de pot

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[pɔt]
Verbuigingen:	potten (meerv.)

1) meestal cilindervormig vat om iets in te bewaren of te koken

Voorbeelden:	`potten en pannen`, `een pot thee zetten`, `stoofpot`
De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.	(<dit zeg je als je vindt dat iemand een ander geen verwijten moet maken, omdat hij ook fouten heeft gemaakt>)
Het is allemaal één pot nat.	(het komt allemaal op hetzelfde neer; er is weinig verschil)
een potje kunnen breken bij iemand	(een zodanige verstandhouding met iemand hebben dat die niet snel boos op je wordt)

2) bak met een handvat om in te plassen

Voorbeeld:	`Ze kan al zelf op het potje plassen.`
Synoniem:	po
buiten de pot piesen	(iets doen wat niet hoort, vooral overspel plegen)

3) spelronde

Voorbeelden:	`een potje schaken, of een potje biljarten`, `Doen we nog een potje?`
Synoniem:	partij

4) geld met een bepaald bestedingsdoel

Voorbeelden:

`huishoudpot`, `Dat vergoeden we uit het potje 'onvoorziene uitgaven'.`

5) vrouw die zich seksueel tot vrouwen voelt aangetrokken ^informeel

Synoniem:

lesbienne

bak   bloempot   concours   doel   dot   emmer   fust   geld   glas   inzet   kookpot   kuip   kussentje   lesbienne   lesbisch   marihuana   opbolling   partij   pint   pispot   poule   speelgeld   strijd   teil   ton   trog   vat   wedstrijd   

• zo lang aardappels poten als je mest hebt (=met iets zo lang mogelijk doorgaan)
• zo dicht als een pot zijn (=goed kunnen zwijgen/geheimen bewaren)
• wie de pot breekt betaalt de scherven (=de veroorzaker van schade moet de situatie zelf rechtzetten.)
• vijf poten aan een kalf/schaap zoeken (=iets proberen te vinden dat er niet is)
• uit de pot van Egypte eten (=nog thuis eten bij de ouders die voor je zorgen)
Toon alle 28 spreekwoorden die pot bevatten

Hoe kun je met pot een ander begrip versterken?
dicht als een pot; doof als een pot; potdicht; potdoof; vol als een potje met pieren; geheugen als een ijzeren pot
Hoe kun je pot krachtiger uitdrukken?
pot als een paard;

• Uit `De lagere vaktalen: De molenaarstaal` 1914 klein rond putteken in de pan, daar de pin van het onderijzer in ronddraait.
• (Amsterdams) lesbiënne
• (Amsterdams) politie
• [I] vaatwerk; inzet [II] zeeboezem, zeearm
• [slang] lesbiënne

Toon uitgebreidere definities

• potaarde• potas• potassium• Potawatomi• potdicht• potdikkie• potdomme• potdoof• potdorie• poteflikker• potelen• poteling• poten• potent• potentaat• potentiaal• potentiaalfunctie• potentiaalverschil• potentiaalvlak• potentialisering
• Toon alle woorden die beginnen met pot

• bloempot• cache-pot• depot• doofpot• hotspot• hutspot• jampot• kapot• knalpot• pispot• reclamespot• spaarpot• spot• stamppot• stoofpot• vetpot• vleespot• zwermpot• zoutpot• zelfspot
• Toon alle woorden die eindigen op pot

1. pot (lesbienne)
2. pot (marihuana)
3. pot (vaatwerk)

Is het 'de pot' of 'het pot'?

Het is 'de pot', want pot is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die pot'.

Wat is het meervoud van pot?

Het meervoud van pot is 'potten'. Eén pot, twee potten.

Wat betekent pot?

'meestal cilindervormig vat om iets in te bewaren of te koken' en 'bak met een handvat om in te plassen' en 'spelronde' en 'geld met een bepaald bestedingsdoel' en 'vrouw die zich seksueel tot vrouwen voelt aangetrokken'

Hoe spel je pot?

pot spel je P O T

Wat is een ander woord voor pot?

Andere woorden voor pot zijn bak, bloempot, concours, doel, dot, emmer, fust, geld, glas, inzet, kookpot, kuip, kussentje, lesbienne, lesbisch, marihuana, opbolling, partij, pint, pispot, poule, speelgeld, strijd, teil, ton, trog, vat en wedstrijd.

Zoek pot op Woordenlijst.org
Zoek pot op Google
Zoek pot op Wikipedia