opgaan
werkw.
| Uitspraak: | ['ɔpxan] |
| Afbreekpatroon: | op·gaan |
| Vervoegingen: | ging op (verl.tijd enkelv.) |
| Vervoegingen: | is opgegaan (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen |
zich in een opwaartse beweging verplaatsen | Voorbeeld: | `De zon gaat op in het oosten en gaat onder in het westen.` | |
Synoniemen
bestijgen klimmen kloppen opkomen opstaan rijzen stijgen uitkomen verrijzen vervuld zijn wassen Spreekwoorden en zegswijzen
• in rook
opgaan (=in het niets verdwijnen)• een lichtje
opgaan bij iemand
(=iets wordt duidelijk en helder)• de Breeveertien
opgaan (=verkeerde dingen doen)• de brede weg
opgaan (=zondigen)• de bietenbrug
opgaan (=falen, ten onder gaan, zwaar verliezen)Toon alle 6 spreekwoorden die opgaan bevatten6 definities op Encyclo
- (Bargoens, 1914) straf(hebben), zitten (strafkrijgen)
- •oprijzen, omhooggaan. •een succes zijn, juist blijken. •toekomende tijd enkelvoud en meervoud van •Nederlands
- omhoog komen vb: de zon gaat op in het oosten Synoniemen: opkomen bekruipen er zo aandachtig mee bezig zijn dat je alles vergeet vb: hij gaat helemaal op in zijn computer
- [Bargoens, boeventaal] gestraft worden. Zou hij opgaan? Toch is die gooser niet opgegaan voor dat zwijn (fiets). Wie dekt, gaat net zoo goed op als de dader die verschut wordt.
- 1) Verrijzen 2) Wassen 3) Verliezen 4) Stijgen 5) Bestijgen 6) Naar bovengaan 7) Naar boven gaan 8) Kloppen 9) Klimmen 10) Juist zijn 11) Uitkomen 12) Rijzen van de zon 13) Vervuld zijn 14) Opkomen 15) Rijzen 16) Opslaan 17) Opstaan 18) Verslinken 19) Voorwaarts gaan
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden beginnen met opgaan:
•
opgaan in•
opgaandDeze woorden eindigen op opgaan:
•
vooropgaanHerkomst volgens etymologiebank.nl
opgaanVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van opgaan?
De verleden tijd van opgaan is 'ging op'. Het voltooid deelwoord is 'is opgegaan'.
Wat betekent opgaan?
'zich in een opwaartse beweging verplaatsen'
Hoe spel je opgaan?
opgaan spel je O P G A A N
Wat is een ander woord voor opgaan?
Andere woorden voor opgaan zijn bestijgen, klimmen, kloppen, opkomen, opstaan, rijzen, stijgen, uitkomen, verrijzen, vervuld zijn en wassen.Op andere websites
Zoek
opgaan op Woordenlijst.org
Zoek
opgaan op Google
Zoek
opgaan op Wikipedia