I beheersen

werkw.

Uitspraak:	[bəˈhersə(n)]
Afbreekpatroon:	be·heer·sen
Vervoegingen:	beheerste (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft beheerst (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) iemand of iets in zijn macht hebben of bedwingen

Voorbeeld:

`de markt voor mobiele telefoons beheersen`

2) helemaal kennen

Voorbeeld:	`de tafels van één tot en met tien beheersen`
het kunstje beheersen	(het kunstje onder de knie hebben, weten hoe je het moet doen)

II zich beheersen

reflexief werkw.

Uitspraak:	[bə'hersə(n)]
Afbreekpatroon:	be·heer·sen
Vervoegingen:	beheerste zich (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft zich beheerst (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

je gevoelens onder controle houden en kalm blijven

Voorbeeld:

`Ik had zin om hem een klap te geven, maar ik beheerste me.`

bedaren   bedwingen   beteugelen   domineren   heersen over   inhouden   inslikken   intomen   kennen   kunnen   machtiger zijn   matigen   onderwerpen   overheersen   rustig blijven   

Hoe kun je beheersen krachtiger uitdrukken?
tot in de toppen van je vingers beheersen
Uitdrukkingen die beheersen betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
vloeiend spreken;

• • [ov] meester zijn over, het gezag uitoefenen over. • [ov] volledig verstaan.
• kalm blijven vb: hij wilde gaan schelden, maar hij beheerste zich Tegenstelling: opwinden iets goed kunnen vb: hij beheerst het Nederlands perfect
• 1) Onderwerpen 2) Overheersen 3) Controle 4) Bedaren 5) Domineren 6) Kennen 7) Onder de knie hebben 8) Machtig zijn 9) In bedwang hebben 10) Bedwingen 11) Beteugelen 12) In bedwang houden 13) Heersen over 14) In toom houden 15) Inhouden 16) Inslikken 17) Kunnen 18) Overheren 19) Maitriseren 20) Kalm blijven
• be·heer·sen -heerste, h -heerst 1 geestelijk helemaal machtig zijn: een taal ~ 2 in bedwang houden: zich ~ bedwingen 3 op een terrein vrij kunnen handelen: een weg ~
• Het proces waarmee het functioneren van een organisatie wordt gemeten, geanalyseerd en bijgestuurd met het oogmerk om te komen tot verwezenlijking van voorgenomen doelstellingen.

Toon uitgebreidere definities

Is to control een algemeen geaccepteerd anglicisme voor controleren (`beheersen, in de hand hebben`)? Zie to control / controleren (`beheersen, in de hand hebben`)

Wat is de verleden tijd van beheersen?

De verleden tijd van beheersen is 'beheerste'. Het voltooid deelwoord is 'heeft beheerst'.

Wat betekent beheersen?

'iemand of iets in zijn macht hebben of bedwingen' en 'helemaal kennen'

Hoe spel je beheersen?

beheersen spel je B E H E E R S E N

Wat is een ander woord voor beheersen?

Andere woorden voor beheersen zijn bedaren, bedwingen, beteugelen, domineren, heersen over, inhouden, inslikken, intomen, kennen, kunnen, machtiger zijn, matigen, onderwerpen, overheersen en rustig blijven.

Zoek beheersen op Woordenlijst.org
Zoek beheersen op Google
Zoek beheersen op Wikipedia