Spreekwoorden met `krijgt`

Zoek

10 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `krijgt`

  1. al etende krijgt men trek / honger. (=al etende krijgt men steeds meer trek (ook figuurlijk).)
  2. alleen een piepend wiel krijgt olie (=door zich opvallend te gedragen bekomt men aandacht)
  3. de wereld is een pijp kaneel ieder likt eraan maar krijgt niet veel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
  4. de wereld is een schouwtoneel elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
  5. eten dat je zweet en werken dat je het koud krijgt, dat zijn de waren. (=slecht personeel. Uit de tijd dat meiden en knechts bij de boer in de kost waren.)
  6. het paard dat de haver verdient krijgt ze niet (=diegene die het goede gedaan heeft, krijgt de beloning niet)
  7. job krijgt op zijn kop (=kaartspel: als klaveren heer wordt afgetroefd)
  8. wie de naam heeft, krijgt de daad (=wie bekend staat als misdadiger, krijgt de schuld)
  9. wie met honden omgaat, krijgt vlooien (=wie in slecht gezelschap verkeert, neemt slechte gewoonten over)
  10. wie veel eist krijgt veel. Wie te veel eist krijgt niets (=je kan door het te vragen veel bij mensen gedaan krijgen, maar als je onredelijk wordt zal je worden overgeslagen)

31 betekenissen bevatten `krijgt`

  1. al etende krijgt men trek / honger. (=al etende krijgt men steeds meer trek (ook figuurlijk).)
  2. het ene woord haalt het andere uit (=als de ene persoon een grote mond opzet, krijgt die dat van de ander terug)
  3. grijze haren zijn kerkhofsbloemen (=als je grijze haren krijgt, ben je niet zo ver van het kerkhof)
  4. een gegeven paard mag men niet in de bek kijken. (=als men een geschenk krijgt, dan moet men niet zoeken of er hier of daar wat aan mankeert.)
  5. wat men afdingt is het eerst betaald (=als men het goedkoop krijgt, is het vlugger betaald)
  6. wie vuur eet schijt vonken (=als men iets gevaarlijks onderneemt krijgt men nare gevolgen)
  7. dat is geen geld (=dat is erg goedkoop als je ziet wat je ervoor krijgt)
  8. het paard dat de haver verdient krijgt ze niet (=diegene die het goede gedaan heeft, krijgt de beloning niet)
  9. iemand iets door de neus boren (=ervoor zorgen dat iemand iets niet krijgt)
  10. geld verzoet de arbeid (=geld dat je krijgt maakt het harde vervelende werk weer goed)
  11. er is tuk aan de hengel (=hij heeft beet (krijgt zijn zin))
  12. boontje komt om zijn loontje (=hij krijgt wat hij verdient, de gevolgen zal iemand altijd wel een keer moeten gaan dragen)
  13. de wereld is een schouwtoneel elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
  14. de wereld is een pijp kaneel ieder likt eraan maar krijgt niet veel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
  15. hoogmoed komt voor de val (=iemand die erg trots is of hoogmoedig, krijgt gauw de bijbehorende ellende)
  16. wie aan de weg timmert heeft veel bekijks (=iemand die grote beslissingen moet nemen, krijgt vaak ook veel kritiek)
  17. een brutaal mens heeft de halve wereld (=iemand die wat durft te zeggen krijgt het meestal wel voor elkaar)
  18. iemand bont en blauw slaan (=iemand zo slaan dat hij een dik gezicht met blauwe en geel blauwe vlekken krijgt)
  19. de kleren maken de man (=iemands kleding bepaalt het aanzien dat hij krijgt)
  20. een koekje van eigen deeg (=iets geven (of krijgen) wat oorspronkelijk bedacht is door degene die het krijgt (of geeft))
  21. de koe trekt de melk op. (=je krijgt niet wat je verwachtte)
  22. gebraden duiven vliegen niemand in de mond (=je krijgt niets zomaar (zonder er enige moeite voor te doen))
  23. je zult stokvis eten. (=je krijgt slaag.)
  24. kijk een gegeven paard niet in de bek (=je mag niet klagen over de kwaliteit van iets dat men gratis krijgt)
  25. de zon in het water kunnen zien schijnen (=kunnen verdragen dat een ander ook iets krijgt)
  26. zo men zaait zo zal men oogsten (=men krijgt loon naar werken)
  27. het beste brood ligt voor het venster. (=wat je ziet is niet per se wat je krijgt)
  28. wie het onderste uit de kan wil hebben die valt het lid op de neus (=wie altijd het uiterste wil, krijgt uiteindelijk niets)
  29. wie de naam heeft, krijgt de daad (=wie bekend staat als misdadiger, krijgt de schuld)
  30. wie eerst komt eerst maalt (=wie eerst komt krijgt het beste)
  31. in het hoekje zitten waar de slagen vallen (=zich in een groep bevinden die altijd het moeilijk heeft of problemen krijgt)

50 dialectgezegden bevatten `krijgt`

  1. 'n loopn'de hond vangt altied wel 'n bot (=iemand die onderweeg is krijgt altijd wel iets) (Westerkwartiers)
  2. 'n vleegende krauw vunk mië dan ein zittende (=iemand die op veel plaatsen komt, krijgt meestal ook vanalles) (Steins)
  3. 't Trekt a.ltied óp de vörste mök (=De voorloper krijgt de klappen) (Genneps)
  4. 't wordt 'em hiet onner de voet'n (=hij krijgt het behoorlijk benauwd) (Westerkwartiers)
  5. ' t wird tied det t' r ins get aan dae sjnor krieg (=het wordt tijd dat hij een vriendin krijgt) (Roermonds)
  6. a ee gieël wa beziengs (=hij heeft heel wat bekijks, hij krijgt heel veel aandacht) (Meers)
  7. Aa kreigget wee (=Hij krijgt het weer) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  8. agge die op oew dak krijgt (=daar kun je beter geen onenigheid mee hebben) (Oudenbosch)
  9. aggut nou nie doe, doegut nooit nie mir (=als u het nu niet doet, krijgt u nooit meer een kans) (Bredaas)
  10. alle boom'm vang'n wiend (=wie je ook bent, elk krijgt wel eens tegenslag) (Westerkwartiers)
  11. alles vur t'jong (=het kind krijgt alles) (`t-Heikes)
  12. as 't reeg'nt, reeg'nt op alle doak'n (=iedereen krijgt wel tegenslag te verwerken) (Westerkwartiers)
  13. as de meule klap'm gef, piep'm de jong'n (=janken als je klappen krijgt) (Klazienaveens)
  14. as een ou schuur ont brangen gerokt is er geen blussen oan (=als een ouder het in 't hoofd krijgt om te trouwen, is er geen tegenhouden aan) (Sint-Niklaas)
  15. asset raengert, raengert et op alle daoke (=ieder krijgt wel eens tegenslag) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. aste mèt den hond slieps krijgs te z'n vlie. (=Wie bij de hond slaapt, krijgt zijn vlooien.) (Genker)
  17. aste stek stijf steet, ès ten aajl al vliege (=als een man een erectie krijgt verliest hij zeker zijn verstand) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. aste zen eege kons verkope, legge d' aander dich vanzelf én de boëveste loj (=alleen een piepend wiel krijgt olie) (Bilzers)
  19. Azje ' n ków wiltj mêlleke mójjen uch bukke (=Je krijgt iets niet cadeau) (Weerts)
  20. bau holter ët toch mér ammël aut (=hoe krijgt hij het toch altijd maar bij mekaar) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. D^er, hier hedde alles (=Nou goed dan, je krijgt alles) (Ewijk (Euiwwiks))
  22. d'r goan veul makke schoap'm ien 'n hok (=met een beetje inschikken krijgt iedereen een plekje) (Westerkwartiers)
  23. da krijgde de seskes van (=daar krijgt men de zenuwen van) (Booms)
  24. daaj hèt get aon hërren tram (=zij krijgt weer veel te verwerken) (Munsterbilzen - Minsters)
  25. dae ’t langst laeftj haet ’t hieël, de koe mèt de besebaandj (=degene die overblijft, krijgt alles) (Heitsers)
  26. dae geet nog ën goej pijp roke, dattër mér waach (=die krijgt de rekening nog gepresenteerd, even afwachten !) (Munsterbilzen - Minsters)
  27. dae gerokter naut aut (=hij krijgt het nooit afbetaald) (Bilzers)
  28. Dae is nog greuner as ein verke (=Iemand waar je niks van krijgt) (Hunsels)
  29. dae kriegtj d’r ‘n roeëj höd van (=hij krijgt er een rood hoofd van) (Heitsers)
  30. dae meuktj niks naat (=hij krijgt niets klaar) (Heitsers)
  31. dae zën ooge zin grutter as zëne mond (=hij heeft meer eten genomen dan hij op krijgt) (Munsterbilzen - Minsters)
  32. Dalik dan versaws ich dich ein (=Jij krijgt dadelijk klappen (als je niet ophoudt)) (Gelaens (Geleens))
  33. Dao kumptj 'ne vreemdje haan oppe-n hoof (=Als iemand verkering krijgt) (Weerts)
  34. dat gijt 'em niet ien 'e kolle kleer'n zitt'n (=daarvan krijgt hij nog wel last) (Westerkwartiers)
  35. dat muuske het nog wel 'n steertje (=dat krijgt nog wel een vervolg!) (Westerkwartiers)
  36. de duvel schit altied op de dikste bult'n (=wie geld heeft krijgt er nog meer bij) (Westerkwartiers)
  37. de hûbs toch altijd den dikste (=je praat juist zolang dat je toch weer gelijk krijgt) (Bilzers)
  38. de katte zit in d'orlooge (=hij krijgt geen praat meer) (Gents)
  39. de klein'n angnog on de mem (=het kind krijgt nog borstvoeding) (Ninoofs)
  40. de kons mich toch nie op ze piëd krijge (=je krijgt me toch niet opgejaagd) (Munsterbilzen - Minsters)
  41. de kraajgs van mich gene roje sent (=je krijgt van mij geen geld) (Munsterbilzen - Minsters)
  42. dê kriet ie nie (=dat krijgt hij niet) (Boakels)
  43. de laajste vêrkë krijge de dikste ekëls (=niet iedereen die het verdient krijgt het beste loon) (Munsterbilzen - Minsters)
  44. de maus ëm hëbbe (=ge krijgt hem gratis, ik moet hem niet) (Munsterbilzen - Minsters)
  45. de molp ès al goed ont staute (=ze krijgt al mooie borstjes) (Munsterbilzen - Minsters)
  46. de vaulste verke krijge t beste stroi (=De beste werkman krijgt niet altijd het beste loon) (Bilzers)
  47. de werd és één graute kërmes en doë mauste e tijdsje plezier maoke (=de wereld is een schouwtoneel, elk krijgt een rol en speelt zen deel) (Munsterbilzen - Minsters)
  48. de zweet steed èn zën haan (=hij krijgt het benauwd (fig)) (Munsterbilzen - Minsters)
  49. den duvel scheit altijd op de grote hoop (=die veel geld heeft, krijgt nog meer geld) (Hoogstraats)
  50. Den jög zich nog 'ns te bast'n. (=Die krijgt nog eens een dodelijk ongeval.) (Aaltens)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen