Spreekwoorden met `leert`

Zoek

8 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `leert`

  1. al doende leert men (=door iets vaak te doen, leert men hoe het moet.)
  2. als de boter duur wordt, leert men het brood droog eten. (=als het niet anders kan, is men ook met minder tevreden.)
  3. bij het scheiden van de markt leert men de kooplui kennen (=iemands ware karakter blijkt pas als het erop aankomt)
  4. bij kleine hapjes leert men een hond eten. (=geleidelijk aan kun je zelfs aan onmogelijke dingen wennen.)
  5. bij kleine lapjes leert men de hond leer eten. (=geleidelijk aan wen je zelfs aan de onmogelijkste dingen.)
  6. in nood leert men zijn vrienden kennen (=wanneer men in de problemen zit wordt duidelijk welke vrienden daadwerkelijk iets voor je willen betekenen)
  7. nood leert bidden (=in nood leert men anderen om hulp vragen)
  8. wat hansje niet leert zal hans nooit weten (=je moet het eerst leren om het later te kunnen)

7 betekenissen bevatten `leert`

  1. al doende leert men (=door iets vaak te doen, leert men hoe het moet.)
  2. ondervinding is de beste leermeester (=door iets zelf mee te maken of te oefenen leert men het snelst)
  3. door schade en schande wordt men wijs (=een mens leert het beste van z`n fouten)
  4. het takje buigen als het nog jong is (=goede gewoonten leert men het beste op jonge leeftijd aan)
  5. jong geleerd is oud gedaan (=hoe eerder men iets leert, des te langer de vaardigheid zal blijven)
  6. nood leert bidden (=in nood leert men anderen om hulp vragen)
  7. de natuur gaat boven de leer (=men volgt eerder zijn karakter dan hetgeen men leert)

16 dialectgezegden bevatten `leert`

  1. 'n mens moet doen wat 'er leert het (=handel maar naar eigen inzicht) (Westerkwartiers)
  2. a es traug van oeëpakkn (=hij leert traag) (Meers)
  3. a es treeg van oeëpakken (=hij leert traag) (Ninoofs)
  4. aal doende leert men (=door te oefenen leer je het wel) (Westerkwartiers)
  5. De moes leire tot z' n vingers aeve lang zin (=Zolang men leeft, leert men) (Bilzers)
  6. deur onnerviening wor je wies (=men leert van de praktijk) (Westerkwartiers)
  7. Doe bès 'n häörepaerd. (=Jij leert het nooit.) (Gelaens (Geleens))
  8. je leert nooit een krepelen kenne voort gasthuus brand. (=je leert geen kreupele kennen voor het ziekenhuis in brand staat) (Flakkees)
  9. Krets leert kratse. (=In nood doet men veel.) (Roermonds)
  10. Mee nen domm'n deure goan en mee ne slimm'n weere kiër'n (=Al doende leert men) (Harelbeeks)
  11. nood leert bidd'n (=in tijden van nood hulp vragen) (Westerkwartiers)
  12. onnerviening is de beste leermeester (=door te oefenen leert men zijn vak het beste) (Westerkwartiers)
  13. op 't lestj vanne mêrentj lieërtj m'n de koupluj kinne (=op het eind leert men iemand kennen) (Weerts)
  14. trouw moet bliek'n (=in tijden van nood leert men zijn vrienden kennen) (Westerkwartiers)
  15. Waat Zjefke neet lieërtj zal Zjefke noeëts wete. (=Wat Jefke niet leert zal Jefke nooit weten.) (Kinroois)
  16. wel met wiez'n omgijt wordt zulf wies (=men leert van degenen met wie men omgaat) (Westerkwartiers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen