8 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `langs`
- aan het langste eind trekken (=in de voordeligste positie zijn)
- bij het walletje langs (=op het nippertje, zuinig)
- de langste adem hebben (=iets het langst volhouden)
- eerlijk duurt het langst (=een leugen komt op den duur altijd uit, maar de waarheid blijft altijd waar)
- er van langs krijgen (=erge straf krijgen, al dan niet met een pak slaag)
- iets langs je (koude) kleren af laten glijden (=ergens niets van aan trekken)
- krakende wagens lopen/rijden het langst (=nieuw hoeft niet altijd beter te zijn / mensen die vaak ziek zijn worden vaak toch heel oud)
- ze trekken om het langst (=ze willen beide winnen)
10 betekenissen bevatten `langs`
- de Mammon dienen (=alleen maar belangstelling hebben voor geld)
- de oren wassen (=duchtig ervan langs geven, de waarheid zeggen)
- een koopman een loopman. (=een goede verkoper gaat bij zijn klanten langs)
- naar iets talen (=ergens belangstelling voor hebben)
- achterom is kermis (=gezegd als voorlangs niet de voorkeur heeft)
- de langste adem hebben (=iets het langst volhouden)
- een gevoelige snaar raken (=iets ligt erg gevoelig bij iemand, belangstelling hebben voor een bepaald onderwerp en iemand die dan aandacht heeft ervoor)
- een onzevader bidden in alle kapelletjes (=in alle cafés langsgaan)
- wie pleit om een paard, behoudt de staart. (=je kunt beter wat toegeven, dan het tot een duur en langslepende kwestie te laten komen)
- een visje uitgooien (=proberen of ergens belangstelling voor bestaat)
50 dialectgezegden bevatten `langs`
- 'k gom ekki bin spriengn (=ik kom eens langs) (Veurns)
- 'k zal a een zwing geven (=ik zal er u van langs geven) (Meers)
- 't ging 'm flink langs die zwaas (=Hij had veel te verduren) (Steins)
- ‘t was langs de veurdeur binnen en langst d’achterdeur verrom nor buit'n (=zeer kort bezoek) (Meers)
- ’t Is amal da niet, ’t es da kind zonder huefd da langs zijn poepken pap moe eedn. (=Dat is niet erg, er zijn veel moeilijker op te lossen problemen.) (Evergems)
- achter de mestpluus langs (=op z'n hondjes) (Voorthuizens)
- Achterom is' t kerremis! (=Kom maar langs de achterdeur (de voordeur is voor u te goed) ) (Steenbergs)
- Al wouëst (=langs waar is het) (Liedekerks)
- As ge van Gimmert nor Nuene rijdt, dan komde langs dn brouwer (=Als je van Gemert naar Nuenen rijdt, dan kom je langs Bavaria) (Liessents)
- bremme langs 't knaol (=vrijen in de natuur) (Dongens)
- d´r stoef bij laans (=er dicht bij langs) (Westerkwartiers)
- da klopt langs giën kaante (=dat is niet juist) (Antwerps)
- daaj hërren hangaar steed heil oeëpe (=ze is luchtig gekleed langs boven) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae riëd mekans mëne soetjae aut (=die reed me bijna omver, rakelings langs me heen) (Munsterbilzen - Minsters)
- das ammel zever èn pekskës (=langs de kwestie gepraat) (Munsterbilzen - Minsters)
- Dat is langs Loenhout oem (=Dat is een grote omweg) (Brechts)
- de gifs; de langs (=je geeft) (Bilzers)
- de komplemènte van ons moeder èn ze lòt vraoge òf dè ge èfkes wilt kôome (=mijn moeder laat u groeten en vraagt om even langs te komen) (Tilburgs)
- de sjevraoije laope mieg langs miene rögk (=koude rillingen hebben) (Mestreechs)
- Dêr koe ik krekt del (=daar kon ik net langs) (Fries)
- det stiktj d’r zich langs zien batse aaf (=hij pakt dat op een oneerlijke manier aan) (Heitsers)
- Die gin met un sneltreinvaort voorbai (=Hij reed / liep / snel langs) (Utrechts)
- Dor hèt den pèjjas geschokkeld (=Daar heeft iemd er flink van langs gekregen) (Genneps)
- Drek lig ik ien de graaf (=Straks lig ik langs de kant van de weg) (Huissens)
- dun woensige-oavond vond langs unne weg in' t ulvenhoutsebos bè Breda (=woensdagavond vond langs een weg in het ulvenhoutsebos bij breda) (Schijndels)
- dzje gót et op oer klitse krèège (S*) (=Jij gaat er van langs krijgen) (Sintrùins)
- ë graut koet èn de loch sjiete (=er fel langs zitten, een misstap zetten) (Munsterbilzen - Minsters)
- een kantje pikken (=langs de haven wandelen) (IJmuidens)
- emes äöver de näöj haoje (=iemand er (verbaal) van langs geven) (Heitsers)
- ff kantje pikken (=langs de haven lopen / wandelen) (IJmuidens)
- ff opgooien (=even langs brengen) (Benschops)
- ge moet is afkommen (=kom eens langs) (Wichels)
- ge zétj ne gank goeën (=je zal er van langs krijgen) (Meers)
- hae kreeg ze gemaete (=hij kreeg er van langs) (Weerts)
- Hae krieeg ze gemaete (=Hij kreeg er van langs) (Weerts)
- he is nog neet langs smeets bakkes (=hij is er nog niet mee klaar) (Nuths)
- het is langs het goud zun deur gekomme (=iets wat lijkt op goud) (Gemerts)
- Hi zit langs hum (=Hij zit naast gem) (Geldrops)
- hij goa langs brures rond (=Omweg maken) (Schunnebroecks)
- hij kreeg doar zijn zoaligheid (=hij kreeg er van langs) (Aspers)
- hij kwam nogal gauw es aan (=hij kwam regelmatig langs) (Westerkwartiers)
- ich zien dich nog nie boemmele (hange) (ston) (=ik ga gewoon langs u door) (Bilzers)
- iemes doed ènpaepere ènbottere -ènsmaere (=iemand er goed van langs geven) (Munsterbilzen - Minsters)
- ieveraans neffen deu (=ergens langs door) (herenthouts)
- ijis over de Fendert weggetrokke (=hij is langs Fijnaart weggegaan) (Oudenbosch)
- Ik ga even langs het dorp / wij zijn even naar het het dorp (=Ik ga even naar het winkelcentrum / wij zijn even naar het winkelcentrum) (Veens)
- Ik heb ze komokoffers langs de straat gezet. (=Vuilniszakken met persoonlijke eigendommen, meestal na einde relatie) (Rotterdams)
- Ik zee bij mien neuze laanks (=Ik zei langs mijn neus weg) (Hoogeveens)
- impussaant (=en passant, langs z'n neus weg) (Bredaas)
- J'es ip zyn deumm'n geklop gewis (=Hij heeft er van langs gekreegen) (Harelbeeks)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen