12 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `weet`
- als je alles van tevoren weet, ga je liggen voor je valt (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
- een oude zwaluw weet haar nest. (=oude mensen hebben veel levenservaring.)
- een zweetje op iets halen (=zich ergens fel voor inspannen)
- eten dat je zweet en werken dat je het koud krijgt, dat zijn de waren. (=slecht personeel. Uit de tijd dat meiden en knechts bij de boer in de kost waren.)
- het is maar een weet (=als het eenmaal bekend is, is het niet moeilijk meer)
- je weet nooit hoe een koe een haas vangt (=het kan altijd nog op onverwachte wijze tot een oplossing komen)
- vrij buurmans` kind, dan weet je wat je vindt. (=het is verstandig om vast te houden aan wat bekend en vertrouwd is)
- wat de vos niet weet, weet de haas ook niet (=het is moeilijk iets te weten als het je nooit verteld is)
- wat niet weet, wat niet deert (=waar je geen weet van hebt kun je ook geen last hebben)
- weet wat je zegt, maar zeg niet alles wat je weet (=wees voorzichtig met woorden en je informatie)
- wie weet waarom de ganzen blootsvoets gaan? (=alles heeft een reden, ook al is die niet altijd even duidelijk)
- zo komt het luie zweet eruit (=gezegd van iemand die hard werkt)
28 betekenissen bevatten `weet`
- lieg ik, dan lieg ik in commissie (=als ik niet de waarheid vertel komt dat omdat ik niet beter weet of vertel wat anderen vertellen)
- geen bericht is goed bericht (=als je niet weet hoe het met iets of iemand gaat, kun je ervan uitgaan dat het goed gaat, zolang je geen slecht bericht ontvangt)
- dat is iemand met een gebruiksaanwijzing (=dat is iemand waarvan je weet hoe je met diegene om moet gaan)
- dat mag de duivel weten (=dat weet ik niet)
- doen alsof je neus bloedt (=doen alsof je van niets weet)
- je van de domme houden (=doen alsof men van niets weet)
- uit de lucht komen vallen (=doen alsof men van niets weet / erg plotseling en onverwacht)
- een vriendelijk gezicht brengt overal licht (=een vrolijk persoon weet vaak meer te bereiken dan een nors persoon)
- het is een kwade wind die niemand voordeel brengt (=er is altijd wel iemand die van de omstandigheden weet te profiteren)
- je op glad ijs wagen/begeven (=ergens over gaan praten waar die weinig van af weet)
- schoenmaker blijf bij je leest (=hou je niet bezig met dingen waar je niets van weet)
- een gewaarschuwd mens telt voor twee (=iemand die vooraf weet wat er fout kan gaan moet zich er maar op voorbereiden)
- een gladde vogel (=iemand die zich overal weet uit te redden op slinkse wijze)
- mijn naam is haas (=ik weet nergens van en wil er niks mee te maken hebben!)
- de boer op de bok liet de teugels vieren, het paard kende zelf de weg wel. (=je moet niet doen alsof je de beste bent, iemand anders weet ook wel wat)
- met de nachtschuit komen (=laat komen / iets vertellen dat iedereen al weet)
- je licht niet onder de korenmaat zetten (=meespreken, je mening geven en laten merken dat je er iets van weet)
- de vermoorde onschuld spelen (=net doen alsof je van niets weet)
- weten waar Petrus de sleutel had (=op de hoogte zijn van wat niet iedereen weet)
- om de kracht van het anker te voelen moet men de storm trotseren (=pas als men iets ernstig meemaakt, weet men op wie men kan vertrouwen)
- als een blinde over de kleuren oordelen (=spreken alsof men een kenner is, over iets waar men niets van weet)
- bij moeders pappot blijven (=thuis blijven - enkel spreken over iets waar men iets over weet)
- geen droge draad aan het lijf hebben (=totaal nat geregend zijn (soms ook : door en door bezweet))
- niets dan lege briefjes hebben in te brengen (=voorstellen waarvan je vooraf al weet dat deze toch niet bekeken worden)
- naar de bekende weg vragen (=vragen naar hetgeen men al weet / Overbodig handelen)
- wat niet weet, wat niet deert (=waar je geen weet van hebt kun je ook geen last hebben)
- wat het oog niet ziet, wat het hart niet deert (=wat je niet ziet en niet weet heb je ook geen last)
- beproeft alle dingen en behoudt het goede. (=weet wat er allemaal is, maar doe alleen de goede dingen)
50 dialectgezegden bevatten `weet`
- (jammer) weet je wat a zonde is:beuter an je had en drohen broe-ad eten (=spijtig) (Zeeuws)
- dn duuvl ist wys (=niemand weet het) (Lichtervelds)
- ...en guel den annekesnest (=... en wat weet ik niet nog allemaal / enzovoort) (Lochristis)
- 'k weetnie wè! (=Ik weet het niet, hoor.) (Zwevegems)
- 'k wit het waal (=ik weet het wel) (Sint-Niklaas)
- 'n pisboodschapke doen (=een boodschap doen om iets anders aan de weet te komen) (Westerkwartiers)
- 'n Wetenskapper deankt datte 't wet en 'n warkman wet 't (=een wetenschapper denkt dat hij 't weet en een werkman weet het) (Sallands)
- 'nen alweter (=iemand die altijd alles beter weet) (Sint-Niklaas)
- 't Es e zwalpei. (=Dronken nietsnut die blijft rondhangen. Of nietsnut die van geen hout pijlen weet te maken.) (Zelzaats)
- 't is triestig wè (='t is droevig, weet je) (Veurns)
- 't stond in 't veinsterblad (=Ik weet het, maar ik geef mijn bron niet prijs) (Ninoofs)
- ‘k’êt van iuëre zêën (=ik weet via-via) (Kaprijks)
- ' k bënne beskid (=ik weet genoeg) (Menens)
- ' t Zal em ' n gotje voere (=Hij weet nog niet waar hij aan begint) (Hals)
- a geboert ém va krommenoeës (=hij doet alsof hij er niets van af weet) (Meers)
- a ne zot zalt grouë (=zelfs een gek weet dat) (Temses)
- a weet va veren nie datten vanachter liëeft (=hij loopt in de wolken) (Ninoofs)
- A wét van gien out paole nemie te make (=Hij weet niet van welk hout pijlen maken) (Mechels (BE))
- a wet van giën out plaanke moake (=hij heeft niets en weet niet meer wat te beginnen) (Antwerps)
- a wet van toeten of bloaze (=hij weet er niets van) (Antwerps)
- a wet van tuten noch blèiz'n (=hij weet van niets) (Meers)
- Aa wet van toete of blauze (=Hij weet er helemaal niets van) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- aai geboart van krommen oas (=Hij doet alsof hij van niets weet) (turnhouts)
- ae wit van toet'n of bloaz'n / noch bloaz'n (=hij is totaal niet op de hoogte / weet er niets van af) (Wichels)
- aggetmorwet (=als je dat maar weet) (Antwerps)
- aggudèmarwet (=als je dat maar zeker weet) (Brakels (gld))
- Aggut nie mir wit vatte kit (=Als je het niet meer weet gebruik je kit) (Geldermalsens)
- al slichtste mich daud, wiët ich nog vanniks (=sla me dood, ik weet het niet) (Bilzers)
- alle boatn (h) elpm, zei 't muuzetje, en 't piste in de zeeë (traditionele zei-spreuk, die gezegd wordt als iemand met goede bedoelingen iets doet waarvan men van tevoren weet dat het bitter weinig zal uithalen) (=alle baten helpen, zei 't muisje, en 't piste in de zee) (Klemskerks)
- alles is moar 'n wiet (=als men iets weet is het niet ingewikkeld) (Westerkwartiers)
- Als ge het nie wit dan doede ut mee kit (=Als je het niet meer weet) (brabants)
- als ge het nie wit kende ut altijd nog behange (=als je het niet weet (als grap) ) (brabants)
- as g'et mo wet (=als je het maar weet) (Brussels)
- As ge da mor wit (=Als je dat maar weet) (Hams)
- as ge me oe ermoei geen road wit, ben de nie werd de ge ze het (=als je met je armoede geen raad weet ben je niet waard dat je ze hebt) (Heezers)
- As ie roekt dan wet ie of `t stinkt (=Als je ruikt dan weet je of het stinkt) (Twents)
- asof de steen'n spreek'n (=hoe dit bekend is geworden weet niemand) (Westerkwartiers)
- assemdamorwet (=als hij dat maar weet) (Antwerps)
- aste gees vèsse moeste iës wiëte ofter wol vès zit (=je moet de klok niet willen luiden als je niet weet waar de klepel hangt) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste moes wiëte wo ich wiët, dan worste ook ne slimme mins (=niemand weet beter dan ik!) (Bilzers)
- au es van za gat gieën mieëster (=hij weet niet waar hij mee bezig is) (Ninoofs)
- beuter an je had strieken en droog broead eten (=weet je wat zonde is) (Zeeuws)
- Botter op je kont smeren en dreug brood eten! (=weet je wat zonde is) (Putters)
- d' n heeml' est wijs (=niemand van ons die het weet (de oplossing) ) (Waregems)
- da 'k wit wa'k heb (=dan weet ik wat ik heb) (Eindhovens)
- Da ge bedankt zèt, dè witte war! (=Je weet dat ik dankbaar ben!) (brabants)
- Da ge bedankt zij da wette (=Dat je bedankt ben dat weet je) (Werkendams)
- Da komde nie aon de weet (=daar ga je nooit het fijne van weten) (Hoogstraats)
- da vielste on ze watter (=dat weet je van te voren) (Munsterbilzen - Minsters)
- da waiknt (=dat weet ik niet) (Oldambsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen