de bak

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[bɑk]
Verbuigingen:	bakken (meerv.)

1) voorwerp om iets in te bewaren met een opening aan de bovenkant

Voorbeeld:	`spijkers in een bak`
aan de bak komen	(een beurt, kans krijgen)
een volle bak	(een volle theaterzaal)
bij bakken	(met grote hoeveelheden tegelijk)
in een grote bak rijden	(in een grote auto rijden)

2) mop

Voorbeeld:	`wat een goeie bak!`
Synoniem:	grap

3) gevangenis

de bak indraaien

(naar de gevangenis gaan)

auto   bajes   bakkie   beker   container   doos   emmer   etensbak   fust   gevangenis   grap   kast   kattenbak   kom   kuip   lik   mop   nor   petoet   pint   poezenbak   pot   reservoir   spinhuis   strafgevangenis   strafinrichting   strafplaats   teil   ton   trog   vat   zaal   

• het is volle bak (=het is helemaal uitverkocht; er zijn heel veel mensen)
• een schip op het strand is een baken in zee (=van de fouten die anderen hebben gemaakt kun je zelf veel leren)
• de poes op de bak zetten. (=urineren)
• de bak indraaien (=gevangen genomen worden)
• bouw geen molen om een bak zaad (=voor een kleinigheid moet men teveel moeite doen.)
Toon alle 7 spreekwoorden die bak bevatten

• [Soldatentaal, 1914] ransel.
• Uit `De lagere vaktalen: De molenaarstaal` 1914 1) de bak houdt het graan in dat gemalen wordt; 2) de hoeveelheid meel die dient om eens te bakken; gebakte in den Kempen, millooi in 't Haspegouw.
• (Amsterdams) auto ('mooie bak heb jij gekocht, buurman')
• (Amsterdams) gevangenis (in de bak zitten)
• (Amsterdams) grap ('wat een bak')

Toon uitgebreidere definities

• bakabana• bakbarometer• bakbatterij• bakbeest• bakblik• bakboord• bakboordlicht• bakboordroer• bakboordslicht• bakboordzij• bakboordzijde• bakboter• bakdek• bakeliet• bakelieten• bakelman• baken• bakenen• bakenlijn• bakenzender
• Toon alle woorden die beginnen met bak

• afvalbak• asbak• beddenbak• biobak• bullebak• engelenbak• gebak• glasbak• jij-bak• kofferbak• laadbak• leasebak• pisbak• prullenbak• stortbak• tabak• versnellingsbak• vuilnisbak• wasbak• zandbak
• Toon alle woorden die eindigen op bak

1. bak (grap)
2. bak (kom, trog)
3. bak (varken)

Waar komt de uitdrukking aan de bak komen vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie aan de bak komen

Is het 'de bak' of 'het bak'?

Het is 'de bak', want bak is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die bak'.

Wat is het meervoud van bak?

Het meervoud van bak is 'bakken'. Eén bak, twee bakken.

Wat betekent bak?

'voorwerp om iets in te bewaren met een opening aan de bovenkant' en 'mop' en 'gevangenis'

Hoe spel je bak?

bak spel je B A K

Wat is een ander woord voor bak?

Andere woorden voor bak zijn auto, bajes, bakkie, beker, container, doos, emmer, etensbak, fust, gevangenis, grap, kast, kattenbak, kom, kuip, lik, mop, nor, petoet, pint, poezenbak, pot, reservoir, spinhuis, strafgevangenis, strafinrichting, strafplaats, teil, ton, trog, vat en zaal.

Zoek bak op Woordenlijst.org
Zoek bak op Google
Zoek bak op Wikipedia