Eén spreekwoord bevat `strik`
- een vos is niet licht met één strik te vangen. (=slimme mensen laten zich niet makkelijk foppen.)
3 betekenissen bevatten `strik`
- in de fuik lopen (=door eigen stommiteiten in een valstrik lopen)
- aan iets blijven hangen (=ergens verstrikt in raken, ermee bezig blijven)
- iets mannetje voor mannetje doen (=iets strikt volgens plan uitvoeren)
3 dialectgezegden bevatten `strik`
- Kie daor, een ooievaar mee een strik in het huir en zijn vaor is mijonair (=Zie eens daar, een ooievaar met een strik in het haar) (Arnhems)
- kunde gij al ne knoop in oew schoene le-ge? (=kun je al een strik maken?) (Oudenbosch)
- strik slieps laege slieps (=stropdas) (Venloos)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen