Spreekwoorden met `nieuwe`

Zoek

10 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `nieuwe`

  1. de nieuwe mens aandoen (=zijn gewoonten en zeden verbeteren)
  2. die haalt de nieuwe aardappelen niet (=iemand die gauw zal gaan sterven)
  3. een nieuwe bron aanboren (=een nieuwe manier vinden om iets te krijgen)
  4. een nieuwe lap op een oud kleed (=een zinloze toevoeging)
  5. een nieuwe voordeur krijgen (=gezegd bij het bereiken van een tiende levensjaar, dus 10, 20, 30 etc.)
  6. nieuwe bezems vegen schoon, maar oude bezems kennen alle hoeken en gaten (=nieuwe medewerkers (of: nieuwe leiders) pakken de zaken grondig aan, maar oude medewerkers (of: oude leiders) weten hoe het moet op grond van ervaring)
  7. nieuwe heren nieuwe wetten (=nieuwe bazen vaardigen ook nieuwe regels uit)
  8. nieuwe messen snijden scherp (=met iets (iemand) nieuws is het aangenaam werken)
  9. oude schoenen wegwerpen voor men nieuwe heeft (=het onzekere voor het zekere nemen)
  10. oude wijn in nieuwe zakken (=de zaken zijn anders gepresenteerd, maar niet wezenlijk veranderd)

11 betekenissen bevatten `nieuwe`

  1. de oude mens afleggen (=(en de nieuwe aantrekken) een nieuw leven beginnen - beterschap beloven)
  2. een nieuwe bron aanboren (=een nieuwe manier vinden om iets te krijgen)
  3. iemand uit de loog borstelen (=hem nieuwe kleren geven)
  4. niets nieuws onder de zon (=het lijkt nieuwe informatie, maar is al eerder gezegd)
  5. de wijde wereld intrekken (=het verkennen van nieuwe plaatsen, ervaringen en mogelijkheden buiten het vertrouwde)
  6. nieuwe heren nieuwe wetten (=nieuwe bazen vaardigen ook nieuwe regels uit)
  7. andere heren andere wetten (=nieuwe bazen willen nieuwe regels)
  8. nieuw bloed (=nieuwe deelnemers, werkers)
  9. nieuwe bezems vegen schoon, maar oude bezems kennen alle hoeken en gaten (=nieuwe medewerkers (of: nieuwe leiders) pakken de zaken grondig aan, maar oude medewerkers (of: oude leiders) weten hoe het moet op grond van ervaring)
  10. het is een slechte bruiloft waar maar één bruid is. (=op bruiloften worden vaak nieuwe relaties gevormd)
  11. van bruiloft komt bruiloft. (=op bruiloften worden vaak nieuwe relaties gevormd)

50 dialectgezegden bevatten `nieuwe`

  1. 'k he slae mee nieuwe aerpels heete (=Ik heb sla met nieuwe aardappelen gegeten.) (Zeeuws)
  2. 't bedde verschonen (=nieuwe lakens op het bed leggen) (Sint-Niklaas)
  3. 't ene gat met 't aaner gat stopp'n (=met nieuwe schulden oude schulden aflossen) (Westerkwartiers)
  4. 't Zölfde gaoren op een aander klossie. (=Oude wijn in nieuwe zakken) (Drents)
  5. 'Tis al twaolf uur gewist, knèn. (=Een nieuwe dag is aangebroken.) (Dongens)
  6. Aad jaar Nief jaar twiê koeken is eu paar kwèns aa ne gelukkige nievejaar (=Oud jaar, nieuwe jaar twee koeken is een paar 'k wens je een gelukkig nieuwjaar) (Sint-Katelijne-Waver)
  7. bau daste niks van wieës, konste nauts van haage (=je moet het verleden kennen om de nieuwe tijd te begrijpen) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. blauwkousen (=inwoners van nieuwe Tonge) (Flakkees)
  9. d oue kruumen hin voe de nieuwe ruumen (=en vieze luier na het drinken) (Zeeuws)
  10. de kleine ee nuwe klirkes (=de baby heeft nieuwe kleertjes) (Oudenbosch)
  11. De nieuwe weg (=De provinciale weg (met de stoplichten)) (Benschops)
  12. De nieuwe weg (=provinciale weg) (Benschops)
  13. de snei wô blif ligge, loert nog op nauwe snei (=als de sneeuw dagenlang blijft liggen, komt er nieuwe bij) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. den oemgedroïde fritzak (=het nieuwe gerechtshof) (Antwerps)
  15. die van den ezel 't perd bestiegt is nie tomelik (=nieuwe rijke) (Veurns)
  16. Dn dieje dor die hi ne neije waoge en dor stottie al dn hullen dag nor te kieke, zu gruts dettie is (=Hij daar heeft een nieuwe auto en daar staat hij al de hele dag naar te kijken, zo trots als hij is) (Liessents)
  17. E zit weer op meulners. (=Hij is veel vermagerd omdat hij een nieuwe vriendin heeft en hij veel gaat vrijen.) (Evergems)
  18. Een nieuw gerijke (=Een nieuwe fiets, brommer, auto) (Maldegems)
  19. een nieuwe muile kàppe, mee eu muile tege de Dampuurte plàkke (=iemand een rammeling geven) (Gents)
  20. eev'm op verhoal komm'm (=even nieuwe energie tanken) (Westerkwartiers)
  21. Ergens aan raken: je raak an nuwe skoene (=Nodig hebben , je hebt nieuwe schoenen nodig) (Volendams)
  22. ët toppunt van koeraasj : met zën lèste sente nog ne nauwe porteful kope (=het toppunt van optimisme : met je laatste geld een nieuwe portefeuille kopen) (Munsterbilzen - Minsters)
  23. ge zij nog nie bij de nieuwe petetten (=je bent er nog lang niet) (Graauws)
  24. hae wollet ijzer smieë terwaajl et heet ès (=de smid smeedde nieuwe plannen) (Munsterbilzen - Minsters)
  25. hè de naaw al un plèk in oew nuu pak (=heb je nu al een vlek in je nieuwe kostuum) (Tilburgs)
  26. Hedde gij nieuwe batsers aon? (=Heb je nieuwe schoenen aan?) (Bredaas)
  27. Hedde nei hoef? (=Heb je nieuwe schoenen?) (Eindhovens)
  28. hém gieëlegaus in ’t nuut steken (=voor iemand nieuwe kleren kopen) (Meers)
  29. hí n'n neije (=heeft een nieuwe) (gemerts)
  30. hij kikt as 'n kat ien 'n vremd pakhuus (=hij overziet de nieuwe situatie eerst eens goed) (Westerkwartiers)
  31. ie maat, weij ewwe are biere u krege (=hallo meisje, we hebben nieuwe buren) (Derps)
  32. ik moet nòg un schôon huudje bè men nuuw kleejke kôope. (=ik moet nog een mooie hoed bij mijn nieuwe jurk kopen.) (Tilburgs)
  33. In nije dei (=Een nieuwe dag) (Fries)
  34. je moet ekièè spaorn voe ne nieuwe kop (=het is een lelijkaard) (Kortemarks)
  35. je mot gein âhwe schoene weggauie voâhdat je 'n niewe daus hep (=Je moet je oude schoenen niet weggooien, voordat je nieuwe hebt.) (Haags)
  36. jie ben nogh nie ân de nieuwe pâtatt'n (=je bent er nog niet) (Axels)
  37. kiek duir, in nije pursj (=kijk daar, een nieuwe porche) (Arnhems)
  38. klee dij niet uut veur das't op berre gijst (=geef je oude spullen niet weg voordat je nieuwe hebt) (Westerkwartiers)
  39. Laat het touwgie (van de damesklompen) niet deurknippen. .. het land in was het de gewoonte om aan de bruid een paar nieuwe klompen mee te geven voor onder de bedstee. Soms waren de maiden zo prompt (trots) met dat kadogie dat ze het touwgie pas deurdeje als het krippie in de bedstee most. (=huwelijkscadeau) (Alblasserdams)
  40. Lukt ut vandaog, niet, den morrege. (=morgen weer nieuwe kansen) (Utrechts)
  41. me zien nieuwe van je te zieën (=lang geleden dat we je gezien hebben) (Veurns)
  42. meej de Paose zè-me ammòl in-t nuut (=met Pasen hebben we allemaal nieuwe kleren aan) (Tilburgs)
  43. mèn nuuw schoen zèn nòg as nuut (=mijn nieuwe schoenen zijn nog als nieuw) (Tilburgs)
  44. métten ziever laaj beginne (=een nieuwe kans krijgen) (Munsterbilzen - Minsters)
  45. naie lèrze (=nieuwe laarzen) (Geldermalsens)
  46. nauw baoze, nauw wétte (=nieuwe bazen, nieuwe wetten) (Bilzers)
  47. nauw ieëreppelkes moeste sjrabbe, nie sjülle (=nieuwe aardappels moeten geschraapt worden en geschild) (Munsterbilzen - Minsters)
  48. nenaawenotto en nenouwenotto (=een oude auto en een nieuwe auto) (Overpelts)
  49. ni-je bezzems vegen skone maar de olden weten de hoekies te vien-n (=nieuwe bezems vegen schoon) (Giethoorns)
  50. nief: We zéll' n a volledeg in ' t nief steken (=We zullen je volledig nieuwe kleren kopen) (Lebbeeks)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen