130 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `open`
- aan de leiband lopen (=erg volgzaam zijn)
- aan de lopende band (=aan één stuk door; steeds maar weer)
- aan elkaar knopen (=gegevens samenvoegen)
- achter de knopen hebben (=opgegeten hebben)
- alle registers opentrekken (=z`n uiterste best doen)
- als een lopend vuurtje (=zich snel verspreidend (van een bericht of nieuwtje))
- als het geld op is, is het kopen gedaan (=zonder liquide middelen zijn er geen uitgaven meer mogelijk)
- als het hek van de dam is lopen de varkens in het koren (=als er geen toezicht is springen kinderen of ondergeschikten uit de band)
- appelen/knollen voor citroenen verkopen (=oplichten, bedriegen)
- appels voor citroenen verkopen (=iemand oplichten.)
- breek me de bek niet open (=begin daar maar niet over, want daar kan ik heel veel negatieve dingen over vertellen)
- buiten hem om lopen (=hij heeft er geen invloed over)
- dat is de druppel die de emmer doet overlopen (=dat is maar een kleine ergernis, maar samen met wat er al gebeurd is, wordt het niet meer geaccepteerd)
- dat is een bal voor open doel (=dat is een opmerking waar een zeer voor de hand liggend weerwoord op gegeven kan worden)
- de deur platlopen (=steeds weer bezoeken)
- de drempel platlopen (=steeds opnieuw bezoeken)
- de eindjes (niet) aan elkaar knopen (=(niet) rond komen (met z`n inkomen))
- de huid van de beer niet verkopen voor hij geschoten is (=je moet niet al willen genieten van wat men nog niet verworven heeft)
- de kantjes er van aflopen (=zijn best niet doen)
- de ogen openen (=doen inzien)
- door de spitsroeden lopen. (=veel kritiek krijgen, gestraft worden)
- dun door de broek lopen. (=als iets niet mee zal vallen)
- dweilen met de kraan open (=geen kans op succes hebben, omdat men de symptomen bestrijdt zonder de oorzaak aan te pakken)
- een achterdeurtje openhouden (=een redmiddel in nood houden)
- een beerput opentrekken (=een geheim onthullen of schandalen blootleggen.)
- een blauwe scheen lopen (=afgewezen worden)
- een blauwtje lopen (=afgewezen worden (in de liefde))
- een kat in de zak kopen (=iets kopen zonder het gezien te hebben - bedrogen worden)
- een open boek zijn (=wanneer je karakter eenvoudig te doorzien is)
- een open deur intrappen (=iets doen wat niet nodig is of iets wat al gezegd of gedaan is nog een keer doen)
- een open oog voor iets hebben (=voor iets open staan)
- een schot voor open doel. (=iets zo eenvoudig dat het bijna onmogelijk is om te falen)
- er een streepje door lopen (=erg vreemd zijn/gedragen)
- er geen touw aan vast kunnen knopen (=door de onduidelijkheid niet kunnen begrijpen wat er wordt bedoeld)
- flink wat achter de knopen hebben (=veel gegeten en gedronken hebben)
- geen mond open doen (=niets zeggen)
- geen touw aan vast te knopen (=totaal onbegrijpelijk)
- getelde schapen lopen het hok uit. (=exact alles van tevoren weten)
- goed voordoen doet verkopen. (=presentatie is belangrijk als je iets wil verkopen)
- het kippenei grijpen en het ganzenei laten lopen (=een verkeerde keuze maken)
- het vuur uit de sloffen lopen (=een uiterste inspanning leveren door hard te lopen)
- het zal zo`n vaart niet lopen (=het zal wel meevallen)
- iemand de ogen openen (=iemand inzicht geven in iets wat diegene nog niet doorhad)
- iemand een hengst verkopen. (=iemand een harde klap geven)
- iemand knollen voor citroenen verkopen (=iemand wat wijsmaken, met praatjes foppen)
- iemand kunnen verraden en verkopen (=iemand veel te slim af zijn)
- iemand met open ogen bedriegen (=iemand bedriegen terwijl hij erbij staat)
- iemand tegen het lijf lopen. (=onverwacht iemand tegenkomen)
- iemand van de sokken rijden/lopen (=iemand (bijna) omver rijden of lopen)
- iets achter de knopen hebben (=iets is volbracht of voltooid)
82 betekenissen bevatten `open`
- hoop doet leven (=als je kan hopen op betere tijden, dan krijg je toch weer levenslust / zo lang je nog hoop hebt zijn er ook nog mogelijkheden)
- van een leien dakje gaan (=bijzonder vlot en zonder problemen verlopen)
- vasthouden aan een strootje (=blijven hopen op een kleine kans.)
- op de boom verkopen (=boomvruchten verkopen voor ze geplukt zijn)
- dat is het begin van het einde (=dat is het begin van iets dat uiteindelijk verkeerd zal aflopen)
- dat raak je aan de straatstenen niet kwijt (=dat is niet te verkopen)
- de boer op gaan (=de (niet-fysieke) markt opgaan om iets te verkopen / verdwalen / de stad verlaten)
- in het honderd sturen/lopen (=de boel met opzet mis laten lopen, in de war laten lopen)
- in de kerk geboren zijn (=de deur open laten staan)
- door het kluisgat aan boord komen (=de lagere rangen doorlopen alvorens bevelhebber te worden)
- de lens is uit de wagen (=de zaak is vastgelopen)
- je beslag krijgen (=definitief ten einde lopen , beslist worden)
- in de fuik lopen (=door eigen stommiteiten in een valstrik lopen)
- het vuur uit de sloffen lopen (=een uiterste inspanning leveren door hard te lopen)
- een vreemde eend in de bijt (=een vreemd exemplaar in de groep. (Een bijt is een opening in het ijs))
- met de billen bloot (=eerlijk en open zijn over fouten of tekortkomingen.)
- er is altijd wel ergens een vogel die zingt (=er is altijd wel een lichtpuntje als je maar goed je oren en ogen open zet)
- met de sok op de kop gezet (=er onbewust door toedoen van anderen voor joker bijlopen)
- lopen als een kievit (=erg gemakkelijk en vlug lopen)
- het hoofd stoten (=ergens onprettig tegen aan lopen)
- slot noch zin (=geen touw aan vast te knopen)
- de sokken erin zetten (=hard weglopen)
- zo zat als een deur (=helemaal bezopen zijn)
- averechts uitpakken (=helemaal verkeerd aflopen. Tegengesteld uitpakken)
- het liedje is uitgezongen (=het is afgelopen)
- het is gedaan met kaatje (=het is afgelopen)
- dat loopt op zijn einde (=het is bijna afgelopen)
- het onder de pet houden (=het niet in de openbaarheid brengen)
- vol gas geven (=het zo snel mogelijk doen verlopen)
- tussen hoop en vrees dobberen (=hopen dat het goed gaat, maar tegelijkertijd vrezen dat het mis gaat)
- tussen hoop en vrees zweven (=hopen dat het goed gaat, maar tegelijkertijd vrezen dat het mis gaat)
- het kruis nageven (=hopen dat hij vooral nooit meer weerkomt)
- het heilig kruis achterna geven (=hopen dat iets of iemand nooit meer terugkomt)
- iemand van de sokken rijden/lopen (=iemand (bijna) omver rijden of lopen)
- iemand iets aansmeren (=iemand iets (weinig waardevols) verkopen)
- iemand van het kastje naar de muur sturen (=iemand voor niets heen en weer laten lopen)
- als een luis in iemands pels zijn (=iemand voortdurend in de weg lopen. Iemand tegenwerken)
- er je eigen plasje overheen doen (=iets een beetje veranderen zodat helemaal naar je zin is. In werksituaties kan dit soms uit de hand lopen, als er veel belanghebbers zijn die allemaal hun eigen plasje over een document willen doen. Het kan dan resulteren in een onleesbare tekst.)
- iets bij de roes kopen (=iets kopen in de staat zoals het is)
- op de pof komen (=iets kopen zonder direct te betalen)
- een kat in de zak kopen (=iets kopen zonder het gezien te hebben - bedrogen worden)
- de vlag dekt de lading niet (=iets onder een goede naam verkopen zonder dat het ook die kwaliteit heeft)
- iets soldaat maken (=iets openmaken en helemaal opeten)
- iets aan de man brengen (=iets verkopen)
- iets bij de roes verkopen (=iets verkopen in de staat zoals het is)
- iets van de hand doen (=iets weggeven of verkopen)
- iets tegen de penning zestien verkopen (=iets zeer duur verkopen)
- voor aap staan (=in het openbaar belachelijk zijn)
- je maag wel aan de kapstok kunnen hangen. (=in moeilijke financiële omstandigheden verkeren waardoor men weinig eten kan kopen.)
- onder de blauwe/blote hemel (=in open lucht)
50 dialectgezegden bevatten `open`
- 'k zal ô boeksken ies open doen (=ik zal het eens verder vertellen over jou) (Sint-Niklaas)
- 't ès nie umdat zë pieëd daud lik èn de garaasj, daste de poeët moes loeëte oeëpe stoeën (=je gulp staat open) (Munsterbilzen - Minsters)
- 't trekt ier (=je rits staat open) (Izegems)
- ' t es noenoveraa open (=het is over de middag geopend) (Hams)
- a spriet staut open (=je broek/gulp staat open) (Meers)
- a spriet stoed open, pastop of anne vogel es go vlieg'n (=let op, uw gulp is open) (Meers)
- a voin’ajd uit (=je broek staat open) (Kaprijks)
- aaën veule goa goan vlieën (=Je gulp staat open) (Kaprijks)
- aan veule goa goan vlieën (=uw broek staat open) (Kaprijks)
- au schure stoad open (=Uw gulp is open) (Lokers)
- Bès doe in de kirk gebaore!! (=wordt gezegd tegen iemand die altijd de deur achter zich open laat) (Steins)
- Bisse in de kerk gebaore? (=Deur open laten staan) (Venloos)
- blind zin és erg, mér ziende blind nog mei (=je loopt beter tegen een gesloten deur dan voorbij een open) (Munsterbilzen - Minsters)
- Booi het de wiendzak nag oal wijd open (=het waait ontzettend hard) (Wierings)
- Da roam stut los (=Dat raam staat open) (Boksmeers)
- de brug is dicht (=de brug is open) (Leewarders)
- De deur is los (=De deur is open) (Arnhems)
- de deur prompt (=de deur gaat moeilijk open en dicht) (Sint-Niklaas)
- de deur stijt wiedwoagn's oop'n (=de deur staat wagenwijd open) (Westerkwartiers)
- De deur stoat los (=De deur staat open) (Wijchens)
- de deur was los (=de deur was open) (Hulsters (NL))
- de deure is los (=de deur is open) (Achterhoeks)
- De deure lös doen (=De deur open doen) (Hoogeveens)
- de duure is los (=de deur staat open) (Twents)
- de koëlentrain oppët spoër van Zwatberg noeë Bulzen (via Eek en Spörk) reesde koële mètte vleet en vae as joeng gaste moeste daaj goën bijeenraope (=als de kolentrein van Zwartberg naar bilzen, over eik en Spurk, voorbij wasgekomen, moesten we van onze ouders kolen rapen, want die vielen er genoeg van de open wagons) (Munsterbilzen - Minsters)
- De luuëts de doève vlege (=Je gulp staat open) (Venloos)
- de roete lös dow (=de raam open doen) (Vechtdals)
- de sjieërpoeët geet wir ës oeëpe (=de hemelsluizen gaan weer eens open) (Munsterbilzen - Minsters)
- de wiës toch goed ze héndsje oëpe te haage (=als het er op aan komt, weet je toch goed je hand open te houden om mee te profiteren) (Munsterbilzen - Minsters)
- de winkels goan los (=de winkels gaan open) (Arnhems)
- dien snel stait oop' n (=Je gulp staat open) (Gronings)
- doe je broekveure toe, ttrekt ier (=uw gulp staat open) (Lichtervelds)
- Doe je ogen eens los (=Doe je ogen eens open) (Arnhems)
- doe mao je broekveure toe trekt ier (=uw gulp staat open) (Kortemarks)
- dóet oer kuit oupe (=doe u ogen open) (Sintrùins)
- doet zen koeter oëpe (=open je ogen) (Munsterbilzen - Minsters)
- doet zen plaffeture éns tegoej oëpe (=doe je ogens eens goed open) (Munsterbilzen - Minsters)
- Dun deur stit los (=De deur staat open) (Ewijk (Euiwwiks))
- Duuch het biekske mer woppe (=doe het boekje maar open) (Vlijtingens)
- Ek doe het raam effe los (=Het raam open doen) (Arnhems)
- ët trèk haaj ferm (=je gulp staat nog open) (Munsterbilzen - Minsters)
- eur hobbie stieët ope!! (=gezegd als iemands gulp open staat) (Weerts)
- euw veugelmuite stoat oope (=uw broek staat open) (Gents)
- ga mut nog gon hoewe zejker (=iemand die zijn broek heeft laten open staan) (Ransts)
- geen dikskes trum draeë (=open en bloot vertellen) (Munsterbilzen - Minsters)
- gees re vëndaog nog voert mèt zëne vulo (=je broek staat open) (Munsterbilzen - Minsters)
- geeste vëndaog nog voert mèt zëne vulo (=je broek staat open) (Munsterbilzen - Minsters)
- hae lot zich bezeeke bau tër zelf bij steed (=hij trapt er met open ogen in) (Munsterbilzen - Minsters)
- Hee jôh, je dassie zit scheef (=Je gulp staat open) (Rotterdams)
- Heej is ien de kerk gebore (=Hij laat altijd de deuren open staan) (Wells)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen