Spreekwoorden met `zacht`

Zoek

8 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zacht`

  1. dat schaap zal een zachte dood nemen. (=het wordt vergeten)
  2. een paard met een zachte mond moet men met zachte toom besturen. (=zachtaardige mensen moet men niet streng behandelen)
  3. wie zich aan een ander spiegelt spiegelt zich zacht (=wie uit het ongeluk van anderen lering trekt, zal minder ongeluk hebben)
  4. zacht gaan en verre zien. (=voorichtig en doordacht te werk gaan)
  5. zachte heelmeesters maken stinkende wonden (=sommige problemen kunnen niet met zachtheid opgelost worden)
  6. zachte winters, vette kerkhoven (=zachte winters geven vaak aanleiding tot meer ziekten dan strenge winters)
  7. zachtgekookt ei (=onheldhaftig persoon)
  8. zachtjes aan, dan breekt het lijntje niet (=handel voorzichtig, dan mislukt het niet)

12 betekenissen bevatten `zacht`

  1. mezzo piano (=half zacht)
  2. het is een pleister op een zere wonde (=het is bedoeld om het leed wat te verzachten)
  3. balsem in de wonde gieten (=het leed verzachten)
  4. iemand iets in het oor fluisteren (=iemand iets zachtjes zeggen, heimelijk laten weten)
  5. een zalfje op de wond (=iets dat het leed verzacht)
  6. de scherpe kantjes er van afhalen. (=iets verzachten of minder extreem maken)
  7. in de meuk staan (=laten weken om zacht te worden)
  8. zachte heelmeesters maken stinkende wonden (=sommige problemen kunnen niet met zachtheid opgelost worden)
  9. met de vossenstaart geselen (=zacht straffen)
  10. een paard met een zachte mond moet men met zachte toom besturen. (=zachtaardige mensen moet men niet streng behandelen)
  11. zachte winters, vette kerkhoven (=zachte winters geven vaak aanleiding tot meer ziekten dan strenge winters)
  12. in het oor fluisteren (=zachtjes (heimelijk) zeggen)

14 dialectgezegden bevatten `zacht`

  1. 'k bèn dur tegenoan getist (=zich ergens zacht tegen stoten) (Sint-Niklaas)
  2. d'r eine oppe zokke laote kui-jere (=een zacht windje laten) (Weerts)
  3. da's moeke's papkiendje (=dat is een heel zacht jongetje) (Westerkwartiers)
  4. dasse zach eeke (=die heeft een zacht karakter) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. dich bès van sjëklaot (=je bent te zacht !) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. E locht eike (=Een zacht gekookt eitje) (Walshoutems)
  7. een eike geven (=zacht en strelend met een wang tegen elkaars gezicht wrijven) (Sint-Niklaas)
  8. een zok van ne mins (=een zacht persoon) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. èrte kôoke toe se mörref zèn (=erwten koken tot ze zacht zijn) (Tilburgs)
  10. nizekes (=zacht gekookt) (Aalsters)
  11. Vriejn is zacht kuiern en hard leegn. (=Verkering is zacht praten en hard liegen.) (Twents)
  12. zochte lik 't katjes bolgsje (=Heel zacht) (Veurns)
  13. zoe fijn as gemaolë poeppëstront (=zo zacht als kinderkak) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. zoe mals as botter (=zeer zacht (zaak / persoon) ) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen