Spreekwoorden met `orden`

Zoek

46 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `orden`

  1. aan een balk, die uit het bos gehaald wordt, moet veel gehakt worden, voor hij in het huis past (=in een religieuze groep, vereniging, etc,: je kunt leden uit een gemeenschap winnen, maar hun moet wel geleerd worden zich aan te passen)
  2. als de ene hand de andere wast worden ze beide schoon (=de taak wordt gemakkelijk als je elkaar helpt)
  3. als een lam ter slachtbank geleid worden (=weerloos zijn)
  4. boeren en varkens worden knorrend vet (=een boer die klaagt heeft daar wellicht geen reden toe)
  5. dat staat niet in zijn woordenboek (=dat kent hij niet, daar doet hij niet aan mee, heeft hij nog nooit van gehoord)
  6. de breedste riemen worden uit andermans leer gesneden (=het is gemakkelijk met kwistige hand te beschikken over wat een ander toebehoort)
  7. de lenden omgorden (=je gereedmaken)
  8. de woorden uit de mond halen/nemen (=zeggen wat de ander ook net wou zeggen)
  9. doe wel naar mijn woorden, maar ziet niet naar mijn daden (=ik geef raad waar je je het beste aan kan houden, maar ik doe het zelf niet)
  10. door het verleden achtervolgd worden (=problemen of fouten van vroeger blijven invloed hebben.)
  11. een harde dobber (zijn/worden) (=niet gemakkelijk (zijn/worden))
  12. er geen woorden aan vuilmaken (=er niets eens over spreken)
  13. er heet noch koud van worden (=zich nergens iets van aantrekken)
  14. gestolen kunnen worden (=van geen belang meer zijn - niet langer nodig zijn)
  15. gevleugelde woorden (=veel gebruikte en breed gedragen uitspraken)
  16. gezien mogen worden (=er goed uitzien)
  17. gezien worden als een rotte appel/kool bij een fruitvrouw/groenvrouw (=er niet erg welkom zijn)
  18. groen en geel voor de ogen worden (=duizelen en/of erg van schrikken)
  19. het zwaard aangorden (=(zich klaarmaken om) de strijd aan (te) binden)
  20. iemand de woorden uit de mond halen (=voor een ander spreken)
  21. iets niet koud laten worden (=ergens onmiddellijk op ingaan)
  22. in het diepe gegooid worden (=in een baan aan het werk moeten zonder ingewerkt te worden)
  23. je woorden inslikken (=niet uitspreken)
  24. je woorden kauwen (=eerst nadenken en dan pas spreken)
  25. je woorden op een goudschaaltje wegen (=uiterst weloverwogen spreken)
  26. je woorden worden weer thuisgebracht. (=als je iets negatiefs zegt kan dat leiden tot negatieve gevolgen voor jezelf)
  27. kinderen die vragen worden overgeslagen (=brutale kinderen die altijd overal om vragen, worden genegeerd)
  28. lieverkoekjes worden hier niet gebakken (=zin of geen zin, je moet het doen)
  29. met alle zonden van Israël beladen worden (=voor alles de schuld krijgen)
  30. met de maat waarmee gij meet, zal u weder gemeten worden (=op de manier zoals je een ander behandelt zal je ook zelf behandeld worden)
  31. met een baksteen in de maag geboren worden (=graag een huis willen hebben dat van jezelf is, dat je eigendom is)
  32. met iemands woorden naar de markt gaan (=overal rondvertellen wat men elders horen zeggen heeft)
  33. naar zijn woorden zoeken (=niet goed meer weten wat te zeggen)
  34. ook de ceders van Libanon worden afgehouwen (=ook heilige dingen vergaan)
  35. ridder te voet geworden zijn (=rijkdom is verdwenen)
  36. slapende rijk worden (=veel geld verdienen zonder er iets voor te moeten doen)
  37. snotterige veulens worden de gladste paarden. (=kwajongens die nergens voor lijken te deugen, worden vaak flinke mannen)
  38. van je á propos gebracht worden (=in de war gebracht worden)
  39. vieze varkens worden niet vet (=wie overal vies van is, zal niet veel te eten krijgen)
  40. voor geen geld of goede woorden (tot iets bereid zijn) (=niet bereid zijn tot iets, wat iemand ook ervoor biedt, en welke argumenten iemand ook naar voren brengt)
  41. waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
  42. wat Jantje is zal Jan worden. (=wel ouder worden maar dezelfde streken houden)
  43. woorden hebben (=ruzie of enigheid hebben)
  44. woorden zijn dwergen, daden zijn bergen (=woorden doen weinig, daden maken het verschil)
  45. woorden zijn geen oorden (=met praten bereiken we niets)
  46. zo rood worden als een kalkoense haan (=bloedrood worden (van schaamte))

207 betekenissen bevatten `orden`

  1. het licht zien (=1: begrijpen wat men daarvoor nog niet begreep 2: geboren worden, ontstaan)
  2. kinderen die zwijgen zullen ook nooit wat krijgen (=aanvulling op `Kinderen die vragen worden overgeslagen.`)
  3. iemand het hof maken (=aardig tegen iemand doen in de hoop aardig gevonden te worden)
  4. een blauwe scheen lopen (=afgewezen worden)
  5. een korf krijgen (=afgewezen worden)
  6. een blauwtje lopen (=afgewezen worden (in de liefde))
  7. de toets  kunnen doorstaan (=alle antwoorden op vragen/problemen weten)
  8. boven water zijn (=alles is bekend geworden of is teruggevonden)
  9. men noemt geen koe bont, of er is een vlekje aan (=als er allerlei vervelende dingen worden verteld is er vast wel iets van waar)
  10. aan een boom zo vol geladen, mist men een twee pruimpjes niet (=als er van iets grote hoeveelheden zijn, kan er wel wat gemist worden)
  11. dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
  12. een pakje wordt een zakje. (=als je een probleem niet aanpakt kan het zich uitbreiden en erger worden.)
  13. ongevraagd, ongeweigerd (=als je iets doet waarvoor geen toestemming is gevraagd kan het achteraf niet meer geweigerd worden omdat het al gebeurd is)
  14. waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
  15. wie zijn klomp breekt, schiet gemakkelijk uit zijn slof (=als je wordt teleurgesteld, kun je gemakkelijk boos worden)
  16. de appel wegdragen/winnen (=als schoonste erkend worden)
  17. uitdrogen als een Harderwijker (=alsmaar vervelender worden)
  18. altijd de kwade pier zijn (=altijd als de schuldige aangewezen worden)
  19. ten grave dalen (=begraven worden)
  20. aan het licht komen (=bekend worden van ongunstige dingen)
  21. op de bon gaan (=bekeurd worden)
  22. eer is teer (=beledigd worden doet pijn)
  23. in de val lopen (=betrapt worden)
  24. tegen de lamp lopen (=betrapt/gesnapt worden)
  25. om kaneelwater lopen (=beuzelwerk doen - van het kastje naar de muur gestuurd worden)
  26. de kerk in het midden laten (=bij een meningsverschil geven beide personen wat toe om het eens te worden)
  27. in een goed blaadje staan (=bijzonder gewaardeerd worden)
  28. op de been blijven (=blijven staan; niet ziek worden; niet verslagen worden)
  29. zo rood worden als een kalkoense haan (=bloedrood worden (van schaamte))
  30. in de gordijnen klimmen (=boos worden)
  31. de gal loopt over (=boos worden)
  32. kinderen die vragen worden overgeslagen (=brutale kinderen die altijd overal om vragen, worden genegeerd)
  33. daar zal wat zwaaien (=daar zal een hartig woordje gesproken worden)
  34. die snaar moet men niet aanroeren (=daarover moet niet gesproken worden)
  35. daar kan de schoorsteen niet van roken (=dat brengt niets op / men kan niet alleen van vriendelijke woorden leven)
  36. dat staat op de agenda (=dat gaat nog gebeuren; dat gaat nog besproken worden)
  37. dat is een bal voor open doel (=dat is een opmerking waar een zeer voor de hand liggend weerwoord op gegeven kan worden)
  38. iets op je lever hebben (=dat je nog iets wilt uiten, dat er iets is dat je heel erg dwars zit en dat gezegd moet worden)
  39. door het kluisgat aan boord komen (=de lagere rangen doorlopen alvorens bevelhebber te worden)
  40. de grote vissen eten de kleine (=de ondergeschikten moeten doen wat de baas zegt / het slachtoffer worden van overmacht.)
  41. de dans om het gouden kalf (=de strijd om rijk te worden)
  42. mundus vult decipi (=de wereld wil bedrogen worden)
  43. het gras voor de voeten wegmaaien (=de woorden uit de mond nemen - alle kansen ontnemen)
  44. je beslag krijgen (=definitief ten einde lopen , beslist worden)
  45. dat zaakje zal wel doodbloeden (=die kwestie zal geleidelijk aan wel worden vergeten)
  46. die is niet voor de poes (=die moet als tegenstander niet onderschat worden)
  47. je kan niet door een muur lopen, behalve als er een deur in zit (=dingen kunnen alleen gedaan worden als er een reële kans toe is)
  48. genadebrood eten (=door anderen onderhouden worden)
  49. je trekken thuis krijgen (=door anderen op dezelfde manier behandeld worden als je hun behandelde (bv met een streek))
  50. in goede aarde vallen (=door de ontvanger goed ontvangen worden)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen