11 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `wijt`
- borgen is geen kwijtschelden (=uitstel is geen afstel)
- dat raak je aan de straatstenen niet kwijt (=dat is niet te verkopen)
- de draad kwijt zijn (=de loop van het verhaal niet meer kunnen volgen)
- de kluts kwijt zijn (=in de war zijn)
- de pot verwijt de ketel dat die zwart ziet (=een ander aanwijzen als schuldige, terwijl die zelf hetzelfde gedaan heeft)
- de tramontane kwijt zijn (=het spoor bijster zijn)
- de weg kwijt zijn (=zich onhandig opstellen, onverstandige keuzes maken)
- het hoofd kwijt (=niet meer weten wat te doen)
- het stuur kwijt zijn (=de controle verloren hebben)
- je ei kwijt kunnen (=de gelegenheid hebben zich te uiten; of, zijn creativiteit kunnen gebruiken)
- lopen als een kip die haar ei niet kwijt kan (=onrustig heen en weer lopen)
11 betekenissen bevatten `wijt`
- je hebben en houwen verliezen (=alles wat iemand bezit kwijtraken)
- als `t schip zinkt dan zinkt ook de lading (=als een zaak bankroet gaat, dan is men meestal ook alles kwijt)
- wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft (=als je zoveel geeft zoveel je kunt, dan kan niemand je iets verwijten)
- wie hoog klimt kan laag vallen (=belangrijke zaken snel kwijt raken door kleine dingen)
- het waren allebeiden vuilaards. (=de een verwijt de ander iets waaraan hij zich)
- een streep door de rekening halen (=de schuld van iemand kwijtschelden en het er niet meer over hebben)
- genade voor recht laten gelden (=de straf kwijtschelden)
- iemand iets op zijn brood geven (=iemand onvriendelijk iets verwijten)
- naar het hoofd gooien/slingeren (=scherpe verwijten maken)
- van zijn veren laten (=van zijn eer kwijtraken)
- zo gewonnen, zo geronnen (=wat je makkelijk hebt gewonnen, kun je ook makkelijk weer kwijt raken)
9 dialectgezegden bevatten `wijt`
- da is nog wijt van kaant (=dat is zeker nog niet gedaan) (Nieuwmoers)
- dan zijde wijt vanuis (=dan is er weinig meer aan te doen) (Oudenbosch)
- daor zaat ik toch nie wijt neve (=dat had ik toch ongeveer goed geschat) (Oudenbosch)
- das gunter wijt (=dat is helemaal daar) (Alblasserdams)
- de is wijt zat (=dat is ver genoeg) (Heezers)
- is da wijt gedaan (=wil je ophouden) (nieuwmoers)
- olling doar ginder wijt (=iets verder op) (Ossies)
- Unne Heuzendrielse valt nie wijt van dun boom. (=Een Hoenzadrielenaar valt niet ver van de boom.) (Kerkdriels)
- wa ge wijt halt is lekker (=wat van ver komt is goed / beter) (Astens)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen