kennen
werkw.
1) kennis (1) hebben van iets of iemand | Voorbeeld: | `Ik heb wel over hem gehoord, maar ik ken hem niet.` | |
| Synoniemen: | bekend zijn met, vertrouwd zijn met |
| leren kennen | (kennismaken met) `Ze lijkt me interessant. Ik wil haar wel leren kennen.` Synoniem: ontmoeten |
| leren kennen | (ervaren hoe iets of iemand is) `Door al onze vakanties hebben we dat gebied goed leren kennen.` |
| te kennen geven | (duidelijk maken) `Ik gaf te kennen dat ik wilde omkeren.` |
| je niet laten kennen | (het niet opgeven) `Mislukt! Maar ik laat me niet kennen en probeer het nog een keer.` |
| je laten kennen | (iets doen dat toont hoe je op dat moment bent) `Hij heeft zichzelf laten kennen door terug te schelden.` |
2) (iets) weten doordat je het geleerd hebt | Voorbeeld: | `Ik heb de stukken goed bestudeerd en ken de zaak nu goed.` | |
| van buiten/uit je hoofd kennen | (zo goed kennen dat je (iets) uit je geheugen kunt zeggen) `Ik ken zijn telefoonnummer uit mijn hoofd.` Synoniem: |
Synoniemen
beheersen ken Spreekwoorden en zegswijzen
• te
kennen geven
(=laten verstaan)• op je duimpje
kennen (=heel goed kennen, van buiten weten)• nieuwe bezems vegen schoon, maar oude bezems
kennen alle hoeken en gaten
(=nieuwe medewerkers (of: nieuwe leiders) pakken de zaken grondig aan, maar oude medewerkers (of: oude leiders) weten hoe het moet op grond van ervaring)• je pappenheimers
kennen (=weten met wie men te maken heeft)• je niet laten
kennen (=het niet te vlug opgeven)Toon alle 14 spreekwoorden die kennen bevattenIntensiveringen
Hoe kun je kennen krachtiger uitdrukken?door en door kennen; kennen als je broekzak; op je duimpje kennen; van haver tot gort kennen; van nabij kennen;
6 definities op Encyclo
- • [ov] bekend, vertrouwd zijn met. • [ov] door studie of oefening geleerd hebben. •"het wel moeten ~": vaak ergens door getroffen worden
- weten omdat je het geleerd hebt vb: ik ken alle steden van Nederland uit mijn hoofd het van buiten kennen [uit het hoofd op kunnen noemen]
- [Vergeten woorden] (zw. -de) verwekken, voortbrengen, doen ontstaan, gewinnen [? kennen bekend zijn met, ~ kinnen geboren worden]
- 1) Omvatten 2) Raadplegen 3) Proeven 4) Vertrouwd zijn met 5) Bekend zijn met iets 6) Bedreven zijn 7) Begrip hebben 8) Beheersen 9) Bekend zijn 10) Bekend zijn met 11) De waarde beseffen 12) Beseffen 13) Bezitten 14) Gewoon maken 15) Rekenen 16) Waarnemend weten 17) Ontspruiten 18) Ontspringen 19) Onderschei...
- weten
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden eindigen op kennen:
•
bekennen•
erkennen•
herkennen•
miskennen•
onderkennen•
ontkennen•
toekennen•
verkennenHerkomst volgens etymologiebank.nl
kennen (ergens mee bekend zijn, weten hoe iets is)Taaladvies
- Is het Ik ken hem niet uitstaan of Ik kan hem niet uitstaan? Zie Kennen / kunnen
- (ik kan / ken Engels) Is het Ik kan Engels of Ik ken Engels? Zie Kunnen / kennen
- Is de combinatie succes kennen correct? Zie Succes kennen
Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van kennen?
De verleden tijd van kennen is 'kende'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gekend'.
Wat betekent kennen?
'kennis hebben van iets of iemand' en '(iets) weten doordat je het geleerd hebt'
Hoe spel je kennen?
kennen spel je K E N N E N
Wat is een ander woord voor kennen?
Andere woorden voor kennen zijn beheersen en ken.Op andere websites
Zoek
kennen op Woordenlijst.org
Zoek
kennen op Google
Zoek
kennen op Wikipedia