opleiden

werkw.
Uitspraak:  [ˈɔplɛidə(n)]
Afbreekpatroon:  op·lei·den
Vervoegingen:  leidde op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft opgeleid (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

kennis en vaardigheid voor een beroep bijbrengen
Voorbeeld:  `Ze is opgeleid tot vertaler, maar ze doet nu alleen bestuurlijk werk.`


Synoniemen
dresseren   grootbrengen   kweken   leiden   onderrichten   opvoeden   scholen   trainen   voorbereiden   

5 definities op Encyclo
  • begeleiden, vergezellen (WNT) - Voorbeeld: De processie kwam aan: (...) in twee reken, al elken kant van de straat, opgeleid door vier engelkes met gouden vlerken: de eerste-communiekanten
  • een vak of vaardigheid leren vb: mijn dochter is opgeleid tot verpleegkundige
  • 1) Voorbereiden 2) Africhten 3) Kweken 4) Trainen 5) Dresseren 6) Begeleiden 7) Bekwaan maken voor een vak 8) Ontwikkelen 9) Onderwijzen 10) Onderrichten 11) Aankweken 12) Beleren 13) Opwaarts gaan 14) Kennis bijbrengen 15) Vormen 16) Voorbereiden tot 17) Aanbrengen 18) Aanhangig maken 19) Naar omhoog leiden
  • Het verwerven of overbrengen van specifieke vaardigheden die betrekking hebben op bepaalde functies of activiteiten door middel van onderricht of oefening. Gebruik `lesgeven` voor het rechtstreeks onderwijzen van anderen in kennis, gedrag of vaardigheden. Categorie: Functionele activiteiten > opvoeden.
  • vormen
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van opleiden?
De verleden tijd van opleiden is 'leidde op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft opgeleid'.
Wat betekent opleiden?
'kennis en vaardigheid voor een beroep bijbrengen'
Hoe spel je opleiden?
opleiden spel je O P L E I D E N
Wat is een ander woord voor opleiden?
Andere woorden voor opleiden zijn dresseren, grootbrengen, kweken, leiden, onderrichten, opvoeden, scholen, trainen en voorbereiden.

Op andere websites
Zoek opleiden op Woordenlijst.org
Zoek opleiden op Google
Zoek opleiden op Wikipedia