24 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `waad`
- elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad (=men moet zich niet zorgen maken over de toekomst)
- ergens geen kwaad kunnen doen. (=een zeer positieve reputatie hebben ongeacht wat je doet)
- geen schoner gewaad als een zedig gelaat. (=je kan aan iemands` gezicht zien of hij een goed karakter heeft)
- geen vlieg kwaad doen (=uitsluitend goede bedoelingen hebben, niemand tot last zijn)
- geen zorgen voor morgen, elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad (=de moeilijkheden van vandaag zijn genoeg om je zorgen over te maken)
- gierigheid is de wortel van alle kwaad (=door gierigheid ontstaan er veel problemen en is er veel ellende in de wereld)
- goed geld naar kwaad geld gooien (=geld ergens insteken waarvan bekend is dat het verlies oplevert)
- goedschiks of kwaadschiks (=met of tegen de zin)
- het is kwaad kammen daar geen haar is. (=bij arme mensen valt niets te halen)
- het is kwaad stelen waar de waard een dief is. (=het is moeilijk om een bedrieger te bedriegen)
- het kwaad loont zijn meester (=wie kwaad doet, kwaad ontmoet)
- het kwaad straft zichzelf (=wie kwaad doet, kwaad ontmoet)
- kattenkwaad uithalen (=kwajongensstreken)
- kwaad bloed zetten (=iemand boos maken)
- kwaad gezelschap doet dolen. (=vermijdt omgang met mensen die een negatieve invloed op je leven kunnen hebben)
- met hem is het kwaad kersen eten. (=het is beter hem te mijden.)
- met hoge heren is het kwaad kersen eten (=van de omgang met aanzienlijke personen moet men niet altijd voordeel verwachten)
- tegen de stroom is het kwaad roeien / zwemmen (=tegen algemene opvattingen kan men zich moeilijk verzetten)
- van de prins geen kwaad weten (=uiterst argeloos zijn)
- van kwaad tot erger komen/vervallen (=steeds erger worden)
- vergeld geen kwaad met kwaad (=wraak nemen is niet goed)
- wee de wolf die in een kwaad gerucht staat (=als je je goede naam verliest is die haast niet terug te winnen)
- wie kwaad doet, kwaad ontmoet. (=je zult gestraft worden voor slechte daden)
- zo kwaad als een spin zijn (=erg kwaad zijn)
31 betekenissen bevatten `waad`
- fiolen van toorn over iemand uitstorten (=aan iemand duidelijk laten blijken dat je kwaad op diegene bent)
- een oorblazer (=een kwaadspreker)
- uit zuivere bronnen vloeit zuiver water. (=eerlijke mensen praten geen kwaad)
- geen erger venijn dan kwade tongen. (=er is niets zo erg als dat men kwaad van je spreekt.)
- zo kwaad als een spin zijn (=erg kwaad zijn)
- iemand wel kunnen villen (=erg kwaad zijn op iemand / Een erge hekel hebben aan iemand)
- de bijl aan de wortel leggen (=het kwaad in de oorsprong trachten uit te roeien)
- de oude zuurdesem (=het oude kwaad)
- met gelijke munt betalen (=hetzelfde kwaad terugdoen)
- de kat in de gordijnen jagen (=iemand goed kwaad maken)
- achter iemand zoeken (=iemand kwaad proberen te doen)
- het onweer is niet van de lucht (=iets dat steeds blijft doorgaan of iemand die telkens weer kwaad tekeer gaat)
- je op de lippen bijten (=je inhouden (niet lachen of kwaad worden))
- je druk maken over (=je kwaad maken om, je aantrekken van)
- kleine potjes lopen gauw over. (=kleingeestige mensen zijn snel kwaad.)
- de kat in het donker knijpen (=kwaad doen waar niemand het ziet)
- uit zijn slof schieten (=kwaad uitvallen, boos worden)
- de kuif opsteken (=kwaad worden)
- een staart om hebben (=kwaad zijn)
- je wel voor de kop kunnen slaan (=kwaad zijn op jezelf over het feit dat men ergens niet aan gedacht heeft)
- over de doden niets dan goeds (=men ziet kwaadspreken over overledenen als iets heel onbeleefd, er mag niet gespot worden met de dood)
- je gemak houden (=niet te veel werk doen, niet kwaad worden)
- werken als een rode lap op een stier (=onmiddellijk erg kwaad maken)
- iemand naar de keel vliegen (=op iemand erg kwaad worden, aanvallen, ermee vechten)
- honi soit qui mal y pense (=schande over hem die er kwaad over denkt)
- van de gaffel in de greep (=van kwaad tot erger)
- het kwaad loont zijn meester (=wie kwaad doet, kwaad ontmoet)
- het kwaad straft zichzelf (=wie kwaad doet, kwaad ontmoet)
- wie wind zaait zal storm oogsten (=wie kwaad doet, zal er uiteindelijk zelf de gevolgen van dragen)
- uit zijn vel springen (=zeer kwaad zijn)
- een ongeluk begaan (=zodanig kwaad zijn dat er `n ongeluk van komt)
Eén dialectgezegde bevat `waad`
- links rechts kattevitess steikt aa tienen in a tes, steikt ze niet te waad of ge zet ze kwaad (=kinderrijmpje) (tervurens)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen