Spreekwoorden met `waarom`

Zoek

2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `waarom`

  1. elk waarom heeft zijn daarom (=elke gebeurtenis heeft een oorzaak)
  2. wie weet waarom de ganzen blootsvoets gaan? (=alles heeft een reden, ook al is die niet altijd even duidelijk)

2 betekenissen bevatten `waarom`

  1. de dood wil een oorzaak hebben. (=het is belangrijk onm te weten waarom iets gebeurt)
  2. iemand op het matje roepen (=iemand bij zich laten komen en om uitleg vragen waarom iets zo gedaan is)

49 dialectgezegden bevatten `waarom`

  1. 'ek iet van au oan (=waarom kijk je zo naar me) (Wichels)
  2. 'n goed verstoander het moar 'n haalf woord neudeg (=heel goed begrijpen waarom het draait) (Westerkwartiers)
  3. ejet zoag'n in tè (=waarom ben je aan het zagen) (Iepers)
  4. em ek achter leiges gevroogd (=waarom vertel je de waarheid niet) (Rotselaars)
  5. ènt bèd sterve de meeste laaj (=waarom ga je zo vroeg naar bed?) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. heb ich mësjuns get van dich aon (=waarom bekijk je me zo) (Bilzers)
  7. Heb ik iets van je aan, ofzo? (=waarom kijk je zo naar me?) (Rotterdams)
  8. ich bèn altijd ët pieëd mèt te lange nak (=waarom ik en niet een aander) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. ich geleef daste laajs höbs (=waarom zit je constant te krabben op je kop) (Munsterbilzen - Minsters)
  10. Ich höb gein muus gehad!! (=waarom zou je huiverachtig zijn van iets wat ik heb aangeraakt) (Steins)
  11. mè wiens aoste (=waarom zo gehaast) (Kortemarks)
  12. mè wiens oaste? (=waarom zo gehaast?) (Lichtervelds)
  13. nog ne kader en ze konne dich ophange (=waarom u zo schminken?) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. ouijlegen: Vé wouijnz'n ouijlege zaa'k da doen (=waarom zou ik dat doen) (Lebbeeks)
  15. seffës raajdste daaj hërre soutjae nog aut (=waarom rij je zo kort langs die vrouw) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. snapste nau vër wo ich tich nog nie ns zien boemele (=begrijp je nu waarom ik je nog niet zie hangen) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. Verwa tude gij da nou alla (=waarom doe jij dat nu toch) (Temses)
  18. Verwa zè dje zoe brûtzoadig tege mich (=waarom ben je zo grof tegen mij) (Walshoutems)
  19. verwao trèkste zau e lank gezich (=waarom ben je zo boos?) (Bilzers)
  20. voe wa doeie dadde (=waarom doe je dat) (Bachten de kupes)
  21. voe wienne (=waarom) (Veurns)
  22. voe wiens illigen (=waarom zou ik dat doen) (Kortemarks)
  23. Vraag me niet hoe of waarom (=Ik weet het niet) (Rotterdamse straattaal)
  24. vrolaaj haage van simpel zaoke, waaj ne man (=waarom het moeilijk maken als gemakkelijk ook gaat) (Munsterbilzen - Minsters)
  25. Vür e stëkske wos moeste geen heil vêrke én haus haole (=waarom nog (her-) trouwen?) (Bilzers)
  26. Wa kiekte! Heb ik wa van oe àn!? (=Wat wil je? waarom kijk je me zo aan!?) (Helenaveens)
  27. wa komme kik ier nu van passe (=waarom word ik hier nu mee vergeleken) (Harelbeeks)
  28. Wadanniet? (=waarom niet?) (Volendams)
  29. Wah kijkie dan!? (=waarom kijk je naar me?) (Rotterdams)
  30. Wat kijk je lang! (=waarom kijk je naar me?) (Amsterdamse straattaal)
  31. Wat kijk je lang. (=waarom zo'n lang gezicht?) (Amsterdamse straattaal)
  32. wilste mesjin zen waor te koop aonbieje (=waarom heb je je bloesje zo ver openhangen) (Munsterbilzen - Minsters)
  33. wirrem nie - dirrem nie (=waarom niet daarom niet) (Zeeuws)
  34. wirrum nie, noe dirrum nie (=waarom niet) (Zeeuws)
  35. wo zitste doë te nikse (=waarom doe je niets) (Munsterbilzen - Minsters)
  36. wô zitste toch mér zën maul aof te spiële (=waarom zit je zo te grommelen) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. wo(r)veur(n) da(-dde) den, vurwa da den, waarom da ten (=waarom dat dan) (Wichels)
  38. woarom dus't dat? (=waarom doe je dat?) (Westerkwartiers)
  39. Woarom e'je da vandoen (=waarom heb je dat nodig) (Bambrugs)
  40. woarom schelds't mij uut (=waarom scheld je mij uit) (Westerkwartiers)
  41. woarom stodde dor te duppen? (=waarom staat gij daar te twijfelen?) (Sint-Niklaas)
  42. Woarùm dinde gij dè? (=waarom deed je dat?) (Helenaveens)
  43. Woarum goa je niet binnendeur, da's toch veul richter (=waarom ga je niet binnendoor, dat is toch veel korter) (Renkums)
  44. woarumme ei'j mien det niet ezegd (=waarom heb je mij dat niet gezegd) (Zalks)
  45. woorom zejje dwees? (=waarom ben je lastig?) (Aalsters)
  46. wurrum doede gij déh (=waarom doe je dat?) (nederasselts)
  47. Wurrum duude gij da (=waarom doe je dat) (Maas en waals)
  48. wörum naaw dè geknaaw èn gemaaw (=waarom nu dat gevit) (Tilburgs)
  49. zen dieër steet nog oëpe, verwaachste nog bezik (=waarom staat je broek nog wagenwijd open?) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen