Eén spreekwoord bevat `lid`
- wie het onderste uit de kan wil hebben die valt het lid op de neus (=wie altijd het uiterste wil, krijgt uiteindelijk niets)
3 betekenissen bevatten `lid`
- aan de groene tafel zitten (=bestuurslid zijn)
- je rokje omkeren (=lid van een andere (bv politieke) partij worden)
- een jan-contant (=solide koopman / iemand die contant betaalt)
8 dialectgezegden bevatten `lid`
- 'n en kaffiezak (=lid van de KSA) (Deinzes)
- 'T was mar un blauwe maendag (=Als iemand ergens kort lid / bij is geweest) (Flakkees)
- die ien ' t schip zit moet metvoar' n (=als je lid bent van een club moet je ook meedoen) (Westerkwartiers)
- Gien lid an me laif. (=Geen haar op mijn hoofd.) (zaans)
- jullije Jan (=Aanduiding familie lid (Jan) ) (Waalwijks)
- Ok op een schelle pan past wal een lid (=Geen pot zo scheef of er past een deksel op) (Drents)
- wel ien 'e boot zit moet metvoar'n (=als je lid bent moet je ook meedoen) (Westerkwartiers)
- wel ien 't schip zit moet metvoar'n (=wie lid is van een vereniging moet actief meedoen) (Westerkwartiers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen