29 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `worden`
- aan een balk, die uit het bos gehaald wordt, moet veel gehakt worden, voor hij in het huis past (=in een religieuze groep, vereniging, etc,: je kunt leden uit een gemeenschap winnen, maar hun moet wel geleerd worden zich aan te passen)
- als de ene hand de andere wast worden ze beide schoon (=de taak wordt gemakkelijk als je elkaar helpt)
- als een lam ter slachtbank geleid worden (=weerloos zijn)
- boeren en varkens worden knorrend vet (=een boer die klaagt heeft daar wellicht geen reden toe)
- de breedste riemen worden uit andermans leer gesneden (=het is gemakkelijk met kwistige hand te beschikken over wat een ander toebehoort)
- door het verleden achtervolgd worden (=problemen of fouten van vroeger blijven invloed hebben.)
- een harde dobber (zijn/worden) (=niet gemakkelijk (zijn/worden))
- er heet noch koud van worden (=zich nergens iets van aantrekken)
- gestolen kunnen worden (=van geen belang meer zijn - niet langer nodig zijn)
- gezien mogen worden (=er goed uitzien)
- gezien worden als een rotte appel/kool bij een fruitvrouw/groenvrouw (=er niet erg welkom zijn)
- groen en geel voor de ogen worden (=duizelen en/of erg van schrikken)
- iets niet koud laten worden (=ergens onmiddellijk op ingaan)
- in het diepe gegooid worden (=in een baan aan het werk moeten zonder ingewerkt te worden)
- je woorden worden weer thuisgebracht. (=als je iets negatiefs zegt kan dat leiden tot negatieve gevolgen voor jezelf)
- kinderen die vragen worden overgeslagen (=brutale kinderen die altijd overal om vragen, worden genegeerd)
- lieverkoekjes worden hier niet gebakken (=zin of geen zin, je moet het doen)
- met alle zonden van Israël beladen worden (=voor alles de schuld krijgen)
- met de maat waarmee gij meet, zal u weder gemeten worden (=op de manier zoals je een ander behandelt zal je ook zelf behandeld worden)
- met een baksteen in de maag geboren worden (=graag een huis willen hebben dat van jezelf is, dat je eigendom is)
- ook de ceders van Libanon worden afgehouwen (=ook heilige dingen vergaan)
- ridder te voet geworden zijn (=rijkdom is verdwenen)
- slapende rijk worden (=veel geld verdienen zonder er iets voor te moeten doen)
- snotterige veulens worden de gladste paarden. (=kwajongens die nergens voor lijken te deugen, worden vaak flinke mannen)
- van je á propos gebracht worden (=in de war gebracht worden)
- vieze varkens worden niet vet (=wie overal vies van is, zal niet veel te eten krijgen)
- waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
- wat Jantje is zal Jan worden. (=wel ouder worden maar dezelfde streken houden)
- zo rood worden als een kalkoense haan (=bloedrood worden (van schaamte))
183 betekenissen bevatten `worden`
- het licht zien (=1: begrijpen wat men daarvoor nog niet begreep 2: geboren worden, ontstaan)
- kinderen die zwijgen zullen ook nooit wat krijgen (=aanvulling op `Kinderen die vragen worden overgeslagen.`)
- iemand het hof maken (=aardig tegen iemand doen in de hoop aardig gevonden te worden)
- een korf krijgen (=afgewezen worden)
- een blauwe scheen lopen (=afgewezen worden)
- een blauwtje lopen (=afgewezen worden (in de liefde))
- boven water zijn (=alles is bekend geworden of is teruggevonden)
- men noemt geen koe bont, of er is een vlekje aan (=als er allerlei vervelende dingen worden verteld is er vast wel iets van waar)
- aan een boom zo vol geladen, mist men een twee pruimpjes niet (=als er van iets grote hoeveelheden zijn, kan er wel wat gemist worden)
- dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
- een pakje wordt een zakje. (=als je een probleem niet aanpakt kan het zich uitbreiden en erger worden.)
- ongevraagd, ongeweigerd (=als je iets doet waarvoor geen toestemming is gevraagd kan het achteraf niet meer geweigerd worden omdat het al gebeurd is)
- waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
- wie zijn klomp breekt, schiet gemakkelijk uit zijn slof (=als je wordt teleurgesteld, kun je gemakkelijk boos worden)
- de appel wegdragen/winnen (=als schoonste erkend worden)
- uitdrogen als een Harderwijker (=alsmaar vervelender worden)
- altijd de kwade pier zijn (=altijd als de schuldige aangewezen worden)
- ten grave dalen (=begraven worden)
- aan het licht komen (=bekend worden van ongunstige dingen)
- op de bon gaan (=bekeurd worden)
- eer is teer (=beledigd worden doet pijn)
- in de val lopen (=betrapt worden)
- tegen de lamp lopen (=betrapt/gesnapt worden)
- om kaneelwater lopen (=beuzelwerk doen - van het kastje naar de muur gestuurd worden)
- de kerk in het midden laten (=bij een meningsverschil geven beide personen wat toe om het eens te worden)
- in een goed blaadje staan (=bijzonder gewaardeerd worden)
- op de been blijven (=blijven staan; niet ziek worden; niet verslagen worden)
- zo rood worden als een kalkoense haan (=bloedrood worden (van schaamte))
- de gal loopt over (=boos worden)
- in de gordijnen klimmen (=boos worden)
- kinderen die vragen worden overgeslagen (=brutale kinderen die altijd overal om vragen, worden genegeerd)
- daar zal wat zwaaien (=daar zal een hartig woordje gesproken worden)
- die snaar moet men niet aanroeren (=daarover moet niet gesproken worden)
- dat staat op de agenda (=dat gaat nog gebeuren; dat gaat nog besproken worden)
- dat is een bal voor open doel (=dat is een opmerking waar een zeer voor de hand liggend weerwoord op gegeven kan worden)
- iets op je lever hebben (=dat je nog iets wilt uiten, dat er iets is dat je heel erg dwars zit en dat gezegd moet worden)
- door het kluisgat aan boord komen (=de lagere rangen doorlopen alvorens bevelhebber te worden)
- de grote vissen eten de kleine (=de ondergeschikten moeten doen wat de baas zegt / het slachtoffer worden van overmacht.)
- de dans om het gouden kalf (=de strijd om rijk te worden)
- mundus vult decipi (=de wereld wil bedrogen worden)
- je beslag krijgen (=definitief ten einde lopen , beslist worden)
- dat zaakje zal wel doodbloeden (=die kwestie zal geleidelijk aan wel worden vergeten)
- die is niet voor de poes (=die moet als tegenstander niet onderschat worden)
- je kan niet door een muur lopen, behalve als er een deur in zit (=dingen kunnen alleen gedaan worden als er een reële kans toe is)
- genadebrood eten (=door anderen onderhouden worden)
- je trekken thuis krijgen (=door anderen op dezelfde manier behandeld worden als je hun behandelde (bv met een streek))
- in goede aarde vallen (=door de ontvanger goed ontvangen worden)
- tijd slijt (=door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge dingen minder erg)
- tijd heelt alle wonden (=door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge dingen minder erg)
- door de mand vallen (=doorzien worden)
50 dialectgezegden bevatten `worden`
- 'j es zijn kluutn goan schuurn (=hij loopt weg als er moet gewerkt worden) (Knesselaars)
- 'k kan 't nie al mee 'n schèrtje knip'n (=als iets niet precies eerlijk verdeeld kan worden) (Zeeuws)
- 'k Wil hier dood nog niet zien worden (=Hier wil ik echt niet zijn.) (Drents)
- 'kom up mien tyd. (=geïrriteerd worden) (Poperings)
- 't autgemaete krijge (=de les gespeld worden) (Bilzers)
- 't hoge woord moet d'r uut (=de waarheid moet nu worden verteld) (Westerkwartiers)
- 't is 'n wet ven Meed'n en Perz'n (=deze wet moet altijd gehandhaafd worden) (Westerkwartiers)
- 't is ont vurreten (=het is heter aan het worden) (Sint-Niklaas)
- 't keurtn van de daugen (=in het najaar worden de dagen minder lang) (Meers)
- 't moet eerst minner word'n veurdat 't beder wordt (=het moet eerst minder mooi worden voordat het fraaier wordt) (Westerkwartiers)
- 't spul komt onner de hoamer (=de spullen worden bij opbod verkocht) (Westerkwartiers)
- 't stoet op gin beter'n (=het zal niet vlug beter worden) (Meers)
- 't zoe nen oudn ond verleën (=iedereen zou het beu worden) (Waregems)
- ' t mot eerst warre wil ' t reeje (=Het moet eerst een rommel zijn wil het weer netjes worden) (Alblasserdams)
- ' t Sal nen lembeeksen word' n (=Het zal een late avond worden) (Evergems)
- a zal gieënen ouën top skieëren (=hij zal niet oud worden) (Meers)
- aa(r) wörren (=oud(er) worden) (Wichels)
- aad wiëne ès ën graute guns, mér joenk blijve ès ën nog grutter kuns (=oud worden is een gunst, jong blijven een grotere kunst) (Munsterbilzen - Minsters)
- aah-er zen vodde zitteh (=opgejaagd worden) (Arendonks)
- aj woorn (=oud worden) (Kaprijks)
- Ajee zenne leste strongt ier geschete (=Hij zal weg gestuurd worden) (Antwerps)
- allet watter lüp noeë de zei (=de rijken worden steeds rijker) (Munsterbilzen - Minsters)
- amaai men erme (=mijn armen worden moe) (Winksels)
- An de achterste päppe lègen (=Slecht bedeeld worden) (Kampers)
- aof gaeve (=oud worden) (Munsterbilzen - Minsters)
- aofgesjieëp wiëne (=wandelen gestuurd worden) (Munsterbilzen - Minsters)
- As aoj scheure börre, esj slecht blusse (=Erg verliefd worden op zijn oude dag) (Weerts)
- As d-iene aand de aandre waast, worden ze beiden skone. (=De een helpt de ander zonder er geld voor te vragen) (Giethoorns)
- As d'iene haand de aandre waast, worden ze beide skone (=De een helpt de ander zonder er geld voor te vragen) (Giethoorns)
- As dienen aand de aandre waast worden beide skone (=De ene helpt de ander zonder geld hiervoor te vragen) (Giethoorns)
- As een plumppudding in elkaar zakkuh hij / zij zakte as un plumppudding(k) in mekaor (=niet goed worden / ineen zakken) (Utrechts)
- as ge ni oud wilt weurre moet a mor joenk oephange (=als je niet oud wil worden moet je je maar jong ophangen) (Antwerps)
- as te daogë lenge, geet te wènter strenge (=bij het lengen van de dagen, gaat het kouder worden) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ast lukt, kalft den os (=Het zal moeilijk worden om te verwezenlijken) (Herentals)
- Aste sloëpend rijk wils wiëne, moeste iës zien én sloëp te geraoke (=rijk worden is niet gemakkelijk) (Bilzers)
- Aste sloëpend rijk wils wiëne, moeste zen ooge goed oëpe haate (='t is niet gemakkelijk slapend rijk te worden) (Bilzers)
- aut zën kramme sjieëte (=kwaad worden) (Munsterbilzen - Minsters)
- aut zëne kroëm sjiete (=plots kwaad worden) (Munsterbilzen - Minsters)
- aut zene sloef sjiete (=kwaad worden) (Munsterbilzen - Minsters)
- autse vel springe (=kwaad worden) (Munsterbilzen - Minsters)
- begiene te kraoke (=oud beginnen te worden) (Tilburgs)
- beginn misn (=dement worden) (Kaprijks)
- beginne noë te lotte (=oud worden) (Munsterbilzen - Minsters)
- belofte mok sjuld en dae ze nie hult kraajg nen dikke bult (=beloften worden gemaakt om te houden) (Munsterbilzen - Minsters)
- Bende jelemaol betoeterd (=Inleiding om tot de orde geroepen te worden) (Ossendrechts)
- beumpie groot, plaantergie dood (=bomen worden oud) (Vechtdals)
- Bezorgd zien lik e kieksje op e barriege / stoksje (=Vertroeteld worden) (Veurns)
- Bi'j gek of wi'j 't worden (=Ben je gek) (Giethoorns)
- Bie d'n buk gezet weirdn (=Belazerd worden) (West-Vlaams)
- Bie Scherre goan liggen (=op Iepers kerkhof begraven worden) (Iepers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen