Spreekwoorden met `anders`

Zoek

5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `anders`

  1. een spiering is vis als er anders niet is (=als je honger hebt, ben je niet kieskeurig / bij gebrek aan beter)
  2. garnaal/spiering is ook vis als er anders niet is. (=wees tevreden met wat je kunt krijgen)
  3. je mag wel ergens anders honger krijgen, als je thuis maar komt eten. (=een getrouwde man mag wel met knappe meisjes flirten, daar moet het bij blijven.)
  4. waar gehakt wordt, vallen spaanders (=waar werk verricht wordt, worden ook wel wat fouten gemaakt)
  5. zijn zeis in een anders koren slaan (=stelen, zich in het werk van iemand anders bemoeien)

41 betekenissen bevatten `anders`

  1. buiten zijn rekening gaan. (=als het anders loopt dan verwacht)
  2. als de boter duur wordt, leert men het brood droog eten. (=als het niet anders kan, is men ook met minder tevreden.)
  3. opgestaan is plaats vergaan (=als je even wegloopt kan iemand anders op je stoel gaan zitten)
  4. in de nood eet de duivel vliegen. (=als je in nood verkeert, stel je je tevreden met dingen die je anders zou weigeren.)
  5. in een andere vorm gieten (=anders voorstellen)
  6. uit de toon vallen (=anders zijn dan de anderen)
  7. dat is andere koek (=dat is heel iets anders)
  8. dat is andere peper (=dat is wat anders, dat is moeilijker)
  9. dat is andere tabak (=dat is wat anders, dat is moeilijker)
  10. dat is andere tabak dan kanaster (=dat is wat anders!)
  11. oude wijn in nieuwe zakken (=de zaken zijn anders gepresenteerd, maar niet wezenlijk veranderd)
  12. aan hetzelfde euvel mank gaan (=dezelfde fouten maken als iemand anders)
  13. een blok aan het been (=een last zijn voor iemand anders.)
  14. een meid en een aardappel kies je zelf (=een vrouw kun je niet door iemand anders laten uitkiezen)
  15. verandering van spijs doet eten (=eens iets anders te doen doet de mens goed)
  16. geen twee kapiteins op één schip (=er moet maar één persoon de leiding hebben, anders gaat het niet goed)
  17. als een blad van een boom veranderen/omkeren (=geheel anders gaan gedragen)
  18. uit een ander vaatje tappen (=het anders aanpakken)
  19. het over een andere boeg gooien (=het anders aanpakken)
  20. in iemands vel steken (=het lichamelijke lot van iemand anders ondervinden)
  21. in iemands schoenen staan (=het lot van iemand anders ondergaan)
  22. de koekoek en de sijs hebben niet dezelfde wijs. (=iedereen is anders)
  23. de hete aardappel doorspelen (=iemand anders de vervelende klus laten opknappen)
  24. door de neus boren (=iemand anders iets de mogelijkheid ontnemen)
  25. iemand spreken door het oor van een turfmand (=iemand heimelijk spreken, zodat niemand anders het hoort)
  26. in het niet zinken (=in vergelijking met iets anders nog weinig waarde hebben)
  27. de boer op de bok liet de teugels vieren, het paard kende zelf de weg wel. (=je moet niet doen alsof je de beste bent, iemand anders weet ook wel wat)
  28. niet graag in iemand schoenen staan (=niet graag willen ervaren hoe het is iemand anders te zijn die in een moeilijke of onprettige situatie zich bevindt)
  29. in iemands schaduw staan (=niet opvallen omdat iemand anders meer opvalt)
  30. een paard dat stormt en een meisje dat wil trouwen zijn niet tegen te houwen. (=niet tot iets anders te bewegen)
  31. effen rekening maakt goede vrienden (=of anders: schulden maken vijanden)
  32. Parijs is wel een mis waard (=om een voordeel te behalen bij tegenstanders aansluiten)
  33. de vuile was buiten hangen (=over onaangename zaken spreken met buitenstaanders)
  34. zijn zeis in een anders koren slaan (=stelen, zich in het werk van iemand anders bemoeien)
  35. in de contramine zijn (=tegen alles in gaan of altijd iets anders willen dan anderen)
  36. een geluk bij een ongeluk (=terwijl iets mis gaat, gaat iets anders goed)
  37. de kastanjes voor iemand uit het vuur halen (=voor iemand anders het gevaarlijke werk of een lastig klusje doen)
  38. wat de boer aan het koren verliest zal hij aan het spek wel terugvinden (=waar iemand iets verliest zal iemand (anders) iets winnen)
  39. de wil voor de daad nemen. (=waarderen dat het goed bedoeld is ook al pakte het anders uit)
  40. de rollen omkeren (=wat de een normaal doet doet de ander nu en andersom)
  41. onder valse vlag varen (=zich voordoen als een ander of zich anders voordoen)

50 dialectgezegden bevatten `anders`

  1. Nae is niks anges es 't teengegestèldje van Jao! (=Neen is niets anders dan het tegengestelde van ja!) (Kinroois)
  2. `n zo ist e en niet aorester (=en zo is het en niet anders) (Flakkees)
  3. 'k drink nie uit da glas worda torjuust iemand ö gezabberd eet (=ik drink niet uit dat glas waar net iemand anders van dronk) (Sint-Niklaas)
  4. 'k koste wel nie viuëdere (=ik kon niet anders) (Kaprijks)
  5. 'k un koste nie vuodere (=Ik kon niets anders doen) (Eekloos)
  6. 'n pisboodschapke doen (=een boodschap doen om iets anders aan de weet te komen) (Westerkwartiers)
  7. 'n schip op 't strand, is 'n boak'n ien zee (=houdt het ongeval van iemand anders voor ogen) (Westerkwartiers)
  8. 't bij 'n aaner ien 'e schoen'n schuuv'm (=iemand anders de schuld geven) (Westerkwartiers)
  9. 't es tegen zèen kerre (=het loopt anders dan verwacht) (Wichels)
  10. 't is 't zulfde goar'n, moar 't zit op 'n aaner klöske (=het is precies hetzelfde, maar toch lijkt het anders) (Westerkwartiers)
  11. 't is ne sjoefeljeir (=iemand die niets anders doet dan iets kopen en het terug verkopen) (Sint-Niklaas)
  12. 't is wat! en as 't niet aans wordt blift 't wat (='t is wat! en als 't niet anders wordt blijft het wat) (Westerkwartiers)
  13. 't op en ander steekn (=iemand anders de schuld geven) (Veurns)
  14. 't zit niet aans (=het is niet anders) (Westerkwartiers)
  15. ‘k koste van nie vjuëdere (=ik kon niet anders (doen)) (Kaprijks)
  16. ’t és ne gieëlen anderen (=hij is gans anders) (Meers)
  17. ' em de bladere aan harreke (=iemand anders de schuld geven) (Westlands)
  18. ' t is aans as aans (='t is anders dan andere keren) (Westerkwartiers)
  19. aans nog wat (=anders nog iets) (Westerkwartiers)
  20. Aars as aars. (=anders dan anders.) (Zaans)
  21. achter iemand zijn gat liuëbm (=iemand anders zijn rommel opruimen) (Kaprijks)
  22. altied wat aans (=altijd wat anders) (Gronings)
  23. anders motte scheel kijke dan ziede' t dubbel (=kunde 'tzien?) (Oudenbosch)
  24. as 'nne pestoeër boeëtermèllek dreenktj en 'nne boor wiên, staeke ze allebei-j in gein good vel (=doe je niet anders voor dan je bent) (Weerts)
  25. As 't niet kan zo het mot,dan mot het maar zo het kan (=Het is niet anders) (Giethoorns)
  26. As 't niet zo het mot, dan mot 't maar zo het kan (=Het is niet anders) (Giethoorns)
  27. as 't tij verlopt, moet men de boak'ns verploats'n (=als iets anders gaat lopen, moet men het ook anders aanpakken) (Westerkwartiers)
  28. As ' t niet kan zo et mot, dan mot et maar zo et kan (=het is niet anders) (Giethoorns)
  29. as ge ' t nie wit, dan mottut behanguh (=iets anders doen als je er niet uitkomt) (Moerdijks)
  30. as m n taante n manneke waar gewiest dan waarut m n oom (=als dat anders was geweest) (Oudenbosch)
  31. as ne boer nich kan zwemmen, ligt 't an 't water (=het ligt altijd aan iets anders) (Twents)
  32. Ast er iet is.....da welle gekreege hemme van ozze lieven hiejer. Dan ist toch wel `TIJD` en een lijf in ozze bloewete. Ge zoo zot mutte zen, oem da deur een aander te loate verkloewete. (=Als er iets is dat we gekregen hebben van onzen Lieven Heer, dan is het toch wel `TIJD` en een lichaam in onzen bloten. Ge zou toch gek moeten zijn, om dat door iemand anders let laten verkloten.) (Geels)
  33. Ben je vereen (=Plagend gebruikt, als iemand vraagt wat er gezegt wordt vragen ze iets anders dat er een beetje op lijkt, bijv. 'ver heen' 'alleen') (Monnickendams)
  34. bèste zik, de bès zoe stil (=ben je ziek anders ben je toch niet zo stil) (Munsterbilzen - Minsters)
  35. Blief met de klamotten d’r af , of ik krieg ow be’j de klammieten. (=Blijf met de vingers er vanaf anders pak ik jou) (achterhoeks)
  36. Braaf zieë andesj plek ich dich ater 't behang. (WT) (=Lief zijn of anders plak ik je achter het behang) (Mechels (NL))
  37. Broeëdkäosjkes allemaol opeite angesj plek ich dich ater de tapieët. (WT) (=Broodkorstjes allemaal opeten anders plak ik je achter het behang) (Mechels (NL))
  38. da' s hiel (heul) aans (=dat is heel anders) (Westerkwartiers)
  39. Dae ' t thoes neet kan kieëre zal ' t örges anges zeldje lieëre! (=Die thuis zijn draai niet kan vinden zal het ergens anders moeilijk leren!) (Kinroois)
  40. dae höb ich ònger de taofel gezaope (=meer drinken dan iemand anders) (Aelsers)
  41. dae kan alleen mér stijte en broeksjijte (=hij doet niets anders dan bluffen) (Munsterbilzen - Minsters)
  42. dae kan nie misaodë (=het kan niet anders dan dat hij de manieren heeft van zijn....) (Munsterbilzen - Minsters)
  43. das aandere olie dan zeik (=dat is nog eens wat anders) (Oudenbosch)
  44. das aandere tei as kaffei (=dat is eens wat anders) (Bilzers)
  45. das aandre tei as kaffei (=dat valt anders uit dan verwacht) (Munsterbilzen - Minsters)
  46. das andere tee (=dat is heel wat anders) (Kortemarks)
  47. das anderschn tee (=dat is wat anders) (kortemarks)
  48. dassen aander paor mauwe (=dat is weer wat anders) (Munsterbilzen - Minsters)
  49. dat ken schienboar niet aans (=dat kan blijkbaar niet anders) (Westerkwartiers)
  50. de baedelnap en de gêldjbuul hânge gein hôngerd jaor aan dezelfdje duuër (=eens zal het anders gaan in je leven) (Weerts)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen