9 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `verkeerd`
- aan het verkeerde kantoor zijn (=iemand die je niet kan helpen)
- de mijn is verkeerd gesprongen (=ongeveer als: wie een put graaft voor een ander, valt er zelf in)
- de muts zich verkeerd staan (=een slecht humeur hebben)
- een slak op de goede weg, wint het van een haas op de verkeerde weg (=je kunt beter iets langzaam en goed doen, dan snel en niet goed)
- hoe geleerder, hoe verkeerder (=wie te geleerd is mist soms eenvoudig gezond verstand)
- iemand op het verkeerde been zetten (=iemand ergens een verkeerde indruk van geven, waardoor hij of zij iets gaat denken wat helemaal niet klopt)
- met het verkeerde been uit bed stappen (=een slecht humeur hebben)
- op het verkeerde paard wedden (=een verkeerde inschatting maken)
- op het verkeerde paard wedden. (=zich misrekenen)
21 betekenissen bevatten `verkeerd`
- als de herder dwaalt dolen de schapen (=als de leider het verkeerd doet weten de mensen die hem volgen niet wat ze doen moeten)
- als het schip lek is, gaan de ratten van boord. (=als het verkeerd loopt, laten valse vrienden je in de steek)
- eén kwade dag maakt de winter niet. (=als iets verkeerd gaat, hoeft nog niet alles verkeerd te gaan.)
- geen spreker die een zwijger verbetert. (=als je niets zegt zeg je niets verkeerds)
- dat is het begin van het einde (=dat is het begin van iets dat uiteindelijk verkeerd zal aflopen)
- de dingen op hun kop zetten (=de dingen verkeerd of omgekeerd bekijken)
- het moeras insturen (=de verkeerde richting op sturen)
- de ossen achter de ploeg spannen (=de zaak verkeerd aanpakken)
- iemand de les lezen (=duidelijk zeggen dat iemand iets verkeerds gedaan heeft)
- op het verkeerde paard wedden (=een verkeerde inschatting maken)
- het kippenei grijpen en het ganzenei laten lopen (=een verkeerde keuze maken)
- averechts uitpakken (=helemaal verkeerd aflopen. Tegengesteld uitpakken)
- iemand op het verkeerde been zetten (=iemand ergens een verkeerde indruk van geven, waardoor hij of zij iets gaat denken wat helemaal niet klopt)
- niet aan het juiste adres zijn (=iets aan de verkeerde persoon vragen)
- het paard achter de wagen spannen (=iets nutteloos doen of verkeerd aanpakken)
- beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald (=je kan beter iets voortijdig stoppen dan doorgaan tot het helemaal verkeerd gaat)
- de Breeveertien opgaan (=verkeerde dingen doen)
- iets op zijn kerfstok hebben (=verkeerde dingen gedaan hebben)
- wat men aan het zaad spaart verliest men aan de oogst (=verkeerde zuinigheid is niet goed)
- je moet geen `hei` roepen voordat je de brug over bent (=vreugde over een goede afloop is pas toepasselijk als er niets meer verkeerd kan gaan)
- ook de beste boom geeft slechte vruchten (=zelfs goede ouders kunnen kinderen hebben die het verkeerde pad inslaan.)
50 dialectgezegden bevatten `verkeerd`
- 'k mag er nie goed op (ô) peizen (=als men vreest dat iets verkeerd gaat aflopen) (Sint-Niklaas)
- 'k misse mij (=Ik zeg het verkeerd) (Waregems)
- 't es d'antdoag die nien deugt (=je hanteert dat gereedschap verkeerd) (Wichels)
- 't goa doar 'n wiel ofluuëpn (=het zal daar verkeerd aflopen) (Waregems)
- 't is een dubbeltje op zien kaant (=het kan goed gaan, het kan verkeerd aflopen) (Westerkwartiers)
- 't mis ip hen (=het verkeerd voor hebben) (Waregems)
- 't peerd achter de woag'n spann'n (=de zaak verkeerd aanpakken) (Westerkwartiers)
- 't zit koentekeraafs (=verkeerd ineen) (Veurns)
- 't zuur aan main zoetje (=iets dat verkeerd afloopt) (Gents)
- ‘K was abuis (=Ik had het verkeerd) (Bergs)
- aes de as brikt velt de ker (=bang dat er iets verkeerd gaat) (Maasbrees)
- alle proemn in n drek (=alles gaat verkeerd) (Twents)
- aoj je gat verbrand moej up de blaozn zittn (=als je iets verkeerd doet moet je er de gevolgen van dragen) (Kortemarks)
- as se dae inne klump zeiks waertj ’t noeëts mieeër druueg (=eenmaal verkeerd gedaan komt het nooit meer goed) (Heitsers)
- conterverkeeërd (=totaal verkeerd (bezig) ) (Waregems)
- da des nen eruir da ni zjust een es (=ik ben verkeerd) (tervurens)
- da t (d) eugt tor nie (=daar gaat iets verkeerd) (Sint-Niklaas)
- da's konte verkeeird (=dat is volledig verkeerd) (Vels)
- Da' s de pad op zeven (=verkeerd rijden, via en omweg iets bereiken) (Zeeuws)
- das e misse die nie zjuust is (=het is verkeerd) (Kortemarks)
- dat klop van gein kante (=dat is helemaal verkeerd) (Vlijtingens)
- de kêrk oppe toeëre zette (=de zaak verkeerd aanpakken) (Weerts)
- de vriedah is mè de zoaterdah toe (=een verkeerd dichtgeknoopt hemd) (Izegems)
- den ugst'n afgeschoot'n én (=iets verkeerd gedaan hebben) (oudenaards)
- der komme neste van (=dat loopt verkeerd af) (Temses)
- det is neet ónaeve (=dat is niet verkeerd) (Heitsers)
- doar godde lijnen mé roûn (=dat gaat voor u verkeerd aflopen (moeilijkheden mee krijgen) ) (Sint-Niklaas)
- e koë voer e kof verston (=alles verkeerd begrijpen) (Veurns)
- Een goeie haene is niej vet (=Mager is niet verkeerd) (Ouddorps)
- ët piëd aater de kaar (ploeg) spanne (=iets totaal verkeerd aanpakken) (Munsterbilzen - Minsters)
- gè misgeven (=gij hebt verkeerd gegeven (kaartspel) ) (Sint-Niklaas)
- ge zit er glad neefest (=verkeerd geraden) (Kaprijks)
- get eu kessens verkeerd an (=doe je kousen goedd aan) (Evergems)
- Get ne verkejede nummer gedroit (=U bent verkeerd verbonden) (Geels)
- goldur zè verkeerd (=jullie zijn verkeerd) (Sint-Niklaas)
- Hee hef ' n kop verkeerd stoan (=Hij is in een slechte bui) (Twents)
- hee hef de kop verkeerd staon (=chagarijnig) (oldebroeks)
- Hi'j deu een misse taas (=Hij gokte verkeerd) (Giethoorns)
- hie/zie was arg verkeerd (=hij / zij was erg boos) (Putters)
- I'j deu een misse taas (=Hij gokte verkeerd) (Giethoorns)
- ich moes ferm op men toeng bijte (=ik moest me goed inhouden om niets verkeerd te zeggen) (Bilzers)
- iets oitmeedn (=iets doms, verkeerd (slecht) doen) (Waregems)
- ijee z n eige in de kaant gereje (=dat is voor hem verkeerd afgelopen) (Oudenbosch)
- Ik vertrooj mun eige (=Ik stapte verkeerd) (Ewijk (Euiwwiks))
- je hen je leerzen krang an (=je hebt je laarzen verkeerd om aan) (Putters)
- je kómmen van 't pissebedde in 't kakkebedde (=het gaat helemaal verkeerd) (Huizers)
- jommer baenieëgae (=maar dat heb je helemaal verkeerd) (Wichels)
- keet misup (=ik heb het verkeerd voor) (Kortemarks)
- klienkeband vor oamerstèèrt verstoan (=verkeerd begrijpen) (Veurns)
- Kwaodaordige uuutdrukking,zo verkeerd as een vaarken (=verkeerd) (Giethoorns)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen