beteugelen

werkw.

Uitspraak:	[bə'tøxələ(n)]
Afbreekpatroon:	be·teu·ge·len
Vervoegingen:	beteugelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft beteugeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

onder controle brengen

Voorbeelden:	`je agressie beteugelen`, `maatregelen om de inflatie te beteugelen`
Synoniemen:	bedwingen, inhouden

bedaren   bedwingen   beheersen   breidelen   in bedwang houden   intomen   matigen   onderdrukken   overmeesteren   tegengaan   terughouden   

• •in bedwang houden, intomen.
• je beheersen, niets zeggen, terwijl je dat graag zou willen vb: je moet je ongeduld beteugelen Synoniemen: inhouden bedwingen matigen Tegenstelling: uitleven
• 1) Temmen 2) Vermeesteren 3) In toom houden 4) Betomen 5) Inbinden 6) Inhouden 7) Intomen 8) Beheersen 9) Bedwingen 10) Bedaren 11) Onderdrukken 12) Breidelen 13) Terughouden 14) Tomen 15) Tegengaan 16) Afhouden 17) Matigen 18) Ringeloren 19) Omsluiten 20) De teugel aandoen 21) Overmeesteren 22) Reprimeren

Toon uitgebreidere definities

beteugelen (inhouden)

1. Betekenen beteugelen en strafbaar stellen hetzelfde? Zie Beteugelen / strafbaar stellen
2. Schrijf je breidelen met ei of ij? Zie breidelen / brijdelen
3. Schrijf je leidsels met ei of ij? Zie leidsels / lijdsels

Wat is de verleden tijd van beteugelen?

De verleden tijd van beteugelen is 'beteugelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft beteugeld'.

Wat betekent beteugelen?

'onder controle brengen'

Hoe spel je beteugelen?

beteugelen spel je B E T E U G E L E N

Wat is een ander woord voor beteugelen?

Andere woorden voor beteugelen zijn bedaren, bedwingen, beheersen, breidelen, in bedwang houden, intomen, matigen, onderdrukken, overmeesteren, tegengaan en terughouden.

Zoek beteugelen op Woordenlijst.org
Zoek beteugelen op Google
Zoek beteugelen op Wikipedia