11 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `blijf`
- al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding (=wie zich mooi aankleedt wordt daarmee zelf nog niet mooi)
- als je je pet ertegenaan gooit dan blijft hij hangen (=dat stukje verfwerk is niet erg vlak uitgevoerd)
- blijf aan jouw kantje (=je mag hem niet aanraken, hij is niet aanspreekbaar)
- blijf uit zijn kielwater of je raakt in zijn zog (=blijf uit zijn buurt, want je wordt er slechter van)
- eens gezegd, blijft gezegd (=als iemand iets belooft moet die dat ook uitvoeren)
- er blijft veel aan maat en strijkstok hangen (=lang niet alles komt op zijn plaats terecht)
- geef, zodat je gevende blijft (=geef niet meer dan dat je kunt missen.)
- schoenmaker blijf bij je leest (=hou je niet bezig met dingen waar je niets van weet)
- van koper blijf je proper en van ijzer word je niks wijzer (=koper is veel waard, ijzer niet)
- waar de boom gevallen is, blijft hij liggen (=gedane zaken nemen geen keer)
- wie schrijft, die blijft. (=documenteer alles goed voor je eigen bestwil)
17 betekenissen bevatten `blijf`
- botten blijven platvis (=als je dom bent dan blijf je dat)
- kalmte zal je redden (=als je rustig blijft gaan de dingen beter)
- de kruik gaat zo lang te water tot ze barst/breekt (=als men steeds risico`s blijft nemen, gaat het een keer mis)
- wie de teugel slap laat hangen, kan met een mak paard nog op hol raken. (=blijf altijd aandachtig en geconcentreerd)
- blijf uit zijn kielwater of je raakt in zijn zog (=blijf uit zijn buurt, want je wordt er slechter van)
- doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. (=blijf vooral normaal doen)
- ars longo vita brevis (=de kunst blijft lang en het leven is kort)
- rijd voort maar zie om (=doe verder maar blijf opletten)
- rijd voort voerman maar zie om (=doe verder maar blijf wel opletten)
- eerlijk duurt het langst (=een leugen komt op den duur altijd uit, maar de waarheid blijft altijd waar)
- het is broekzak-vestzak. (=er wordt betaald, maar het geld blijft bij dezelfde kliek)
- het is zo lang als het breed is (=het blijft hetzelfde, hoe je het ook bekijkt)
- het onweer is niet van de lucht (=iets dat steeds blijft doorgaan of iemand die telkens weer kwaad tekeer gaat)
- ik ben geen uithangbord (=ik heb meer te doen, ik blijf niet wachten/zo staan)
- duren is een mooie stad (=nu is het goed, maar blijft dat zo?)
- naar de bar(re)biesjes gaan (=totaal verloren gaan zonder dat er iets van overblijft (bijv. een schip dat vergaat))
- de paarden die de haver verdienen, krijgen ze niet. (=verdienste blijft vaak onbeloond)
50 dialectgezegden bevatten `blijf`
- 'k goa nie lange lett'n (=ik blijf niet lang) (Wevelgems)
- 'k gon nie lange letten (=ik blijf niet lang) (Veurns)
- 'k weed-er gieënn blijf mee (=ik kan er geen weg mee) (Kaprijks)
- 't blijf laaë donker (=de zon komt laat op) (Kaprijks)
- 't blijf laaë kloar (=de zon gaat laat onder) (Kaprijks)
- a ploade blijf steekn (=je valt in herhaling) (Kaprijks)
- A-j ' t platte van de voeten maar onder joe ollen (=blijf met de voeten op de grond staan wees verstandig en nuchter blijven) (Giethoorns)
- a-k=j 't platte van de voeten maar onder joe olln (=blijf nuchter, geen verbeelding, blijf gezond) (Giethoorns)
- A'j 't platte van de voeten maar onder joe olln (=blijf met de voeten op de grond staan, , nuchter blijven) (Giethoorns)
- astë niks baeter kons autvènne, moeste zën klep haage (=blijf geen valse excuses zoeken) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste toeres niks te doen hübs, kommet dan haaj ook nie doen (=blijf onder mijn ogen uit als je zit te niksen) (Munsterbilzen - Minsters)
- begin pas te dreme aste goed wakker bès ! (=blijf er goed met je hoofd bij, want dromen zijn bedrog) (Munsterbilzen - Minsters)
- belste mich aste boëve bès (=blijf uit je neus!) (Munsterbilzen - Minsters)
- Blafter mè er poewete vanaf (=blijf er af) (Diesters)
- blèèft ur meej oew pòlle van aaf!! (=blijf er met je handen af!!) (Tilburgs)
- Blef eraf mee oe jatten, pollen (=blijf eraf met je handen!) (Brabants )
- Bléft da mé ou tengele af! (=blijf daar af!) (Mechels (BE))
- bleft van men waaf (=blijf van mijn vrouw af) (Hulshouts)
- blefteraf (=blijf daarvan af) (Booms)
- blie der af me aow peggen (=blijf met je handen er vanaf) (Brabants)
- blief mer uut zien klauwe (=blijf uit zijn buurt) (Opglabbeeks)
- Blief met de klamotten d’r af , of ik krieg ow be’j de klammieten. (=blijf met de vingers er vanaf anders pak ik jou) (achterhoeks)
- Blief mèt dien fikke dao vanaaf. (=blijf daar met je handen vanaf.) (Gelaens (Geleens))
- blief met dien poten van mien poedie of (=blijf met je handen van me vrouwtje af) (Gronings)
- Blief van mien af , I-j mag mien wel an de boks kommen, moar alleen at e an den draod hink (=blijf van me af) (Achterhoeks)
- Blieft d’r met de jatten / peute van af! (=blijf er met je handen van af!) (Aaltens)
- blieft er nou us mé oe fikkes vanaaf (=blijf er nou eens vanaf!) (Budels)
- blieve, iech blijf / blief heij (=blijven, ik blijf hier) (Mestreechs)
- blifs tich de diëre aofloope (=blijf je van deur tot deur gaan) (Munsterbilzen - Minsters)
- blijf daar met je vuile jatte van af! (=blijf daarvan af!) (Amsterdams)
- blijf daar met uw puten van af. (=blijf daar met uw handen af) (Lovendegems)
- blijf doë mèt zen tengels vanaof (=hou je daar maar niet mee bezig) (Munsterbilzen - Minsters)
- blijf èn zën koej (=blijf in je kot) (Munsterbilzen - Minsters)
- blijf mèt zën vagge van mich aof (=blijf met je handen van me af) (Munsterbilzen - Minsters)
- blijf mèt zëne bebber ter tëssen aut (=bemoei er u niet mee) (Munsterbilzen - Minsters)
- blijf nog get, dan geeste seffes mèr get vrigger voert! (=je hebt nog wel wat tijd) (Munsterbilzen - Minsters)
- blijf ter mèt zen fikke vanaof (=handen af!) (Munsterbilzen - Minsters)
- blijf van mich aof (=blijf van mijn lijf) (Bilzers)
- Bluf in u kot (=blijf thuis) (Lauws)
- Bluuft doar me je fikken van (=blijf daarvan af) (Poperings)
- boe blijf ger het hoole (=waar blijven jullie het vandaan halen) (Neerharens)
- boezjeerd'au nie (=blijf onbeweeglijk zitten) (Wichels)
- daor komde nie mir vanaf (=daar blijf je mee zitten (oude voorraad) ) (Oudenbosch)
- de bès genen iëzël aste niks kins, de bès toch nen iëzël aste niks leire wilts (=met wat goede wil blijf je geen ezel) (Munsterbilzen - Minsters)
- die maggie houwe- of blijf af met je klauwen (=blauwe) (Rotterdams)
- doë kos ich nie mèt onder de viet aut (=daar wist ik geen blijf mee) (Munsterbilzen - Minsters)
- e koet én de loch springe (=geen blijf weten met zijn geluk) (Bilzers)
- eih bennek, eih blavek (Hergé) (=hier ben ik, hier blijf ik) (Brussels)
- ènt bèd sterve de meeste minse (=ik blijf graag laat op) (Munsterbilzen - Minsters)
- èste gank mekan zievër (=blijf je nu in je neus peuteren !) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen