90 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `waar`
- al is de leugen nog zo snel de waarheid achterhaalt haar wel (=leugens komen altijd uit)
- alle waar is naar zijn geld (=van iets goedkoops mag je geen topkwaliteit verwachten)
- bergafwaarts gaan (=het gaat steeds slechter, bijvoorbeeld met iemands gezondheid)
- buiten de waard rekenen (=niet gerekend hebben op hoe anderen er werkelijk over denken)
- dat is een waarheid als een koe (=dat is overduidelijk waar)
- dat is nog geen haaienvin waard (=waardeloos)
- de drager kan het beste zeggen waar de schoen wringt (=degene die een probleem heeft, kan de kern van dit probleem vaak het scherpste benoemen)
- de eerste klap is een daalder waard (=een goed begin is het halve werk)
- de ene dienst is de andere waard (=wanneer iemand helpt, doet men graag iets terug)
- de klok hebben horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt (=ergens over gehoord hebben, zonder er echt iets van af te weten)
- de kurk waarop de zaak drijft (=de basis (steun) van het geheel)
- de laatste loodjes wegen het zwaarst (=het afwerken is vaak het lastigst)
- de pen is machtiger dan het zwaard (=woorden kunnen meer teweeg brengen dan wapens)
- de waarheid in pacht hebben (=denken de enige te zijn die de waarheid kent of vertelt)
- een gewaarschuwd mens telt voor twee (=iemand die vooraf weet wat er fout kan gaan moet zich er maar op voorbereiden)
- een goed hart is goud waard (=je treft niet snel meer mensen met een goed karakter)
- een goede daad is goud waard (=iemand helpen is goed)
- een haas is graag waar hij geworpen is. (=ieder wil graag zijn waar hij geboren is)
- een spreekwoord is een waar woord. (=spreekwoorden bevatten vaak waarheden of nuttige lessen waar je van kunt leren)
- een waarheid als een koe (=iets totaal vanzelfsprekends)
- een woord op zijn pas is een daalder waard (=spreken op het juiste ogenblik is waardevol)
- een zwaar hoofd in iets hebben (=er weinig kans in zien)
- eigen haard is goud waard (=het is nergens zo mooi als thuis / men hecht veel waarde aan het eigen bezit)
- elk waarom heeft zijn daarom (=elke gebeurtenis heeft een oorzaak)
- geen knip voor de neus waard zijn (=zijn vak niet kennen en er geen verstand van hebben)
- geen rooie cent waard (=waardeloos)
- geluk is de kunst een boeket te maken van de bloemen waar je bij kunt (=gelukkig leven met de gegeven mogelijkheden/beperkingen)
- goede raad is goud waard (=met goede aanwijzingen kan je heel veel doen)
- goede waar prijst zichzelf (=goed materiaal moet niet aangeprezen worden)
- het bloed kruipt waar het niet gaan kan (=de aard verloochent zich nooit)
- het is een slechte bruiloft waar maar één bruid is. (=op bruiloften worden vaak nieuwe relaties gevormd)
- het is kwaad stelen waar de waard een dief is. (=het is moeilijk om een bedrieger te bedriegen)
- het is niet overal zomer waar de zon schijnt. (=schijn bedriegt)
- het sop is de kool niet waard (=een onderwerp is te onbelangrijk om er aandacht aan te geven)
- het staat geschreven en gedrukt je moet krabben waar het jeukt (=problemen bij de bron aanpakken)
- het zijn niet de slechtste vruchten waaraan de wespen knagen (=over goede mensen worden vaak onaardige dingen verteld)
- het zout in de pap niet waard zijn (=niets presteren)
- het zwaard aangorden (=(zich klaarmaken om) de strijd aan (te) binden)
- het zwaard van Damocles (=iets wat snel of ieder moment kan gebeuren)
- ieder meent dat zijn eigen pak het zwaarst is. (=mensen overdrijven hun eigen moeilijkheden in vergelijking met die van anderen)
- iemand ongesuikerd zeggen waar het op staat (=iemand ongegeneerd de waarheid zeggen)
- iemand ongezouten de waarheid zeggen (=onverbloemd de waarheid zeggen, eerlijk zeggen waar het op staat)
- iets beneden zijn waardigheid achten (=iets niet willen doen omdat men vindt dat men een betere taak waard is)
- in het hoekje zitten waar de slagen vallen (=zich in een groep bevinden die altijd het moeilijk heeft of problemen krijgt)
- je kunt nooit weten waar een paling kruipt (=zeg nooit nooit)
- kinderen en dronkaards spreken de waarheid (=ze zeggen wat ze vinden, ze zijn ongeremd)
- komen waar de duivel zijn staart keert (=op een zeer onherbergzame plaats aankomen.)
- liefde is waar de geldbuidel hangt (=liefde is te koop)
- met de maat waarmee gij meet, zal u weder gemeten worden (=op de manier zoals je een ander behandelt zal je ook zelf behandeld worden)
- nog geen koude aardappel waard zijn (=weinig waard zijn)
216 betekenissen bevatten `waar`
- je leven in de waagschaal stellen (=actie ondernemen waarbij het eigen leven in gevaar kwam)
- men noemt geen koe bont, of er is een vlekje aan (=als er allerlei vervelende dingen worden verteld is er vast wel iets van waar)
- als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien (=als ervaren mensen waarschuwen moet je luisteren)
- lieg ik, dan lieg ik in commissie (=als ik niet de waarheid vertel komt dat omdat ik niet beter weet of vertel wat anderen vertellen)
- wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
- ongevraagd, ongeweigerd (=als je iets doet waarvoor geen toestemming is gevraagd kan het achteraf niet meer geweigerd worden omdat het al gebeurd is)
- wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen (=als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren door zich datgene toe te eigenen waar om gestreden wordt)
- aan elkaar gewaagd zijn (=beiden vrijwel evenwaardig zijn)
- in een goed blaadje staan (=bijzonder gewaardeerd worden)
- de ogen verblinden (=blind maken voor de waarheid)
- achter de schermen (=daar waar men het niet ziet)
- zo gaan er twaalf in het dozijn (=dat heeft weinig waarde)
- zo gaan er dertien in een dozijn (=dat heeft weinig waarde, is niet zo bijzonder)
- dat is een bal voor open doel (=dat is een opmerking waar een zeer voor de hand liggend weerwoord op gegeven kan worden)
- dat gaapt zo wijd als een oven (=dat is hoogst onwaarschijnlijk)
- dat is iemand met een gebruiksaanwijzing (=dat is iemand waarvan je weet hoe je met diegene om moet gaan)
- dat is een ver-van-mijn-bedshow (=dat is iets waar ik me helemaal niet mee bezighoud; dat is iets dat op grote afstand van hier gebeurt)
- daar is geen oogje vet meer op (=dat is niet veel meer waard)
- dat gaapt als een oven (=dat is onwaarschijnlijk)
- dat is een waarheid als een koe (=dat is overduidelijk waar)
- dat is een aalshuid (=dat is van weinig waarde)
- dat is naatje/pet (=dat is waardeloos)
- het waren allebeiden vuilaards. (=de een verwijt de ander iets waaraan hij zich)
- als een spin in het web (=de persoon of organisatie waar alles om draait)
- het land van belofte (=de plaats waar het goed toeven is)
- in de lift zitten (=de situatie waarin het zit wordt beter)
- dat is de hamvraag (=de vraag waar het om gaat)
- olie drijft boven (=de waarheid komt aan het licht)
- alles komt uit al moesten de kraaien het uitbrengen (=de waarheid komt altijd uit)
- de raven zullen het uitbrengen (=de waarheid komt hoe dan ook aan het licht)
- er geen doekjes om winden (=de waarheid onverbloemd vertellen)
- een draai aan iets geven (=de waarheid verdraaien)
- de kraaien zullen het uitbrengen (=de waarheid zal aan het licht komen)
- als men van de duivel spreekt trapt men hem op zijn staart (=degene waarover men spreekt, laat zich dikwijls op dat moment zien)
- de waarheid in pacht hebben (=denken de enige te zijn die de waarheid kent of vertelt)
- de nekslag geven (=door iets wordt de situatie een te groot probleem waardoor men het niet meer aan kan)
- de draad oppakken (=doorgaan van de plaats waar je was gestopt)
- de oren wassen (=duchtig ervan langs geven, de waarheid zeggen)
- de neus optrekken (=duidelijk maken dat men iets of iemand niet waardeert)
- is de paus katholiek? (=een antwoord op een vraag waarvan het antwoord overduidelijk `Ja` is)
- paradepaard (=een bezit, eigenschap, kunst of vaardigheid waar iets of iemand trots op is)
- iets in één adem uitlezen (=een boek waaraan je begonnen bent heel snel uitlezen, omdat je het zo spannend vindt)
- een Uriasbrief (=een brief waarin een verschrikkelijk bericht staat)
- een te grote broek aantrekken (=een doel stellen waarvoor je niet de benodigde middelen hebt)
- een goede haan kraait nog wel eens weer. (=een goede leider waarschuwt meer dan eens)
- een heilig huisje (=een herberg - een (voor de betrokkene) onaantastbare waarheid)
- een huis met gouden balken (=een huis met hypotheek bezwaard)
- een huis met zilveren pannen. (=een huis waar een hoge hypotheek op rust)
- iemand de wacht aanzeggen (=een laatste waarschuwing geven)
- een land van melk en honing zijn (=een land waar het goed en voorspoedig leven is)
50 dialectgezegden bevatten `waar`
- (antwoord) as se niet binnen binne binne se buten (an ut speule) (=waar zijn de kinderen?) (Leewarders)
- (waar is die gevelsteen van de ambachtsschool fan mien fader bleven?) (=waar een wil is, is een weg) (Leewarders)
- 'k drink nie uit da glas worda torjuust iemand ö gezabberd eet (=ik drink niet uit dat glas waar net iemand anders van dronk) (Sint-Niklaas)
- 'n ezel wordt nooit 'n peerd (=men kan beter doen waar hij goed in is) (Westerkwartiers)
- 'nen appel mè een mjasteek (=een appel waar een worm heeft ingezeten) (Sint-Niklaas)
- 't 'n e gieën woar (=het is niet waar) (Waregems)
- 't 'n es geeën woar (=het is niet waar) (Waregems)
- 't boov'mste moet eerst uut de zak (=waar men vol van is praat men over) (Westerkwartiers)
- 't es toch vanalzelevn geen woar zekere (=het kan toch geen waar zijn zeker) (Knesselaars)
- 't geet roar tou boe geen dier oan ès (=het gaat raar dicht waar geen deur aan is.) (Genker)
- 't is stille waar dat nie woit (=er wordt overal wel eens ruzie gemaakt) (Kaprijks)
- 't is toch waar (=mezinke) (Roeselaars)
- 't kiend bij de noam nuum'n (=zeggen waar het op staat) (Westerkwartiers)
- 't Mets in 't verke laote sjteake (=Niet afmaken waar je aan begonnen bent) (Mechels (NL))
- 't stoa geschréve en gedrukt, ge moet krabbe woar ut jukt (=Het staat geschreven en gedrukt, je moet krabben waar het jeukt) (Ossies)
- 't stoa geskreven en gedrukt daje moe skarten woar et jukt (=waar het jeukt, moet je krabben) (Avelgems)
- 't stoe geskreven en gedrukt, ge moetj krabben wurdat ukt (='t staat geschreven en gedrukt, je moet krabben waar het jeukt) (Meers)
- 't zà tog heen wâ zien zekr (=het zal toch niet waar zijn) (Terneuzens)
- 't zyn krabbels (=waar de kat krabde) (Veurns)
- ‘N gaudgooiing (=Plaats waar veel geld in omgaat) (Volendams)
- " t'Is druk in de Spuistraat" (=Deze uitdrukking staat voor algemene drukte, waar dan ook) (Dordts)
- ' t es toch nie woir zekre / emoir mains toch (=zeg dat het niet waar is!) (Lochristis)
- ' T is van den bok zijn kluëte (=Het is niet waar hé!) (Dendermonds)
- ' t Zal em ' n gotje voere (=Hij weet nog niet waar hij aan begint) (Hals)
- A'j plat könt proat'n, mu-j 't niej loat'n (=waar je dialect kunt praten, daar moet je het ook doen.) (Vechtdals)
- aarde gij wir posjus ghe-te? (=waar kwam je voor je werk zo laat vandaan?) (Oudenbosch)
- Al wouëst (=Langs waar is het) (Liedekerks)
- alleesj gi woeer (=niet eens waar) (Meers)
- allei jong (=t'is niet waar zeker) (Moes)
- an enne bergse (=waar heeft een Siebengewalder een hekel aan..) (Siebengewalds)
- aon zën naos poële (=de waarheid zoeken waar ze niet zit) (Bilzers)
- aortje naor z n vaortje ebbe (=laten zien waar je vandaan komt) (Oudenbosch)
- appelblaazeegroen (=een kleur waar men eigenlijk geen naam voor heeft) (Sint-Niklaas)
- as dengeltjes luie motte nie in de prosessie gaon (=waar het goed is moet je blijven) (Oudenbosch)
- as ermoej on de dieër kump kloppe, sprink de liefde al on alle vinsters aut (=waar armoede de kop opsteekt, komt vaak ruzie) (Munsterbilzen - Minsters)
- as m n taante n manneke waar gewiest dan waarut m n oom (=als dat anders was geweest) (Oudenbosch)
- as oewe kop op un vaarke ston zouwe ze ze-gge datt beesje ziek waar (=jij ziet er niet uit) (Oudenbosch)
- asj boete rouktj hiëget binne al lang gebörtj (=gerucht dat waarschijnlijk waar is) (Weerts)
- aste gees vèsse moeste iës wiëte ofter wol vès zit (=je moet de klok niet willen luiden als je niet weet waar de klepel hangt) (Munsterbilzen - Minsters)
- astes nie geleûfs maok ichtich get aanes wijs (=echt waar of niet?) (Bilzers)
- at waor is zienge ze in de kerk (=het is maar de vraag of dat waar is) (Oudenbosch)
- au es van za gat gieën mieëster (=hij weet niet waar hij mee bezig is) (Ninoofs)
- bau en hin dab, pik ze ook (=waar je werkt, mag je ook eten) (Munsterbilzen - Minsters)
- Bau éster nau (én ze vel atter nie gestreep és) (=waar is hij nu toch) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau geeste hiën....ja, mën naos noë (=waar ga je heen....ja, mijn neus achterna) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau hëbs tich daaj vërkaddighèts wol opgesjaard (=waar heb jij die verkoudheid wel opgedaan) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau hings tich toch mér aut (=waar zit je toch maar) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau hübste dae kaa opgerop (=waar heb je die verkoudheid opgedaan?) (Bilzers)
- bau hübste de heil daog toch mèr autgehange (=waar heb je zolang gezeten?) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau n hin dab, pikse (=waar je werkt, mag je eten) (Bilzers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen