32 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `blijven`
- aan de pan blijven hangen/kleven (=zich om bestwil ergens mee bemoeien maar er slecht afkomen)
- aan de schors blijven hangen (=iemand of iets alleen op het uiterlijk beoordelen)
- aan de strijkstok blijven hangen (=geld dat aan een goed doel wordt besteed verdwijnt voor een groot deel bij mensen die oneerlijke onkosten maken)
- aan iets blijven hangen (=ergens verstrikt in raken, ermee bezig blijven)
- achter de schermen blijven (=geen bekendheid ergens mee willen krijgen terwijl diegene het wel bedacht heeft)
- altijd de oude knecht blijven (=geen vorderingen maken (ook geen achteruitgang))
- bezoek en vis blijven drie dagen fris (=je moet geen gasten te lang laten logeren want dan ga je je aan hun gewoonten ergeren)
- bij de tekst blijven (=bij het oorspronkelijke plan blijven)
- bij moeders pappot blijven (=thuis blijven - enkel spreken over iets waar men iets over weet)
- bij zijn positieven blijven (=blijven opletten)
- binnen de perken blijven (=zodanig beperkt blijven dat het niet te veel overlast of schade veroorzaakt)
- botten blijven platvis (=als je dom bent dan blijf je dat)
- buiten schot blijven (=niet worden aangetast)
- buiten spel blijven (=(willen) proberen niet betrokken te zijn)
- daar kun je ketelaar van blijven (=dat zal niets opbrengen)
- een gek en zijn geld blijven nooit lang bij elkaar (=geld uitgeven aan nutteloze en onnodige dingen)
- er koksgast van blijven (=er niets van krijgen , er geen vooruitgang mee maken)
- gasten en vis blijven maar drie dagen fris. (=je moet als gast niet te lang blijven.)
- het antwoord schuldig blijven (=het antwoord niet kunnen geven)
- het kastje bij het muurtje laten blijven (=de dingen niet gaan overdrijven)
- in gebreke blijven (=zijn taak (belofte) niet uitvoeren)
- met de gebakken peren blijven zitten (=voor de moeilijkheden opdraaien)
- met de klompen van het ijs blijven (=zich met iets niet inlaten)
- met lege handen achterblijven (=niets meer hebben)
- op de achtergrond blijven (=niet in de schijnwerpers willen staan.)
- op de been blijven (=blijven staan; niet ziek worden; niet verslagen worden)
- op een letter doodblijven (=absoluut niets veranderd willen zien)
- op iets dood blijven (=erg belust op iets zijn (bv geld; gierig))
- op je post blijven (=niet weggaan)
- op twee paarden blijven rijden. (=men kan geen keus maken)
- op zee blijven (=op zee vergaan/omkomen)
- wel thuis kunnen blijven (=het wel kunnen vergeten)
40 betekenissen bevatten `blijven`
- je snor drukken (=afwezig blijven / zijn werk niet doen)
- recht door zee gaan (=altijd eerlijk blijven/zijn)
- bij de tekst blijven (=bij het oorspronkelijke plan blijven)
- vasthouden aan een strootje (=blijven hopen op een kleine kans.)
- bij zijn positieven blijven (=blijven opletten)
- je kop erbij houden (=blijven opletten, aandacht vasthouden)
- op de been blijven (=blijven staan; niet ziek worden; niet verslagen worden)
- dat houdt me op de been (=dat zorgt ervoor dat ik door kan blijven gaan; daardoor houd ik het vol)
- bot gegeten hebben (=dom geboren zijn en zo blijven)
- reageren met de voeten (=door ergens weg te gaan, weg te blijven of niet meer terug te keren, aangeven dat men niet tevreden is)
- je mag wel ergens anders honger krijgen, als je thuis maar komt eten. (=een getrouwde man mag wel met knappe meisjes flirten, daar moet het bij blijven.)
- voor ogen houden/staan (=er steeds rekening mee blijven houden)
- voor anker gaan (=ergens gaan wonen en langer verblijven)
- als sneeuw voor de zon verdwijnen (=ergens niets van over blijven)
- er zijn tenten opslaan (=ergens verblijven, zich ergens vestigen)
- aan iets blijven hangen (=ergens verstrikt in raken, ermee bezig blijven)
- eten en drinken houdt lijf en ziel bijeen. (=eten en drinken blijven levensbehoeften.)
- geen voetbreed wijken (=hard op zijn standpunt blijven)
- een Keulse reis doen (=heel lang wegblijven)
- het kan verkeren (=het kan veranderen, de dingen blijven niet zoals ze zijn)
- jong geleerd is oud gedaan (=hoe eerder men iets leert, des te langer de vaardigheid zal blijven)
- kallen is mallen maar doen is een ding (=je kan het beter doen dan er altijd maar over blijven praten)
- wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje (=je kunt nooit boven de stand komen waarin je geboren bent. Arm geboren, zal wel arm blijven)
- gasten en vis blijven maar drie dagen fris. (=je moet als gast niet te lang blijven.)
- het hoofd koel houden (=kalm blijven, zich niet door de spanning laten meeslepen)
- met de hakken in het zand (=koppig blijven)
- er nachtwerk van maken (=laat opblijven)
- voet bij stuk houden (=niet toegeven, bij de eigen ideeën blijven)
- iemand doodpraten (=op iemand blijven inpraten tot hij versuft van raakt)
- door het verleden achtervolgd worden (=problemen of fouten van vroeger blijven invloed hebben.)
- aan de lus hangen (=recht blijven staan in tram of bus)
- iemand de oren afzagen (=steeds blijven aandringen)
- stilstand is achteruitgang. (=stil blijven staan leidt tot relatieve achteruitgang ten opzichte van anderen die vooruitgang boeken)
- je bivak opslaan (=ter plaatse blijven)
- bij moeders pappot blijven (=thuis blijven - enkel spreken over iets waar men iets over weet)
- naar iets mogen kijken (=van iets moeten afblijven)
- aan mijn lijf geen polonaise (=van mij moet je afblijven)
- op je stuk staan (=zich niet laten ompraten en bij de eigen mening blijven)
- je tabernakelen bouwen (=zich vestigen met het doel lang te blijven)
- binnen de perken blijven (=zodanig beperkt blijven dat het niet te veel overlast of schade veroorzaakt)
50 dialectgezegden bevatten `blijven`
- (h) em de stront uit zijn gat vraugen (=iemand aanhoudend persoonlijke vragen blijven stellen) (Lokers)
- 't is tiet dat uut is (=dit kan niet blijven duren) (Veurns)
- 't is weer om 'n aarvenis te verdeel'n (=het is weer om binnen te blijven) (Westerkwartiers)
- 't leste stroeiken oit tak trekken (=ergens langer blijven dan nodig) (Buggenhouts)
- a ès op zèbre kop gevall'n en blijven bosj'n (=hij is stapelzot) (Meers)
- a zitj op 'n wieër (=blijven doorzagen) (Meers)
- a zitj op'n oeven (=als laatste van de kinderen ongehuwd blijven) (Ninoofs)
- A-j ' t platte van de voeten maar onder joe ollen (=Blijf met de voeten op de grond staan wees verstandig en nuchter blijven) (Giethoorns)
- A-j de pepert en de roepert maar eupen ollen (=Gezond blijven) (Giethoorns)
- A-j de poeperd en de roeperd maar eupen olln (=Gezond blijven) (Giethoorns)
- A'j 't platte van de voeten maar onder joe olln (=Blijf met de voeten op de grond staan, , nuchter blijven) (Giethoorns)
- aad wiëne ès ën graute guns, mér joenk blijve ès ën nog grutter kuns (=oud worden is een gunst, jong blijven een grotere kunst) (Munsterbilzen - Minsters)
- aan de pan blijven hangen (=als laatste achter blijven) (Amsterdams)
- aevë goej gevrin ! (=desondanks blijven we goede vrienden) (Munsterbilzen - Minsters)
- agge innut schu (i) tje zit dan motte vaore (=blijven doorgaan nadat je begonnen bent) (Oudenbosch)
- al dauws te op zën pëdallë waaj nen akkrëbaot, as te de sjoer nie kon vieërblijve wieës te toch naot (=je moet flink hard kunnen fietsen om een regenbui voor te blijven) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ane koeëj blieve (=Thuis blijven) (Hunsels)
- aoën de waggël blijve (=bezig blijven) (Munsterbilzen - Minsters)
- As 't zo blef, doe 'k ut der veur! (=Van mij mag het altijd zo blijven) (Hoogeveens)
- As de poeperd en de roepert maar eupen blef (=Gezond blijven) (Giethoorns)
- as dengeltjes luie motte nie in de prosessie gaon (=waar het goed is moet je blijven) (Oudenbosch)
- aske gepresseerd zijtsj, goet tijn aga voesj (=als je gehaast bent, moet je niet blijven) (Galmaardens)
- aste kénder sjiks, kraai (g) ste kénder taus (=kinderen blijven kinderen) (Bilzers)
- Bezeuk en vis bliève gen dreej daag fris (=Gasten die langer dan een nacht blijven logeren, leiden tot irritatie) (Venloos)
- bij moeke's pappot bliev'm (=lang bij de ouders blijven wonen) (Westerkwartiers)
- bille bij ouwn (=iemand genegen blijven om iets te verkrijgen) (Waregems)
- Binnen de mikken blieven (=Op eigen terrein blijven) (Giethoorns)
- Binnen de mikken blieven. (=Op eigen terrein, bnnenshuis blijven) (Giethoorns)
- blijven hangen, plekken (=op cafe gaan en laat naar huis komen) (Meers)
- blijven ojeme en de wiës nog honned jaor aad (=hoop doet leven, en zolang er leven is is er hoop) (Bilzers)
- bluven plakken, bluven pekken (=lang blijven) (Veurns)
- boe blijf ger het hoole (=waar blijven jullie het vandaan halen) (Neerharens)
- da blef nie mooistaon ee (=daar kun je niet mee blijven aankomen) (Oudenbosch)
- dae haet gein zittendje vot (=hij kan niet stil blijven zitten) (Heitsers)
- Daor gade gij wostrout nie mee aflope (=Dat moet geheim blijven) (Oosterhouts)
- de kappellekes afdoen (=van het ene café naar het andere lopen, overal blijven plakken) (Meers)
- de kürrik int midde houwe (=eerlijk blijven) (Opglabbeeks)
- de lasten zak opgeven (=blijven als laatste) (Veurns)
- de loatste man zijne zak opgeven (=tot de laatste blijven (op een feest) ) (Gavers)
- de paut stijf haage (=bij zijn besluit blijven) (Munsterbilzen - Minsters)
- de zak ophaoje (=als laatste blijven) (Heitsers)
- den hiemël ès hauch, mèr vër trèn te geraoke moeste dich toch boekkë (=je moet altijd nederig blijven) (Munsterbilzen - Minsters)
- der wor n opstropping (=het verkeer was blijven vastzitten) (Munsterbilzen - Minsters)
- die ees alle vijf nie, die eé tur mor twee en nen bezekoek, die is nen toer te lank op de meulen blijven zitten (=die man is lichtjes mentaal gehandicapt) (Sint-Niklaas)
- doar benn'n we zunner kleerscheur'n oafkomm'm (=daar blijven geen nare gevolgen van over) (Westerkwartiers)
- donker'n: Boëten blijven mé d'n donker'n (=Buiten blijven als 't donker is) (Lebbeeks)
- dreem mér get waajer (=het zal wel bij je wensen blijven) (Munsterbilzen - Minsters)
- ei zittor op ne schupstoel (=hij zal daar niet lang blijven werken) (Sint-Niklaas)
- en nouw oudoe eige koest (=en nu moet je verder rustig blijven) (Oudenbosch)
- èn zën koej blijve (=in zijn kooi ( thuis) blijven) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen