5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `vertrekken`
- de rubicon overtrekken (=de beslissende stap ondernemen)
- geen spier vertrekken (=zonder enige emotie over zich heen laten gaan)
- met de nachtschuit vertrekken (=er erg stilletjes vandoor gaan)
- met de noorderzon vertrekken (=onaangekondigd vertrekken en niets meer van zich laten horen)
- met stille trom vertrekken (=vertrekken zonder iemand het te laten weten)
12 betekenissen bevatten `vertrekken`
- de wijde wereld ingaan/intrekken (=(onbezorgd) op reis vertrekken)
- de ratten verlaten het zinkende schip (=als de omstandigheden verslechteren denken sommigen alleen aan zichzelf en vertrekken)
- het anker lichten (=ergens vertrekken, weggaan en verder reizen)
- onder zeil gaan (=gaan rusten of slapen, vertrekken of weggaan)
- met de noorderzon vertrekken (=onaangekondigd vertrekken en niets meer van zich laten horen)
- de zeilen hijsen (=opstaan, vertrekken)
- in het schot vallen (=precies tijdens het startschot vertrekken)
- als een pijl uit de boog (zijn) (=snel vertrekken)
- de aftocht blazen (=vertrekken als de situatie bedreigend of te moeilijk wordt)
- het veld ruimen (=vertrekken om plaats te maken voor een ander)
- met stille trom vertrekken (=vertrekken zonder iemand het te laten weten)
- je matten oprollen (=vertrekken, weggaan)
46 dialectgezegden bevatten `vertrekken`
- 'k goa goan zien (=Ik sta op punt om te vertrekken) (Hansbeeks)
- 't Gat in zien / 't schip op zien / anzetten / ze schupp' ofkuschen (=vertrekken) (Veurns)
- bij ut kruske de kerk uitgaon (=voortijdig vertrekken) (Brabants)
- blèève plèkke (=niet weten te vertrekken) (Tilburgs)
- d'er stillekes vanonder muizn (=stiekem vertrekken) (Kaprijks)
- dasse moa gauwe ulder skippe ofkeusn (=dat ze maar vlug vertrekken) (Lauws)
- De beneb bi-j een aander onder de taofel steken (=Uit het ouderlijk huis vertrekken) (Giethoorns)
- De benen bi'j een aander onder de tafel steken (=Uit het ouderlijk huis vertrekken) (Giethoorns)
- Dèè ziehn ze liehver mèt z'n varse as mèt z'n tiehne. (=Die ziet men liever vertrekken dan komen.) (Genker)
- een schuifelgat (=iemand die gehaast is om te vertrekken) (Kaprijks)
- en wijle weg, we keussen hier ons schup af (=we vertrekken hier) (Antwerps)
- gelèersd en gespuuërd (=helemaal klaar om te vertrekken) (Wichels)
- Gesjtiffeld en gesjpoard goa (=Klaar om te vertrekken) (Mechels (NL))
- getiektakt zijn, getiketakt zijn (=verlangen om te vertrekken) (Gents)
- het afterten, schippes zèen (=vertrekken) (Wichels)
- hij ston op 't punt om vot te goan (=hij was net van plan te vertrekken) (Westerkwartiers)
- ich goën ës ën staosë waajer (=ik ga vertrekken) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich gon ès zien (=ik ga vertrekken) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich gon zien (=ik ga vertrekken) (Munsterbilzen - Minsters)
- kgao me puuste scheîrn, kgao me schippe ofkuuschn (=ik ga vertrekken) (Kortemarks)
- kgo mine puestje skarten (=we gaan vertrekken) (West-Vlaams)
- kgôkik deurgoan (=ik ga vertrekken) (Sint-Niklaas)
- met de lantaern an den diesel: vooral in verbinding met werkwoorden die 'vetrekken' of 'verhuizen' betekenen. De uitdrukking betekent: heimelijk en inderhaast vertrekken of verhuizen met have en goed, omdat men zijn schulden niet meer kan betalen. Bv. 'Me gebeur zat me' ze gat vul schuld, j'is met de lantaern an den diesel toegezet no' Vrankrijk' (=met de lantaarn aan de dijsel) (Klemskerks)
- oe schup afkasjen (=stoppen en vertrekken) (Schunnebroecks)
- opgoan (=naar het werk vertrekken) (Kaprijks)
- ried moran tis koschie (=het is tijd om te vertrekken) (Bachten de kupes)
- schub-afkuisn (=vertrekken) (Kaprijks)
- smeer ik hem, peer ik hem, ik ga skippen (=tijd om te vertrekken) (Amsterdams)
- v'r gaon door (=wij vertrekken) (Neerharens)
- Van huis af gaon (=Uit huis vertrekken) (Ewijk (Euiwwiks))
- voargaon zonder boe of ba (=vertrekken zonder iets te zeggen) (Kortrijks)
- we goame begjinn opkort moakn (=we gaan vertrekken) (Kaprijks)
- we hoa hoa hoa hoan (=we gaan vertrekken) (West-Vlaams)
- we zen riebedebie (=we gaan vertrekken) (Balens)
- we zyn de baon up (=we vertrekken) (Kortemarks)
- we zyn de boane up (=we vertrekken) (Lichtervelds)
- we zyn tgat in (=we vertrekken) (Lichtervelds)
- We zyn weg wî (=We gaan vertrekken) (Langemarks)
- wiens hoaste (=wees niet gehaast om te vertrekken) (Waregems)
- ze gat schuufelt (=hij is gehaast om te vertrekken) (Lichtervelds)
- ze weez'n 'em 't gat van 'e deur (=hij moest meteen vertrekken) (Westerkwartiers)
- Zeume weg nei (=vertrekken we nu) (Maldegems)
- zich biejein pakke (=aanstalten maken om te vertrekken) (Steins)
- zich gon bijéénpakke (=gaan vertrekken) (Munsterbilzen - Minsters)
- zijn schup afkuisen (=wegaan, vertrekken) (Wetters)
- zn gat schuufelt (=hij is gehaast om te vertrekken) (Kortemarks)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen