ontmantelen

werkw.

Uitspraak:	[ɔntˈmɑntələ(n)]
Afbreekpatroon:	ont·man·te·len
Vervoegingen:	ontmantelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft ontmanteld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iets gevaarlijks) onbruikbaar maken

Voorbeeld:

`kernwapens ontmantelen`

Synoniemen

6 definities op Encyclo

1) Raseren 2) Doppen 3) Van de buitenkant ontdoen 4) Demonteren 5) Slopen 6) Onttakelen 7) Ontdoen van iets 8) Schillen 9) Slechten 10) Afpellen 11) Afbraak 12) Afbouwen 13) Buiten bedrijf stellen 14) Uitnemen
Het slopen (slechten) van een vestingwerk; soms ook amoveren genoemd.
het slopen (slechten) van een vestingwerk; soms ook amoveren genoemd
Het slopen (slechten) van een vestingwerk; soms ook amoveren genoemd.
Het uit elkaar halen of verwijderen van belangrijke onderdelen, voornamelijk om de werking ervan te verminderen of om ze buiten bedrijf te stellen. Categorie: Procédés en Technieken > subtractieve procédés en technieken.

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van ontmantelen is 'ontmantelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft ontmanteld'.

'(iets gevaarlijks) onbruikbaar maken'

ontmantelen spel je O N T M A N T E L E N

Andere woorden voor ontmantelen zijn afbouwen, demonteren, onttakelen, slopen, uit elkaar halen, uit elkaar nemen en uitnemen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht