de (m)/het deksel
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈdɛksəl] |
| Afbreekpatroon: | dek·sel |
| Verbuigingen: | deksels (meerv.) |
iets waarmee je iets afsluit | Voorbeelden: | `de ijzeren deksel op een put in de straat`, `een open doos zonder deksel`, `het deksel van een pan` | |
Synoniemen
bedekking boerenhuis dekplaat dop kaasstolp kaft kap lid omslag stolp stolphuis stulpkooi Spreekwoorden en zegswijzen
• op ieder potje past wel een
dekseltje
(=voor iedereen bestaat er een geschikte levenspartner)• geen pot zo scheef of er past een
deksel op
(=voor iedereen is wel een levenspartner te vinden)• een
deksel op de kop hebben
(=de verantwoordelijkheid voor iets nemen)• de
deksel van de pot aflichten.
(=bekendmaken wat voorheen verborgen was)Naar de spreekwoorden11 definities op Encyclo
- wat tot dekking dient, hetzij in bed of als kleren - Voorbeeld: ‘O, gij sakkerse kriepe! en zij dokte met haar gesloten vuist nijdig op 't deksel naar 't kind zijn heup en liet het dan liggen’ - Voorbeeld: ‘Zij zetten zich recht in bed te joelen met balen, vodden en deksel, maar Ko kreeg honger op 't e...
- (deksel / deckel /) (vorm) De losse houten rand om de schepvorm / zeef van de handschepper dient om te voorkomen dat de zojuist opgeschepte zeer natte vezelbrij van de zeef afloopt. De vezels die tussen het kopergaas en de rand terechtkomen veroorzaken de 'scheprand' aan het handgeschept papier. (Zie verder: ...
- •een voorwerp om een hol open lichaam mee af te dekken.
- losse bovenkant waarmee je iets kunt afsluiten vb: doe het deksel maar op de pan
- 1) Stulpkooi 2) Sluitmiddel 3) Afsluiting van een pot 4) Keukengerei 5) Afsluiting van een kist 6) Afsluiting 7) Sluiting van een kist 8) Afsluiter 9) Sluiting 10) Kelderluik 11) Stolphuis 12) Omslag 13) Deel van een servies 14) Deel van een vat 15) Deel van een waterput 16) Val 17) Stolp 18) Luik van een kel...
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden eindigen op deksel:
•
hoofddeksel•
riooldeksel•
putdeksel•
mangatdeksel•
kroningsdekselHerkomst volgens etymologiebank.nl
deksel (wat bedekt)Taaladvies
Wat is juist:
de deksel of
het deksel?
Zie De / het dekselVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de deksel' of 'het deksel'?
Het is zowel 'de deksel' als 'het deksel'. Als je het aanwijst is het 'die deksel' of 'dat deksel'.
Wat is het meervoud van deksel?
Het meervoud van deksel is 'deksels'. Eén deksel, twee deksels.
Wat betekent deksel?
'iets waarmee je iets afsluit'
Hoe spel je deksel?
deksel spel je D E K S E L
Wat is een ander woord voor deksel?
Andere woorden voor deksel zijn bedekking, boerenhuis, dekplaat, dop, kaasstolp, kaft, kap, lid, omslag, stolp, stolphuis en stulpkooi.Op andere websites
Zoek
deksel op Woordenlijst.org
Zoek
deksel op Google
Zoek
deksel op Wikipedia