Uitspraak: | [xəˈmen] |
Voorbeeld: | `iemand een gemene streek leveren` | |
Synoniemen: | kwaadaardig, smerig |
Voorbeelden: | `gemeen pijn doen`, `gemeen koud zijn` | |
Synoniem: | intens |
(iets met iemand) gemeen hebben | ((iets met iemand) gemeenschappelijk hebben) `Mijn broer en zus zijn erg verschillend, maar ze hebben gemeen dat ze driftig zijn.` Synoniem: dezelfde eigenschap hebben |