Spreekwoorden met `zeug`

Zoek

Eén spreekwoord bevat `zeug`

  1. de zeug loopt met de tap weg (=nalatigheid is hier troef)

6 dialectgezegden bevatten `zeug`

  1. baggen (=zeug die baart) (Lummens)
  2. de zoeg moet kudderen (=De zeug moet werpen) (Walshoutems)
  3. de zôg is an 't bagge (=de zeug is aan het biggen) (Boakels)
  4. ë koet ès ë koet, zaag te boer, en hae sproeng op zën zoëg (=een gat is een gat, zei de boer, en hij besprong zijn zeug) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. Ieder zijn meug zei de zeug (=Iedereen zijn zin) (Bambrugs)
  6. un zog mee un klocht baggen (=een zeug met een toom biggen) (Tilburgs)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen