aanzetten

werkw.

Uitspraak:	[ˈanzɛtə(n)]
Afbreekpatroon:	aan·zet·ten
Vervoegingen:	zette aan (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft aangezet (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (aan iets) vastmaken

Voorbeeld:

`knopen aanzetten`

2) zorgen dat iets werkt

Voorbeeld:	`de televisie aanzetten`
Antoniemen:	afzetten, uitzetten
Synoniemen:	inschakelen, aandoen

3)

komen aanzetten

(komen als iets al lang begonnen is) `laat op de avond ook nog eens komen aanzetten`

4)

komen aanzetten met iets

(komen met iets (dat niet goed ontvangen wordt)) `komen aanzetten met een ongeloofwaardig verhaal`

aandoen   aanmaken   aanmoedigen   aansporen   aanstoken   aanwakkeren   accentueren   animeren   dringen   inschakelen   opfokken   ophitsen   opjutten   opruien   opstoken   opzwepen   poken   prikkel   prikkelen   prikken   scherpen   slijpen   starten   steken   sterk prikkelen   stimuleren   vastmaken   wetten   afzetten (antoniem)   

• iemand de duimschroeven aanzetten (=iemand scherp ondervragen, onder grote druk zetten)
Naar de spreekwoorden

• 1.(het gesprek) beginnen. Voorbeeld: ‘Elke maal dat hij aanzette met een: “Gisteren goed verzet, Jan? Wat veel gedronken?” kreeg hij een ontwijkend antwoord’ Voorbeeld: ‘Hij draaide en boorde met de hand in de zak, verlegen om iets te beginnen dat hij niet aanzetten durfde’ (Langs Wegen 29) 2.v...
• 1) Aandraaien 2) Aanporren 3) Aanmoedigen 4) Aanmaken 5) Aanlassen 6) Aanjagen 7) Aandringen 8) Aandrijven 9) Stimuleren 10) Vermeerderen 11) Aandoen 12) Accentueren 13) In beweging brengen 14) In gang zetten 15) In werking stellen 16) Inciteren 17) Nopen 18) Doen beginnen 19) Aanwakkeren 20) Aanvuren
• 1> een touw, tros, draad, enz. zo stevig mogelijk aantrekken. (De term wordt zelden nog gebruikt.) Zie ook: doorzetten. [Links: Diverse termen inzake touw, knopen, enz. ] 2> stevig vastdraaien.
• bij iets plaatsen
• Een apparaat kun je aanzetten , bijvoorbeeld de televisie of de wasmachine. Daarna kun je het apparaat weer uitzetten. Het kan ook betekenen iemand opstoken, bijvoorbeeld iemand aanzetten tot strafbare handelingen. [basiswoordenlijst groep 4]

Toon uitgebreidere definities

• aanzetten tot

aanzetten

1. (de televisie -) Wat is correct: de televisie aanzetten of de televisie opzetten? Zie Opzetten / aanzetten
2. Wat is correct: Aan- en uitzetten gebeurt handmatig of aan- en uitzetten gebeuren handmatig? Zie aan- en uitzetten gebeurt/gebeuren handmatig

Wat is de verleden tijd van aanzetten?

De verleden tijd van aanzetten is 'zette aan'. Het voltooid deelwoord is 'heeft aangezet'.

Wat betekent aanzetten?

'(aan iets) vastmaken' en 'zorgen dat iets werkt' en '' en ''

Hoe spel je aanzetten?

aanzetten spel je A A N Z E T T E N

Wat is een ander woord voor aanzetten?

Andere woorden voor aanzetten zijn aandoen, aanmaken, aanmoedigen, aansporen, aanstoken, aanwakkeren, accentueren, animeren, dringen, inschakelen, opfokken, ophitsen, opjutten, opruien, opstoken, opzwepen, poken, prikkel, prikkelen, prikken, scherpen, slijpen, starten, steken, sterk prikkelen, stimuleren, vastmaken en wetten.

Wat is het tegenovergestelde van aanzetten?

Een antoniem van aanzetten is afzetten.

Zoek aanzetten op Woordenlijst.org
Zoek aanzetten op Google
Zoek aanzetten op Wikipedia