35 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `vang`
- alle molens vangen wind. (=iedereen die meedoet zal een deel van de opbrengst opeisen)
- bot vangen (=ernaast pakken, het niet krijgen)
- de eerste stoot opvangen (=de eerste problemen opvangen)
- de molen is/loopt door de vang (=de zaak of persoon is in de war (gek))
- dieven met dieven vangen (=mensen die niet eerlijk zijn of gemeen, moet je op dezelfde manier ook behandelen)
- een bliek (spiering) uitgooien om een snoek te vangen (=met zo min mogelijk kosten proberen maximale winst te behalen)
- een oude vogel is niet licht te vangen. (=ervaren mensen laten zich niet makkelijk foppen.)
- een paling (snoek) gevangen hebben (=iemand die per ongeluk in het water is gevallen)
- een snoek vangen. (=in het water vallen)
- een spiering uitwerpen om een kabeljauw te vangen (=iets kleins aan een ander geven met de gedachte zelf iets groots terug te krijgen)
- een taling uitzenden om een eendvogel te vangen (=een kleinigheid opofferen om iets belangrijks terug te krijgen)
- een uil vangen (=een grote strop hebben)
- een vliegende kraai/vogel vangt/vindt altijd wat (=als je er maar op uit gaat, vind je altijd wel wat in je voordeel)
- een vos is niet licht met één strik te vangen. (=slimme mensen laten zich niet makkelijk foppen.)
- elkaar vliegen afvangen (=op onbeduidende details elkaar beconcurreren dan wel duidelijk willen laten uitkomen dat men zelf gelijk heeft en de ander niet)
- het geluk vliegt; wie het vangt die heeft het. (=geluk kan zo maar komen en zo weer gaan)
- het is alle dagen visdag maar geen vangdag (=als de buit of vangst tegen valt)
- hier niet zijn om vliegen te vangen (=niet gekomen om de tijd de verdoen)
- hoge bomen/masten vangen veel wind (=in een hoge positie heeft men ook veel verantwoordelijkheid)
- iemand een vlieg afvangen (=iemand te vlug af zijn)
- in zulk water vangt men zulke vissen (=van dat slag volk mag men dat verwachten)
- in zulke vijvers vangt men zulke vissen (=van dat slag volk mag men dat verwachten)
- je weet nooit hoe een koe een haas vangt (=het kan altijd nog op onverwachte wijze tot een oplossing komen)
- men vangt meer vliegen met honing/stroop dan met azijn (=door vriendelijk te zijn bereik je meer bij iemand dan met lelijke woorden)
- met onwillige honden is het slecht hazen vangen (=het is moeilijk om samen te werken met mensen die niet willen)
- met open armen ontvangen (=erg hartelijk ontvangen worden)
- met spek vangt men muizen (=met veel vrijgevigheid kan men iedereen overhalen)
- niet voor een gat te vangen (=niet door één moeilijkheid te ontmoedigen)
- om vliegen te vangen (=om te luieren (niets te doen))
- onder een hoedje te vangen zijn (=zeer stil en gedwee zijn)
- op het eind van de fuik vangt men de vis. (=de volhouder wint)
- te vangen als een aal bij zijn staart (=moeilijk te vatten)
- vang vossen met vossen (=je moet een slimme persoon vangen door slim te zijn)
- vissen met de handen vangen (=profiteren van het werk van anderen)
- wie slaapt vangt niks (=je moet wel opletten)
24 betekenissen bevatten `vang`
- het is alle dagen visdag maar geen vangdag (=als de buit of vangst tegen valt)
- dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
- geen bericht is goed bericht (=als je niet weet hoe het met iets of iemand gaat, kun je ervan uitgaan dat het goed gaat, zolang je geen slecht bericht ontvangt)
- de eerste stoot opvangen (=de eerste problemen opvangen)
- de krenten uit de pap halen (=de meest aantrekkelijke gedeelten voor zichzelf bestemmen, bijvoorbeeld de meest interessante taken uit een omvangrijk werk)
- in goede aarde vallen (=door de ontvanger goed ontvangen worden)
- een uiltje knappen (=een dutje doen (zogenaamd een vlinder vangen))
- een aflossing van de wacht (=een vervanging van de ene persoon door een andere)
- er is met hem te eggen noch te ploegen (=er is met hem niets aan te vangen)
- met open armen ontvangen (=erg hartelijk ontvangen worden)
- de bak indraaien (=gevangen genomen worden)
- de aap binnen/weg hebben (=het geld ontvangen hebben)
- een sigaar uit eigen doos presenteren (=iemand iets aanbieden dat in feite door de ontvanger zelf is betaald)
- iemand belet geven (=iemand niet ontvangen)
- de kast indraaien. (=in de gevangenis komen.)
- er is geen rooi mee te schieten (=je kan er niets mee aanvangen)
- er is geen land met hem te bezeilen (=je kan met hem niets aanvangen, omdat hij niet wil meewerken)
- vang vossen met vossen (=je moet een slimme persoon vangen door slim te zijn)
- wie zichzelf bewaart, bewaart geen rotte appel (=je moet voorzichtig omgaan met jezelf, want het is niet vervangbaar)
- je schrap zetten (=klaarmaken om de klap op te vangen)
- in verzekerde bewaring nemen (=opsluiten (in gevangenis))
- met een zilveren hengel vissen (=vis kopen in plaats van vangen. Ook: doel bereiken met bedrog)
- goed begonnen is half gewonnen (=wat niet aangevangen wordt komt ook nooit af. / Wanneer het begin van iets goed is, is de kans groter dat het goed eindigt)
- aan de vishaak bijten (=zich laten vangen, toehappen)
13 dialectgezegden bevatten `vang`
- 't vaalt niet met olle voss'n te vang'n (=ouderen met veel ervaring vang je niet snel) (Westerkwartiers)
- de meule es door de vang (=daar is geen houden meer aan) (Weerts)
- Dieje vang der ooch onner ö papiejrenhujke (=Die maak je alles wijs) (Stals)
- ei (zij) vang zèn (deur) pielewuiters (=iemand die in zijn neus peutert) (Sint-Niklaas)
- ge vang se gê zekere (=ben je gek) (Kaprijks)
- haat zen eege vür de gek, kloetemezjaur (=mij vang je daar niet mee, mijnheerke) (Bilzers)
- Jong vang dich eine baer (=Ga toch fietsen) (Roermonds)
- mokt dad an ui meetje wijs (=mij vang je daar niet mee) (Waregems)
- vang dich 'n hoon. (WT) (=Zoek het maar uit) (Mechels (NL))
- vang dich un hoon (=Je kan me wat) (nijswillers)
- vang dich unne bèr! (=Je kan me de pot op.) (Valkenburgs)
- vang diech unne baer (=Maak dat je weg komt) (Mestreechs)
- vang dig un hoon. (WT) (=Dat doe ik niet) (Mechels (NL))
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen