glanzen

werkw.
Uitspraak:  [xlɑnzə(n)]
Afbreekpatroon:  glan·zen
Vervoegingen:  glansde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geglansd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

een zacht licht weerspiegelen
Voorbeeld:  `We hebben de zilveren lepels gepoetst en nu glanzen ze weer.`

Zie ook:  glans


Synoniemen
blinken   flikkeren   fonkelen   glimmen   schijnen   sprankelen   stralen   twinkelen   

5 definities op Encyclo
  • • [inerg] in zekere mate licht weerspiegelen of voortbrengen.
  • zacht licht weerkaatsen vb: haar haren glanzen in de zon Synoniemen: glimmen blinken
  • Let op: Spelling van 1858 het doek, eer het voor de eerste maal onder de pers komt, met water of gomwater bevochtigen, ten einde daaraan eene schijnbare vastheid te geven. Ook de laatste arbeid der hoedenmakers, waardoor zij den hoed glans mededeelen
  • 1) Zacht stralen 2) Twinkelen 3) Stralen 4) Zacht blinken 5) Glans aan iets geven 6) Sprankelen 7) Glimmen 8) Gloren 9) Schitteren 10) Gladmaken 11) Gladden 12) Glad maken 13) Flikkeren 14) Glaceren 15) Flonkeren 16) Blinken 17) Schijnen 18) Kalanderen 19) Fonkelen
  • blinken
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met glanzen:
glanzend

Herkomst volgens etymologiebank.nl
glanzen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van glanzen?
De verleden tijd van glanzen is 'glansde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geglansd'.
Wat betekent glanzen?
'een zacht licht weerspiegelen'
Hoe spel je glanzen?
glanzen spel je G L A N Z E N
Wat is een ander woord voor glanzen?
Andere woorden voor glanzen zijn blinken, flikkeren, fonkelen, glimmen, schijnen, sprankelen, stralen en twinkelen.

Op andere websites
Zoek glanzen op Woordenlijst.org
Zoek glanzen op Google
Zoek glanzen op Wikipedia