5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `wezen`
- `t Moet al een ruige hond wezen, die twee nesten warm houden kan (=alleen een rijke man kan er een tweede vrouw op na houden)
- dat zal mij een zorg wezen (=daar trek ik me niets van aan)
- het zal je kind maar wezen (=je zal er maar voor op moeten draaien)
- het zal me worstwezen (=het maakt voor mij geen enkel verschil)
- je wezenloos schrikken (=erg schrikken)
10 betekenissen bevatten `wezen`
- een blauwe scheen lopen (=afgewezen worden)
- een korf krijgen (=afgewezen worden)
- een blauwtje lopen (=afgewezen worden (in de liefde))
- kunnen lezen en schrijven (=al lange tijd goede diensten bewezen hebben)
- altijd de kwade pier zijn (=altijd als de schuldige aangewezen worden)
- oude wijn in nieuwe zakken (=de zaken zijn anders gepresenteerd, maar niet wezenlijk veranderd)
- gewicht in de schaal leggen (=een wezenlijk deel bijdragen)
- elke ketter heeft zijn letter (=ieder denkt dat de eigen mening bewezen kan worden)
- jij raapt nog geen stro van de aarde (=je hebt nog niets verwezenlijkt)
- aan je palen trekken (=zonder mededeling inpakken en wegwezen)
47 dialectgezegden bevatten `wezen`
- 'k zal mij wel weer opovver'n (=ik zal wel weer de minste wezen) (Westerkwartiers)
- a ee veel wezen (=hij is opmerkzaam) (Meers)
- Aargens drok op wezen (=Ergens tuk op zijn) (Giethoorns)
- Altied op de tjak wezen (=Vaak bij de weg wezen) (Giethoorns)
- An de latten wezen (=Heel moe zijn) (Giethoorns)
- bin dr die at er nie bin me toch mossen wezen (=er zijn) (Zeeuws)
- da wezen eetij niet (=dat inzicht heeft hij niett) (Brakels)
- da zal op niet endigen gullèk Wannes zè wezen (=dat zal op niets eindigen) (Sint-Niklaas)
- Dan mot je rap wezen / ...en rap! (=Iemand vertellen dat hij snel moet zijn) (Lopiks)
- Daor wi-k of wezen (=Ik weet het niet zeker) (Giethoorns)
- Dat zou wel is kennen wezen (=Dat zou wel is zo kunnen zijn) (Boskoops)
- De benen uut d'aoken lopen (=Druk bezig wezen) (Giethoorns)
- De kop oranje em-m (=Kwaad wezen) (Giethoorns)
- De kop oranje hebben (=Kwaad wezen) (Giethoorns)
- Die mag er wel wezen (=Wordt gezegd van een fors persoon) (Giethoorns)
- è vertrok geen spier in zè wezen (=zijn gelaatsuitdrukking veranderde niet) (Sint-Niklaas)
- e wezen gullèk een volle moan (=een groot vet, rond gezicht) (Sint-Niklaas)
- een mot op a wezen (=een slag in het gezicht) (Temses)
- en lik vor je wezen (=tik op je vinger) (Urkers)
- Er gelooid op wezen (=Er ergens tuk op zijn , belang bij hebben) (Giethoorns)
- Even stille wezen (=Bidden voor en na het eten) (Giethoorns)
- Even stille wezen (=Bidden , bv voor of na het eten) (Giethoorns)
- Even stille wezen even aachter de pette (=Bidden voor het eten) (Giethoorns)
- flak in ze wezen (=vlak in zijn gezicht) (Veurns)
- gae de bree veertien maer op (=weg wezen) (Zeeuws)
- Goed te passe wezen (=Goed in je doen zijn) (Hierdens)
- hij sloeg mee ne klipper op zij wezen (=hij sloeg mee ne stok op zijn gezicht) (Temses)
- In dos wezen (=In de war zijn) (Volendams)
- laote kènder, vrig weze (=als je laat kinderen krijgt, zullen ze vlug wezen zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- Moeste z'n wezen gezien he'n (=Had je zijn gezicht moeten zien) (Hansbeeks)
- mooi óp glee wezen (=goed op gang zijn) (Steenwijks)
- Mot je bij zijn zijn (=Moet bij hem wezen) (Delfts)
- ne lap in au wezen (=een slag in uw gezicht) (Wetters)
- Neet good dege wezen (=Niet goed wijs zijn) (Steenwijks)
- Niet al te tierig wezen (=Niet in goede gezondheid verkeren) (Giethoorns)
- t mo a lekker wezen wil k t nie lussen (=lekker eten) (Zeeuws)
- Tegen zijn gat / in zijn broek (=Dat zal niet waar wezen) (Hams)
- tza de leste jammer nie wezen (=jammer) (Zeeuws)
- uut de tied wezen (=overleden zijn) (Steenwijks)
- Vaeke op de tjak wezen (=Vaak bij de weg wezen) (Giethoorns)
- van 't padje af wezen (=in de war zijn) (Westlands)
- van de rel wezen (=van slag zijn) (beverwijks)
- van de rel wezen (=van slag zijn) (Westfries)
- van wezen zijn (=inzicht hebben) (Zottegems)
- wa fur e wezen trekte gé no weer (=hoe kijk jij nu weer) (Sint-Niklaas)
- wast ou wezen (=ga je gezicht wassen) (Stekens)
- zè wezen is verbrangd van de zon (=zijn gezicht is rood van de zon) (Sint-Niklaas)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen