tussen die twee was er geen chemie (=die twee mensen hadden te veel karakterverschillen om goed te kunnen samenwerken)
- tussen hemel en aarde hangen (=in een lastige situatie verkeren)
- wie de schoen past trekke hem aan (=wie schuldig is mag zich aangesproken voelen)
- wie honing wil eten moet lijden dat de bijen hem steken (=wie iets wil bereiken moet daar iets voor over hebben)
- zijn eigen luizen bijten hem (=hij wordt gekweld door zijn eigen kinderen)
- zonder mijn en dijn zou de wereld hemels zijn (=jaloezie en hebzucht maken de wereld een stuk minder fraai)
50 dialectgezegden bevatten `hem`
- ' k hem m' n regelemengten (=Ik ben ongesteld) (Antwerps)
- ' k wil ' em niet veur de kop steut' n (=ik wil hem niet beledigen) (Westerkwartiers)
- ' k zag èm permentelijk (=ik heb hem zeker (duidelijk, wezenlijk) gezien) (Sint-Niklaas)
- ' t doe hem nie feele veurn (=het komt weinig voor) (Waregems)
- a eed in zen roupen gesketen (=hij heeft afgedaan bij hem) (Trejjens)
- a eet em een blèis opg'angen (=hij heeft hem iets wijs gemaakt) (Meers)
- a geft er ni joem (=het deert hem niet) (Antwerps)
- a hei het ze-iel aan (=ze hebben hem gepakt) (hessels)
- a oo em ba zanne skabbernak (=Hij had hem te pakken) (Ninoofs)
- a trok em tegen zanne gelee (=Hij greep hem vast om...) (Ninoofs)
- a' j ' n kearl nödig hebt is heej d' r ook nooit (=heb je hem een keer nodig, is hij er weer niet) (Twents)
- Aa eitem kapot gemokt (=Hij heeft hem vermoord) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- aa iet et werm woeter oeitgevonne of aa paast dattem et werm woeter oeitgevonne iet (=voor iemand die stom is of hem zelf voor slim pakt) (tervurens)
- aagte oe, dekke man (=achter jou, scherm hem af) (Kaatsheuvels)
- aahee oak van dee boter gefret (=ze hebben hem ook liggen) (Antwerps)
- aater zen vaere zitte (=hem aanporren) (Munsterbilzen - Minsters)
- aater zën vodde zitte (=hem aanmanen tot spoed) (Munsterbilzen - Minsters)
- achterdeer: Z' és ter zoeë zot van as ' n achterdeer (=Ze is erg verliefd op hem) (Lebbeeks)
- ae es nog in rodaazj(e) (=ik ben hem aan het inrijden) (Wichels)
- ae wil nie in 't garieël, ae wild'em nie voegen (=hij doet niet wat er van hem verlangt wordt) (Wichels)
- Aggij nou nie oew bakkus houwt, dan slao ik um subbiet meepussaant dicht (=als jij nu niet je mond houd sla ik hem zo direct dicht) (Tilburgs)
- Ak em aai bet ie (=Als ik hem / haar aai dan bijt hij / zij) (Geldermalsens)
- Arm schrap mij de wortel ans vreet ik hem zo op! (=Hij bezit geen rode cent) (Hoogeveens)
- as dane stroeët ha,za hem wel mest moake (=als die geld had, zou hij wel grote sier maken) (Winksels)
- as gê van den duvel sprikt ziede zènne stjeirt (=iemand die het huis binnenkomt als men over hem aan het praten is) (Sint-Niklaas)
- as ich hum zin hèm ich gette en gedroenke (=iemand niet kunnen luchten) (Waanroods)
- as je hem een vinger geev'm, nemt 'er de heule haand (=als hij iets mag doen, denkt hij alles te mogen doen) (Westerkwartiers)
- Assie ger blert, dan blert ie ger. (=Als hij wil schreeuwen, dan laat hem toch doen.) (brabants)
- assie kèkt motte nie kèke (=je moet net doen of je hem niet ziet) (Dongens)
- asten haon get vrig begint te kraeë, moete ze ze bekske mér taunaeë (=als de haan 's morgens altijd te vroeg kraait, wordt hem wel snel de bek toegenaaid) (Munsterbilzen - Minsters)
- Astottergelaknepalmenouten (=Ik zei het hem immers ook) (Antwerps)
- attër ët èn zën krolle kraajg, bèste nog nie goed aof (=als hij het echt in zijn hoofd haalt, kan je nog veel last met hem krijgen) (Munsterbilzen - Minsters)
- attët kènd mér stil ès (=laat hem maar wat prutsen) (Munsterbilzen - Minsters)
- aye allers mit em uriven / ofurfd (=had jij al een keer met hem een erfenis verdeeld) (Urkers)
- bau geet dae pit mèt dat mennëke hieën (=die jas is hem veel te groot !) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau geet dat mènnëkë mèt dat brikskë hieën (=die broek is hem veel te groot) (Munsterbilzen - Minsters)
- bè èm pakta nie (=hem moet je zoiets niet wijsmaken) (Sint-Niklaas)
- Beittie akkum aai? (=Bijt hij als ik hem aai?) (Brabants)
- bet em ak hem aai (=bijt hij als ik hem aai) (Veussels)
- bèt ie a-k um aaj (=bijt hij als ik hem aai) (Tilburgs)
- Bet ie ak 'm aaoi (=Bijt hij als ik hem aai?) (Woensels)
- Bet ie ak em aai (=Bijt hij / zij als ik hem aai) (Geldermalsens)
- bet ie ak em aai (=bijt hij als ik hem aai) (brabants)
- Bet ie akkem aoi? (=Bijt hij als ik hem aai?) (Betuws)
- bet tie ak em aai, bèttie ak em ai, bet tie ak um aai (=bijt die als ik hem aai) (Geldermalsens)
- Betemakoemaai (=Bijt hij als ik hem aai) (Turnhouts)
- Bettemakemaai (=Bijt hij als ik hem streel) (Bornems)
- bettemakkemaai? (=bijt hij als ik hem aai?) (Nieuwmoers)
- bettemakkemaai? (=bijt hij als ik hem aai?) (Essens)
- bettie ak 'm aai (=bijt hij als ik hem aai) (Bergs)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen