babbelen

werkw.

Uitspraak:	[ˈbɑbələ(n)]
Afbreekpatroon:	bab·be·len
Vervoegingen:	babbelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gebabbeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

veel kletsen voor je plezier

Voorbeeld:

`gezellig zitten te babbelen`

Zie ook:

babbel

kakelen   keuvelen   klappen   kletsen   kwebbelen   kwekken   kwetteren   lullen   praten   ratelen   roddelen   snateren   spreken   teuten   wauwelen   zwammen   

• • [inerg] gezellig praten over zaken van weinig belang.
• gezellig praten over onbelangrijke dingen vb: we babbelden wat bij een kopje thee Synoniem: keuvelen
• 1) Lullen 2) Luchtig kwebbelen 3) Kakelen 4) Kwekken 5) Gezellig praten 6) Gesnap 7) Gezellig keuvelen 8) Borrelen 9) Zwammen 10) Ongedwongen praten 11) Kouten 12) Roffelen 13) Roddelen 14) Reutelen 15) Rellen 16) Poekelen 17) Praten zonder doel 18) Redekavelen 19) Oppervlakkig praten 20) Raffelen 21) Manier ...
• Babbelen is kwebbelen, zonder belangrijke informatie uit te wisselen gezellig kletsen. [basiswoordenlijst groep 5]
• praten

Toon uitgebreidere definities

• babbelend

babbelen (aanhoudend praten)

1. Schrijf je labbeien (= babbelen) met ei of ij? Zie labbeien / labbijen
2. Hoe moet je het woord babbelboxen afbreken als het niet in zijn geheel op de regel past? Zie babbelboxen: waar breek je het af?

Wat is de verleden tijd van babbelen?

De verleden tijd van babbelen is 'babbelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gebabbeld'.

Wat betekent babbelen?

'veel kletsen voor je plezier'

Hoe spel je babbelen?

babbelen spel je B A B B E L E N

Wat is een ander woord voor babbelen?

Andere woorden voor babbelen zijn kakelen, keuvelen, klappen, kletsen, kwebbelen, kwekken, kwetteren, lullen, praten, ratelen, roddelen, snateren, spreken, teuten, wauwelen en zwammen.

Zoek babbelen op Woordenlijst.org
Zoek babbelen op Google
Zoek babbelen op Wikipedia