twinkelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈtwɪŋkələ(n)]
Afbreekpatroon:  twin·ke·len
Vervoegingen:  twinkelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft getwinkeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (van sterren) schijnbaar snel achter elkaar meer of minder licht geven
Voorbeeld:  `een heldere nacht met twinkelende sterren aan de hemel`
Synoniem:  schitteren

2) (van ogen) bewegend licht uitstralen of weerkaatsen
Voorbeeld:  `Met twinkelende ogen vertelde hij over zijn avontuurtje.`
Synoniemen:  glinsteren, stralen


Synoniemen
flikkeren   fonkelen   glanzen   schijnen   sprankelen   stralen   

2 definities op Encyclo
  • 1) Schitteren van de ogen 2) Vrolijk schitteren 3) Pinkelen 4) Stralen 5) Sprankelen 6) Glanzen 7) Fonkelen 8) Flikkeren 9) Schijnen 10) Schitteren
  • Twinkelen in schitteren, glinsteren. [basiswoordenlijst groep 6]
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
twinkelen (flonkeren)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van twinkelen?
De verleden tijd van twinkelen is 'twinkelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft getwinkeld'.
Wat betekent twinkelen?
'(van sterren) schijnbaar snel achter elkaar meer of minder licht geven' en '(van ogen) bewegend licht uitstralen of weerkaatsen'
Hoe spel je twinkelen?
twinkelen spel je T W I N K E L E N
Wat is een ander woord voor twinkelen?
Andere woorden voor twinkelen zijn flikkeren, fonkelen, glanzen, schijnen, sprankelen en stralen.

Op andere websites
Zoek twinkelen op Woordenlijst.org
Zoek twinkelen op Google
Zoek twinkelen op Wikipedia